Bezoek aan het Koninklijk Staldepartement H.B.B.A. KREEG HALVE Het begon met een tweetal vriendschappelijke voetbalwedstrijden tussen elftallen van Heineken Amsterdam en het Koninklijk Staldepartement uit Den Haag. Dat was op zaterdag 9 juni jl. (zie Vers van 't Vat no. 84) en H.B.B.A. was toen gastheer. Zoals te doen gebruikelijk is in de voetballerij nodigde het bestuur van K.S.D. onze spelers uit voor een revanche. Men stelde de datum vast op zaterdag 1 septemberwaarbij de gastheren aan deze wedstrijden een bijzondere attractie verbonden in de vorm van een bezoek aan de koninklijke stallen. Bovendien hadden de K.S.D.'ers, zoals op de dag zelf zou blijken, nog een extra verrassing in petto gehouden, namelijk een bezichtiging van Huis Ten Bosch, na afloop van de wedstrijden! Het is voor onze Amsterdamse spelers met hun aanhang werkelijk een prach tige dag geworden. De vriendschap pelijke wedstrijden op het schitterende veld van K.S.D. vormden eigenlijk slechts een onderdeel van een pro gramma dat verder bestond uit een unieke bezichtiging, zoals die aan slechts weinigen tebeurt valt. Luistert u maar. Onder leiding van enkele deskundige „gidsen" beginnen wij omstreeks twaalf uur aan de rondgang door de gebouwen van het Koninklijk Stal Departement, waarbij ons eerst het kleine intieme museum wordt ge toond. Hier komt in onze fantasie het verleden weer tot leven, zien we de koetsiers, stalfouriers en palfreniers in hun kleurrijke uniformen-voor-ver- schillende-gelegenheden, maar ook het paard van koning Willem II en zelfs het sleetje, waarachter prinses Wilhel- mina destijds heeft leren schaatsen. Er valt zoveel te bewonderen in dit kleine museum vol sfeer, dat het ge ruime tijd duurt eer we verder kunnen gaan naar de galatuigenkamer, een kleine zaal, waarvan de muren en pilaren schuilgaan achter de vele, rijkelijk met koper beslagen galatui- gen. Deze worden, naar men ons ver telt, gebruikt bij bijzondere gelegen heden, zoals bijvoorbeeld de opening van de Staten-Generaal. En nog meer moois wacht ons. Weldra staan we in het koetshuis enigszins verrast de vele rijtuigen te tellen: tien, vijftien, twintig, vijfentwintig in totaal! Aller belangstelling richt zich natuurlijk in de eerste plaats op de gouden koets, die we nu eens goed van dichtbij kunnen bekijken en. bewonderen. Als hoofdstedelingen doet het ons natuurlijk deugd te horen dat dit fraaie, met heuselijk goud (bladgoud) overtrokken rijtuig des tijds, in 1898, door de Amsterdamse bevolking geschonken werd. Ernaast staat de 150 jaar oude, zo genaamde glazen koets, de aristocraat onder de hier aanwezige rijtuigen, die in schoonheid de gouden koets naar de kroon steekt, zo niet overtreft. Verder staan we stil bij onder andere de crème calèche, een geschenk des tijds van koningin Emma aan haar dochter Wilhelmina; de blauwe calèche, zg. Berliners, coupe's, rode landauers en gewone landauers. En ieder rijtuig heeft zijn eigen „geschie denis". Een wandeling alleen al door dit koetshuis is voor ieder, die nog enig gevoel heeft voor romantiek, een wonderlijke belevenis. Van het koetshuis naar de stallen, waarin vóór de laatste oorlog meer dan tachtig paarden gehuisvest waren, een aantal dat nu tot ruim dertig is teruggelopen. En daarvan is weer een klein gedeelte tijdelijk te gast. De vaste bewoners van de koninklijke stallen worden gevormd door twintig zwarte paarden, die bij allerlei offi ciële gelegenheden dienst doen. Dat velen van ons, moderne mensen, in hun hart nog een warm plaatsje heb ben voor de edele viervoeters, blijkt Linksboven: In het museum. Boven: Deskundige uitleg in het koetshuis. wel uit de „schouderklopjes" en ver snaperingen die stilletjes worden uit gedeeld. Als we ook de mechanische paarden in de garage hebben bekeken, zetten we ons in het gezellige, door de eigen leden van K.S.D. ingerichte, club lokaal aan de koffietafel, die we, hongerig geworden na de anderhalf uur durende rondleiding, alle eer aan doen. Daarna brengt de bus ons naar het voetbalveld dat door K.S.D. bespeeld wordt, een prachtig gelegen terrein, waar we (dat wil zeggen onze spelers) nu eens fijn revanche zullen gaan nemen. Edoch, dat lukt maar half. De De vier elftallen broederlijk bijeen. 8

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 10