3 vorengenoemde categorieën valt, zo u geen biljet toe gezonden wordt. Voor de beantwoording der vragen: Vraag 1: geeft u geen moeilijkheden; Vraag 2: ook hier geen moeilijkheden; zo u ziet wordt hier behalve het adres ook een eventueel telefoonnum mer gevraagd. Hiermede wordt bedoeld het nummer, waaronder u in uw werk te bereiken bent. Hoewel slechts in dringende geval len privégesprekken tijdens de werk tijden worden toegestaan, adviseer ik u hier ons telefoonnummer eventueel met toestelnummer op te geven. Een voudige vragen kan de inspecteur dan telefonisch afdoen, daar u anders bij de inspecteur moet komen, waal zeer veel tijd mede gemoeid kan zijn; Vraag 3: hebt u alleen eigen- of stiefkinderen, die tot uw huishouden behoren, dan verstrekt u daar de ge gevens van en bent u klaar als u onderdeel A 1 hebt ingevuld. Denkt u er om, dat deze kinderen op 31 december 1961 (peildatum) nog geen 16 jaar mogen zijn. Voor hen die pleegkinderen jonger dan 16 jaar en/of gebrekkige en/of studerende kinderen van 16 tot 27 jaar tot hun last hebben, raad ik aan goed de bij het aangiftebiljet gevoegde toelichting op dat punt te lezen. Onderdeel C van deze vraag kan voor u van belang zijn, indien u voor drie of meer kinderen aftrek hebt (hierbij ook met de verdubbeling en de verdrievoudiging van de kinderaftrek rekening houden). Immers u mag dan hier nog opgeven één eigen-, stief- of pleegkind, geboren in 1941 - 1942 - 1943 - 1944 of 1945. Dit fiscale-kind is van de heer Lucas, die destijds in de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor deze extra kinderaftrek gezorgd heeft. Men noemt dit in de wan deling dan ook het „Lucaskind". Voorbeelden: A. Gezin met 2 kinderen, geboren in 1938 en 1942. Het kind geboren in 1938 studeert buitenshuis (extern) en het andere kind werkt in loondienst. 1938 invullen onder B. 3 (aftrek voor 3 kinderen), 1942 invullen ondei C. 1 (Lucas-kind)aftrek dus voor 4 kinderen. B. Gezin met 6 kinderen, 1 geboren 1948 (op school) 2 - 1946 3 1944 middelb. school 4 1942 werkt 5 1940 studeert, woont thuis 6 1938 buitenshuis 1948 invullen onder A. 1 (aftrek 1 kind) 1946 1944 1940 1938 1942 A. 1 B. 2 B. 2 B. 3 C.l 1 2 kinderen) 2 1 kind, „Lucas-kind") Aftrek dus voor 10 kinderen. Voor in militaire-dienst zijnde kinderen bestaat geen kinderaftrek, tenzij het studie betreft aan een academie voor beroepsmilitair. Vraag 4: Zal geen moeilijkheden opleveren. Is gesteld om uit te maken in welke groep men valt. Vraag 5: Voor het beantwoorden van deze vraag kunt u als leidraad nemen het verkrijgen van invalidi- teitsrente ingevolgen de invaliditeitswet. (Indien u dus voor 67 arbeidsongeschikt bent verklaard; ook indien u tengevolge van ziekte (bijv. opname in een sana torium) vermoedelijk in staat zult zijn slechts V3 van het jaar of minder arbeid te verrichten. Is zo'n rente u toegekend en verwacht u deze gedurende 1962 ook te krijgen, dan kunt u de vraag met „ja" beantwoorden. In alle andere gevallen met „neen". Op het jaarinkomen van invaliden wordt nl. een aftrek van 624,toe gepast of 52,per maand of 12,per week. De aftrek komt ook hen toe, die op 31 december 1961 de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt en nog gehuwd zijn. Ouderdomsvrijstelling en invaliditeitsvrijstelling kunnen niet samengaan. Vraag 6: Bijvoorbeeld: onder a: kantoorbediende, monteur, chef administratie, etc. b: bierbrouwerij c (adres) d: Vraag 7: Spreekt voor zichzelf. Op het biljet staat een drukfout. Er wordt verwezen naar vraag 11. Indien dit op uw biljet niet gebeurd is, moet u 10 veranderen in 11. Aangifte van het in 1961 genoten inkomen: Vraag 8: Als werknemer kan hier een streep worden gezet. Vraag 9: Het hier aan te geven bedrag moet correspon deren met dat, aangegeven bij vraag 18. U moet dus eerst vraag 18 afwerken. Het eventuele inkomen van uw vrouw hier aangeven. Af: kosten tot verwerving. U kunt hier zelf 100,invullen of 200,indien uw vrouw ook inkomsten over 1961 heeft gehad. Vanaf 1 januari 1962 geldt een speciale regeling voor de werkende gehuwde vrouw, waarop ik later nog wel even terugkom. Kosten zijn niet slechts aftrekbaar als zij voor een be hoorlijke vervulling van de dienstbetrekking noodzake lijk zijn, maar ook als u deze binnen de grenzen der redelijkheid maakte, terwille van de behoorlijke vervul ling van uw dienstbetrekking. Bijv. b: verhuiskosten in engere zin bij aanvaarden van een nieuwe werkkring; werkkleding; gereedschappen, etc.; studiekosten om uw kennis op peil te houden. Indien uw werkgever in deze kosten bijdraagt, mag u vanzelfsprekend alleen maar aftrekbaar stellen het ver schil dat te uwen laste komt; 5 °/o regeling Indien u kunt aantonen, dat uw kosten tot verwerving meer dan 100,hebben bedragen, dan kunt u aan spraak maken op toepassing van de zg. 5 regeling, krachtens welke uw kosten zonder nadere bewijsvoering uwerzijds worden gesteld op 5 van uw salaris en uw andere inkomsten uit regelmatig buiten loondienst uit geoefende functies met een minimum van 120,en een maximum van 600,Ik raad u aan indien u dit voor het eerst doet, een specificatie van het door u ge noemde bedrag eenmaal bij uw aangifte te doen. Volgende jaren niet meer. De kosten tot verwerving van uw inkomen kunnen o.a. bestaan uit telefoon, tijdschriften, lidmaatschap vak verenigingen, enz. Kosten dus die u niet reeds vergoed krijgt van uw werkgever en die dienen om uw salaris te verwerven. Vraag 10: Hier te vermelden de bijverdiensten uit arbeid, waaronder wordt verstaan o.a. opbrengst van lesgeven, kamerverhuur, het houden van kostgangers, enz. 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 21