Thans belangrijke uitbreiding voor kantoor Rotterdam EENS STAL EN REMISE VOOR PAARD EN TRAM De paardetram, zoals die ongeveer zestig jaar geleden door de Isaac Hubertstraat reed. Rechts het voormalige magazijn. (Foto wel willend afgestaan door de heer E. S. Kaper). lichte, frisse kleuren en een vrolijke stoffering, waarbij dankbaar gebruik werd gemaakt van de adviezen van mevrouw H. M. A. Marcus, is men er in geslaagd de sombere indruk, die de vroegere kantoorruimten maak ten, geheel weg te werken. Een voorbeeld daarvan is de lichte en moderne kantine, die plaats biedt aan zestig personen. Achter de kantine is een van vele gemakken voorziene keuken gebouwd. Verder werd een gedeelte van het vroegere magazijn tot tekenkamer omgetoverd, er kwamen de nodige telefoontoestellen (die alle zijn aangesloten op de centrale van de brouwerij) alsook enkele post- en koffieliften. Soms stuitte men op onvoor ziene en onvermoede toestanden, maar over het algemeen heeft de verbouwing geen bijzondere moeilijkheden opgeleverd. Met inbegrip van spreekkamers, vergaderzalen en kan tine, treffen we in het vernieuwde gebouw 57 vertrekken aan. De bebouwde oppervlakte beslaat bijna 1500 m2, terwijl de totale inhoud van het complex ongeveer 10.000 m3 bedraagt. Het gebouw heeft één centrale ingang, met een portiers loge, aan de Isaac Hubertstraat. Links van de ingang is de kamer van drs. G. L. Rinkel gelegen. Verder is ter hoogte van het eigenlijke kantoorgebouw een nieuwe fietsenstalling gemaakt en een parkeerterrein aangelegd. Aan het eind van het kantoorgebouw bevindt zich het drie verdiepingen tellende, voormalige magazijn. Behalve de tekenkamer van het T.B.B., die op de eerste verdieping is ondergebracht, zullen nog enkele andere diensten hier onderdak krijgen. Zo is de ruimte op de begane grond ingericht voor de uitbreiding van de emballage-afdeling. De tweede en derde verdieping zullen binnenkort in gebruik worden genomen door de commerciële afdeling voor de opslag van allerlei materiaal als tapkasten, buffetten en dergelijke. Bovendien worden op de derde verdieping drie werkplaatsen ingericht. Hier komen de bierservice-afdeling, de schilderswerkplaats voor de reclame en de kuiperswerkplaats, waar sierfusten en dergelijke worden gemaakt. Zoals u misschien weet, zijn deze werkplaatsen nog gevestigd in een pand aan de Fabrieksstraat, dat ontruimd zal worden, waarna de werkplaatsen en de opslag voor de commerciële afdeling naar de Isaac Hubertstraat zullen worden overgebracht. Een gedeelte van de fraaie kantine, met achter het buffet mej. A. J. de Moor. Sinds vrijdag 20 oktober 1961 heeft de uitbreiding van het kantoor te Rotterdam haar beslag gekregen. De grote verhuizing, waarnaar door velen, ook buiten de afdeling T.B.B., reikhalzend werd uitgezien, werd op die datum voltooid. Sedert die dag dus richten zich de schreden van allen, die iets met het T.B.B. van doen hebben, naar de Isaac Hubertstraat, naar het voormalige hoofdkantoor van de Rotterdamse Electrische Tram, aan de achterzijde van onze brou werij. Onder de nieuwe bewoners van het oude gebouw zullen er echter maar weinigen zijn, die er enig ver moeden van hebben, dat de ruimte, waar nu een aantal keurige en fleurige kantoorvertrekken is ontstaan, eens de viervoeters van de paardetram tot stal diende. Maar dat is dan ook al heel lang, ongeveer zestig jaar, geleden. Naast het hoofdkantoor, op de begane grond, bevonden zich toen de stallen 1 tot en met 5 en de opslagplaatsen voor de haver en voor de pekel, die 's winters op de rails werd gestrooid. Daar bevond zich ook stal 6, die als ziekenstal was ingericht en, aan het begin van het gebouw, de smederij. Boven de stallen strekten zich de hooizolders uit. Onder het magazijn, dat later door brand werd verwoest, was de remise voor de rijtuigen van de paardetram. Enkele jaren na het verdwijnen van de paardetram, omstreeks 1910, werden de stallen als werkplaatsen ingericht en nog weer later, na 1927, als kantoorruimten. Zo was dus de toestand toen, vorig jaar, het gebouw door Heineken werd aangekocht. De heren ir. J. R. Blaauw en C. den Uyl ing., kregen opdracht de bestaan de ruimten te transformeren tot kantoren, die waren aangepast aan de wensen en behoeften van de nieuwe bewoners, de afdeling Technisch Beheer Buitenland. Na het overlijden van ir. Blaauw werden de voorbereidende werkzaamheden verder uitgevoerd door de heer Den Uyl, die later ook het toezicht op de verbouwing zou uitoefenen. Begin juni van dit jaar startte de firma Zonneveld met de verbouwing, die ruim vier maanden in beslag heeft genomen. In die tijd is er heel wat werk verzet. Zo werd bijvoorbeeld het bij het complex behorende woonhuis van binnen geheel uitgebroken. In het eigenlijke kantoor gebouw moesten wanden worden weggehaald en ingezet om tot de gewenste indeling te komen. Door middel van de verlichting en met behulp van

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1961 | | pagina 4