KORGEL
J. KUIS
kinderxylofoon
tot
velen in Rotterdam zich ongetwij
feld zullen herinneren. De heer
Bijnen is namelijk gedurende een
aantal jaren directeur geweest van
het Heineken-mannenkoor in Rot
terdam.
Het tweede instrument, waarop de
heer Kuis zich bekwaamde, was
de piano. Voor het bespelen van
dit instrument heeft hij de klas
sieke opleiding gehad, wat hem
echter niet verhinderde om
weer enige tijd later over te
gaan op het lichte genre, dat wil
zeggen, hij ging jazz spelen. In
die tijd en ook gedurende de jaren,
dat hij in militaire dienst was,
heeft hij in verscheidene dansor-
kesten gespeeld en ook aan caba
retvoorstellingen zijn medewerking
verleend. Het was in die periode,
dat hij op een dag een gitaar kocht,
zijn derde instrument. „Maar",
zegt hij zelf, „hierop heb ik me
Foto boven: Een gedeelte van het front
van het orgel, dat door de heer Kuis
wordt bespeeld
DIT IS ZIJN HOBBY
Het speelgoedxylofoontje wie
kent het niet uit zijn eigen jeugd
of uit die van zijn kinderen is
voor velen van ons het enige „in
strument", dat wij in ons leven
ooit hebben bespeeld. Dat bespelen
bestond dan in de allermeeste ge
vallen uit een met kinderlijk en
thousiasme bewerken van de meta
len plaatjes met behulp van een
paar houten hamertjes. Het resul
taat was gewoonlijk een weinig
harmonieus getingeltangel en als
we dan eens een wijsje probeerden
te spelen, kwamen we veelal niet
verder dan „Boer, daar leit een kip
in 't water.
Soms echter gaat het anders. Dan
haalt een kind werkelijk iets uit
zo'n speelgoedxylofoontje. „Luis
ter", zeggen de ouders dan, „daar
zit muziek in!" Zo ging het ook
bij de muzikale familie Kuis
in Gouda, waar zoonlief op zes
jarige leeftijd aan zijn xylofoontje
allerlei melodietjes ontlokte. Er
zat onmiskenbaar muziek in en dat
het eruit zou komen, zou later dui
delijk blijken.
Maar laten wij u eerst de man
voorstellen, over wiens hobby we
u iets willen vertellen. Het is de
heer J. Kuis (27), die op de afde
ling begroting en verslaggeving
van onze Rotterdamse brouwerij
werkzaam is.
Zijn het dus overdag de cijfers, die
hem bezighouden, 's avonds en in
zijn vrije tijd, wanneer hij zich aan
zijn hobby kan geven, bestaan
voor hem alleen de muzieknoten,
of, wanneer hij uit het hoofd
speelt, enkel de klanken van een
der instrumenten waarop hij thuis
is.
Toen hij twaalf was, kreeg hij van
zijn vader een echt instrument, een
kleine accordeon. Daarop maakte
hij snel vorderingen, zo snel, dat
de kleine accordeon door een grote
werd vervangen, die echter zo
zwaar was, dat de inmiddels veer
tien jaar geworden Jan hem niet
alleen kon tillen.
Hij kreeg les op het conservato
rium in Gouda, waar hij onder
andere nog als leermeester heeft
gehad de heer H. W. Bijnen, die