NICOLAAS VAN MYRA De figuur van Sint Nicolaas, de goedheilig man, is in ons land onverbrekelijk verbonden met Spanje en hoewel het misschien niet onmogelijk is dat er ooit in Spanje een Nicolaas heeft geleefd die goede daden heeft verricht, is er in de geschiedenis van dat land geen heilige van die naam bekend. Waarschijnlijk is het, dat de door ons aangenomen Spaanse oorsprong van de goede Sint gezocht moet worden in de jarenlange Spaanse overheersing tijdens de tachtigjarige oorlog, waardoor veel van wat in onze ogen vreemd leek met „Spaans" geassocieerd werd. Geschiedenis Wanneer wij de ware geschiedenis van de Heilige Nicolaas willen nagaan, moeten we terugzoeken tot de eerste eeuwen van onze jaartelling en, om de historie goed te begrijpen, even een blik slaan in de wereldgeschiedenis van die tijd Het verhaal speelt zich af in de tijd van het Romeinse Keizerrijk, dat toen echter reeds zijn grootste glorie achter de rug had en steeds meer in verval be gon te geraken. Het rijk was nog wel groot en nog steeds een wereldrijk dat, behalve het gebied om de Middellandse Zee, ook Frankrijk, Duitsland, Neder land en Brittannië omvatte en zich aan de andere zijde uitstrekte over Grieken land, Klein-Azië, gedeelten van Arabië en Perzië en geheel Noord-Afrika. Doordat de decadentie en de zedelijke verwording, genotzucht en verlangen naar weelde, de innerlijke weerstand van het Romeinse volk langzamerhand verzwakt hadden, was het geen wonder dat de weerstand naar buiten eveneens begon te verminderen. Waren de veel vuldige oorlogen die de Romeinse impe ratoren voerden in het begin aanvalsoor logen met het doel het imperium te ver groten en te versterken, in deze tijd waren het meestal oorlogen met het doel zich te verdedigen tegen afvallige rand staten en opstandige stammen in de af gelegen gebieden. Bovendien hadden de keizers nog een an dere vijand, die hun steeds meer zorgen baarde en die veel moeilijker te bestrijden was: het Christendom. Juist in deze tijd van genotzucht en zedenverwildering was het Christendom met zijn eenvoud van levensstijl en zijn strenge afwijzing van aards bezit een doorn in het oog van de in weelde badende Romeinse keizers. Vandaar ook dat velen van hen zich scherp keerden tegen de Christenen en hen meer dan eens vervolgden. En in dit licht moeten wij ook de gebeurtenissen zien die de geschiedenis rond de Heilige Nicolaas vormen. Een 17-jarige wees Nicolaas werd in het jaar 217 na Chris tus in Patora (Klein-Azië) geboren uit voorname ouders. Op 17-jarige leeftijd verloor hij moeder en vader, die hem een groot fortuin nalieten. De jonge Nicolaas werd als beschermeling van bis schop Methodios in een klooster opgeno men en tot priester gewijd. Zeer snel klom hij op in de kerkelijke rangen en reeds op 20-jarige leeftijd werd hij gewijd tot bisschop van Myra in Klein-Azië. In deze functie schijnt hij zeer veel goed gedaan te hebben, want de geschiedenis verhaalt dat hij van het hem nagelaten fortuin rijkelijk uitdeelde aan armen en behoef- tigen. Bovendien predikte hij, waar hij kon, de naastenliefde. Tijdens de reizen die hij door zijn gebied maakte, was hij steeds vergezeld van een zwarte slaaf, die een grote bundel droeg, waaruit hij milde gaven van zijn meester verdeelde. Door zijn milddadigheid kreeg de bisschop van Myra een grote faam en werd hij zeer geliefd bij het volk. Die faam heeft hem overleefd tot in onze tijden, zodat wij hem ook nu nog als milde gever van geschenken laten optre den. In de tijd van bisschop Nicolaas werd de Romeinse keizerstroon bezet door Diocle- tianus, die een felle Christenvervolger was. Wanneer er in zijn rijk iets ge beurde, waarvan hij de Christenen de schuld kon geven, trof zijn hand die, meestal onschuldige, bevolkingsgroep op uiterst harde wijze. Ook Klein-Azië kreeg zijn deel van deze vervolgingen en de ene stad na de andere zag haar kerken verwoest en de Christenen en priesters uitgemoord. Ondergedoken Aanvankelijk bleef Myra van verwoes tingen gespaard, maar uiteindelijk werd ook deze stad door de troepen van Dio- cletianus bestormd. Toen zij de stad bin nendrongen, was Nicolaas evenwel ver dwenen en onvindbaar. In deze periode schijnt de bisschop van Myra een soort ondergronds werk gedaan te hebben. Slechts zo nu en dan dook hij op in de vermomming van een edelman, gezeten op een schimmel. Het is geen wonder dat juist vanaf deze periode in zijn leven de legenden om zijn persoon zich beginnen te ontwikkelen. Was Nicolaas onvindbaar, anders was het met zijn zwarte slaaf. Deze was steeds overal aanwezig en hij zette in opdracht van zijn meester het werk voort. Hij deelde uit aan armen en behoeftigen, ver zachtte hun leed en troostte hen. Het dak op Toen bisschop Nicolaas zich op een van zijn nachtelijke „ondergrondse" tochten echter te ver had gewaagd, zag hij zijn vermetelheid gestraft doordat hij door een groep soldaten van de keizer werd aangehouden. Het verhaal wil dat hij toen ternauwer nood wist te ontvluchten door op zijn schimmel over de daken van de huizen te ontsnappen. Dit mag dan in onze oren ongelofelijk klinken, doch als wij be denken dat Myra een oosterse stad was met lage huizen en platte, vaak van de straat af bereikbare daken, dan is deze vlucht niet zo fantastisch als ze op het eerste gezicht lijkt. In ieder geval is het verhaal van de Sint, rijdend op de daken, niet volkomen aan de fantasie ontsproten, al lijkt een reprise van deze stunt op onze schuine pannedaken een nogal riskante onderneming. De toestand van de vervolging der Christenen duurde voort, tot het aan Constantijn de Grote gelukte om Maxen- tius, de opvolger van Diocletianus te ver slaan. Onder Constantijn, die hoewel zelf geen Christen, met een Christin was getrouwd, werd de kerk in het Romeinse Rijk in ere hersteld. Ook Nicolaas nam zijn bisschoppelijk werk weer op, maar zoals het in de ge schiedenis vaker is vertoond, zijn popu lariteit bij het volk en zijn prediking van naastenliefde en nederigheid bezorg den hem bij de overige kerkvorsten van Klein-Azië een slechte naam. In hun ogen vormde hij een gevaar voor het kerkelijk gezag en er werden plannen gesmeed om hem ten val te brengen. Zij benoemden Theochius van Nicea als hun vertegen woordiger en deze zag kans Nicolaas in handen te krijgen. Hij werd geboeid en in een kerker geworpen. Slechts een wonder.... Het volk zag deze gang van zaken niet bepaald gaarne, maar het kon en durfde er niet veel tegen te beginnen uit vrees voor represailles van de bisschoppen en van de troepen van keizer Constantijn, die elke opstand zeker zou onderdrukken. Slechts een wonder zou Nicolaas kunnen redden, zo luidde algemeen het oordeel en op dat wonder wachtte men. Sterker nog: men verwachtte het. en het ge schiedde! Voor het oog van de verzamel de menigte verscheen op het dak van zijn paleis een stralend wit paard met daarop gezeten de gestalte van Nicolaas. De bis schoppen erkenden het wonder en Nico laas, thans als heilig vereerd, werd in ere hersteld en wederom op de bisschoppe lijke troon geïnstalleerd. Vervolg op pag. 19) 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 20