Onze Kinderton Voetballende koeien Boer Karelse had twee zoontjes. Jopie en Japie heetten zij. Ze waren pas lid geworden van een voetbalclub. Van hun vader hadden zij echte voetbal schoenen gekregen en ze mochten nu meespelen in een ploegje met allemaal kleine jongens van hun leeftijd. Als Jopie en Japie hun vader hielpen met melken, praatten ze altijd hon derd uit over voetbal. Mieke en Bonte, de twee koeien van boer Ka relse, luisterden dan nieuwsgierig toe. „Boewat zou dat toch zijn, dat voetjebal waar die jongens het steeds over hebben?", vroeg Bonte aan haar vriendin. Mieke wist het wel een beetje, want zij had vroeger in het weiland wel eens een paar jongens zien voetballen. Zij probeerde het aan Bonte uit te leggen, maar deze snapte er niets van. „Weet je wat", zei Mieke toen, „als de jongens weer moe ten spelen, gaan we eens een keertje kijken." Eerst durfde Bonte niet, maar Mieke praatte net zo lang totdat Bonte beloofde mee te gaan. De volgende ochtend onder het mel ken, hadden Jopie en Japie het weer druk over voetbal. „Fijn jö", zei Jopie, „vanmiddag wordt het een spannende wedstrijd. Als we die win nen, zijn we kampioen!" Nu, daar wilden Mieke en Bonte wel bij zijn. Ze vroegen aan Hector de hond, die alles altijd wist, waar het voetbalveld was. „Woefwaf, haha!", lachte Hector, „dat is een goeie mop! Twee koeien die naar het voetballen gaan kijken. Dat is toch geen spel voor jullie! Maar ja, je moet het zelf weten. Het is op het land van boer Knappels, aan de andere kant van het dorp." Ja, dat zouden Mieke en Bonte wel weten te vinden, 's Middags gingen ze er stilletjes heen. Ze liepen om het dorp heen en wandelden netjes langs de kant van de weg. Telkens als er iemand aankwam, gingen ze een eindje het weiland in. Dan deden ze net of ze aan het grazen waren. De mensen mochten niet merken, dat ze weggelopen waren. „Daar is het geloof ik, waar al die mannen en jongens staan", zei Mieke na een poosje. Ze had gelijk. Heel voorzichtig, al grazende, kwamen de twee koeien dichterbij. Even later stonden ze langs het lijntje naar het voetballen te kijken. Elke keer als Japie of Jopie de bal kregen, begon nen ze hard te loeien om hun vriend jes aan te moedigen. „Ha die Mieke en Bonte", zei opeens een hondestem. Het was Hector, die ook naar de spannende wedstrijd was komen kijken. „De stand is één-één. Iedere partij heeft een doelpunt ge maakt. Als Japie of Jopie nog één puntje weten te maken, hebben ze gewonnen." „Boe", zei Bonte, die het een heel klein beetje begon te begrijpen. „Een puntje maken, wil zeggen dat die bruine bal in dat hok geschopt moet worden. Maar waarom doen Jopie en Japie dat dan niet?" „Boe", loeide Mieke boos. „Het ventje dat in het hok staat, houdt de bal steeds tegen. Boe, dat is gemeen. Ga mee Bonte, dan zullen we Japie en Jopie eens even helpen." Hector probeerde de domme koeien nog tegen te houden, maar ze luister den niet naar hem. Mieke en Bonte liepen het veld op, tot grote ver bazing van de mensen die stonden te kijken. Jopie had juist de bal te pak ken gekregen. Hij schopte hem vlug naar zijn broertje. Een jongetje van de tegenpartij wilde de bal van Japie afpakken. Maar dat lukte hem niet, want Mieke de koe gaf hem een flinke duw met haar kop, zodat hij holderdebolder over de grond bui telde. Nu probeerde het jongetje dat in het doel stond de bal te pakken. Maar hij had niet op Bonte gerekend. Hoepla, de koe duwde hem opzij. Japie had daardoor een mooie kans om de bal in het doel te schoppen. Pang. Maar oei, dat was mis! Neen toch niet, want wat gebeurde daar? Mieke ving de bal met haar kop op en beng. daar vloog hij met een boogje in het doel. „Hoera, een doelpunt! Twee-één!", juichten de mensen en de jongens van Japies partij. Ze sprongen en dansten zo wild heen en weer, dat Mieke en Bonte er bang van werden, en maar gauw teruggingen naar de boerderij. Ze waren erg trots dat zij de zoontjes van boer Karelse zo goed hadden ge holpen. En daarom heeft Hector dc hond hun maar niet verteld dat het doelpunt niet telde. Het was één-één gebleven. Hij wilde de koeien die zo erg hun best hadden gedaan niet teleurstellen! Jim Keulemans 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 22