PAARDEN
UIT DE
KONINKLIJKE
STALLEN
ONZE GASTEN
TE
AMSTERDAM
Van vrijdagmiddag 27 april tot en met maandag 30 april jongstleden heeft
er in de tot onze Amsterdamse garage behorende stallen een ongewone be
drijvigheid geheerst. Zoals in het verleden ook reeds enkele malen is gebeurd,
werd opnieuw gastvrij onderdak verleend aan de paarden, die waren aange
wezen om dit jaar het Koninklijk gezin tijdens zijn glorieuze rijtoer op maan
dag 30 april door de straten van Amsterdam te voeren. Gedurende deze vier
dagen zijn de paarden, twintig in getal, ondergebracht geweest in de voor dit
doel speciaal beschikbaar gehouden stallen naast de garage. Ter verzorging
van de twintig viervoeters was achttien man personeel aanwezig met aan
het hoofd de koetsier-majoor, de heer Lammers. Zij hadden de beschikking
over de bij de garage behorende kantine en kleedruimten. De vier koetsen,
waaronder de crème calèche, vonden een plaatsje in de garage. Nadat op
zaterdag 28 april de route, die op Koninginnedag zou worden gereden,
verkend was, vond zondags de inspectie plaats, die werd gehouden door de
eerste stalmeester van H.M. de Koningin, luitenant-kolonel W. F. K. Bisschoff
van Heemskerck. Op de dag van de rijtoer was het 's morgens in de
stallen een drukte van belang, waarbij alles nog eens een extra poetsbeurt
kreeg, het tuig en dergelijke een laatste inspectie onderging en de paarden
zorgvuldig werden gepoetst. Om twee uur reed de stoet, onder grote belang
stelling uit, om tegen vijf uur, na een geslaagde rijtoer, weer in onze stallen
terug te keren.