Onze Kinderton Van aardappelen en kastanjes Grootmoe en grootva woonden samen in een klein huisje. Achter dat huisje was een flinke tuin met heel veel bloemen en een grote boom. Die boom was al heel oud en had dikke takken met heel veel blaadjes. Misschien wel honderd aan iedere tak. Als je je ogen bijna helemaal dichtdeed, en je keek dan door de kiertjes, dan leek die boom precies een grote reus met een hele grote krullebol. Die boom was Cor zijn vriendje geworden. Als hij in de tuin bij grootmoe speelde, dan praatte hij tegen de boom en de boom praatte dan terug. Tenmin ste, dat dacht Cor altijd, want de boom schudde altijd maar van ja en nee met zijn grote krullebol van blaadjes. Grootmoe had ook een kruiwagen, daar mocht Cor altijd mee spelen als hij bij haar was. Die kruiwagen had grootva zelf gemaakt. Hij was prachtig geschilderd, van buiten rood en van binnen geel en het wiel was groen. En als je met de kruiwagen reed, dan zei het wiel: „fffft, fffft, fffft". Op het pad van grootva's tuin bonkerde de (Vervolg van pag. 18) Behalve deze geschiedenis gaan er ook verhalen omtrent andere wonderen die door Nicolaas zouden zijn verricht. Zo wordt verteld dat hij eens een paar kinderen, die in een pot kokende olie waren gevallen, daaruit heeft gered en tot het leven heeft teruggeroepen. Dit verhaal heeft Kern de naam Kindervriend bezorgd. Tot zover de geschiedenis van Sint Ni colaas, voorzover de feiten te achterhalen zijn. De overlevering zal er in de loop der eeuwen wel het een en ander aan toegevoegd hebben en het geheel gero mantiseerd, maar toch vinden wij in de geschiedenis van Nicolaaas van Myra alle hoogtepunten terug, die de Sinterklaas van onze dagen maken tot wat hij voor ons en onze kinderen is: de heilige bis schop, bij nacht rijdend over de daken op een schimmel, vergezeld van een zwarte knecht en weldoend waar hij kan. kar zo fijn. Cor legde er wel eens steentjes in, die dansten dan zo mooi als je hard reed! Eens op een dag dat Cor weer bij grootmoe logeerde, lagen er onder de boom allemaal bruine balletjes. Grootva zei: „Dat zijn kastanjes, Cor. Die heeft je vriend allemaal voor je bewaard en nu laat hij ze voor jou vallen". Cor keek eens naar de grote reus en die knikte ernstig met zijn tak ken van „ja". Cor was wat blij met al die glim mende bruine kastanjes. Hij raapte ze allemaal bij elkaar en deed ze in de kruiwagen. Toen de wagen helemaal vol was, duwde Cor hem over het tuinpad. O, het bonkerde weer zo fijn! Al de kastanjes wip ten steeds een stukje omhoog! De kruiwagen zelf vond het ook erg fijn want het wiel zei steeds maar weer van „fffft, fffft". Cor liep op het pad heen en weer en riep: „Mooie aardappels, mooie aard appels, koop, koop, mooie aard appels!" O, het was net alsof hij een echte groenteman was. Daar kwam grootmoe naar buiten. „Dag Cor, ben jij de aardappelman?" „Ja grootmoe, u mag ze kopen." „Wat kosten je aardappelen, aard- appelman?" Oei, dat wist Cor nog niet. Hij keek eens naar zijn wagen, keek toen eens naar grootmoe en er kwam een grote rimpel boven zijn kleine neusje toen hij zei: „Eén glaasje limonade voor de hele kar, is dat genoeg, grootmoe?" Nu, dat vond grootmoe niet te duur. Ze nam Cor mee naar bin nen en zette hem op het bankje tussen grootva's stoel en de haard. Cor legde al de kastanjes in de doos van grootva's nieuwe pan toffels. Toen grootmoe weer binnen kwam waren juist al de kastanjes in de doos opgeborgen. Grootmoe bracht ook twee koppen lekkere koffie mee, de damp kwam er nog van af. Cor kreeg zijn glas limo nade, rode limonade was het, met wel twee rietjes. Heerlijk was het. Toen Cor onder het drinken naar buiten keek, schudde zijn grote vriend juist met zijn takken. Het was net of hij zeggen wilde: „Zal ik morgen weer kastanjes voor je laten vallen?" Jac. de Vries 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 21