helaatst in bedrijf
In 1925 kreeg het gebouw een
„verlengstuk" in de vorm van de
brug over de Rottekade. Deze
werd gebouwd ten behoeve van
de kraan, die de kolen uit het
schip naar het nieuwe ketelhuis
transporteerde.
De aanvoer van de gerst vond in
het begin plaats in zakken, die
door sterke kerels naar binnen
werden gebracht. Later vond dit
transport plaats via een onder
grondse leiding, die naar de Rotte
liep en waardoor de gerst met een
capaciteit van 12 ton per uur uit
het schip werd gezogen. Kort voor
de tweede wereldoorlog, in 1939,
verving men deze ondergrondse
leiding door een leiding die in de
„kolenbrug" was aangebracht. De
capaciteit werd toen opgevoerd
tot 20 ton per uur. Een van de
laatste belangrijke uitbreidingen
in de mouterij vond in 1945 plaats,
toen naast de drie bestaande kiem-
asten,
5 be-
kiem-
kasten er nog eens drie van het
zelfde type werden bijgebouwd.
Het seizoen voor de mouterij liep
van 1 september tot eind mei, dit
in verband met het feit, dat ge
durende de zomermaanden niet
voldoende koeling toegepast kon
worden. In de periode dat de
mouterij stillag, werden eventuele
grote reparaties uitgevoerd. Een
bijzonderheid is nog, dat de mou
terij over eigen water beschikte.
Een van de 17 wellen van de
brouwerij was namelijk direct aan
gesloten op de mouterij. De tem
peratuur van dit welwater is 's zo
mers en 's winters constant 13 C.
Het moutproces is door de jaren
heen hetzelfde gebleven.
De laatste jaren was de werkwijze
Foto bovenaan: Een van de graanzol
derswaar indrukwekkende hoeveelheden
gerst lagen opgeslagen.
Foto boven: Het lossen van een schip
met gerst, gezien vanaf de „kolenbrug"
Foto links: Voor de laatste
maal lag de „Dankbaar
heid" bij de brouwerij voor
de wal. Op het dek schip
per Van de Pol, in gesprek
met moutersbaas Grip. In
het roefje mevrouw Van de
Pol.
Foto rechts: Schipper Van
de Pol (29 jaar voor de
brouwerij gevaren) ontving
uit handen van de heer
Wanschers een afscheidsge
schenk ter gelegenheid van
zijn laatste reis.
7