Bier uit het water en bier in plaats van water Vorige maand was het juist zeven jaar geleden, dat het Nederlandse vrachtschip „Prins Willem V" op het Michigan- meer na een aanvaring langzaam kapseisde en in een uur tijds zonk. Bij deze scheepsramp liep geen van de opvarenden enig letsel op. Het schip was echter reddeloos verloren. Drie maal nog deed men een poging het wrak boven water te brengen, tevergeefs. Zeven jaren dus al rust de „Prins Willem V" op de bodem van het bijna dertig meter diepe Michigan-meer, schijnbaar door iedereen vergeten. Niet echter door Gerald Thorpe, een amateur-kikvorsman uit Milwaukee, die verscheidene malen afdaalde naar het wrak, zonder echter éénmaal tot het binnenste van de „Prins Willem V" door te dringen. Onlangs echter kwam hij toch zo ver. Nadat hij eerst op de „Prins Frederik Willem", een zusterschip, dat nagenoeg gelijk is aan de „V", de indeling aan boord terdege had leren kennen, daalde hij, gewapend met een sterke onderwaterlamp, af naar het wrak. Zijn vriend, Eugene Schraml, die hem op dit avontuur vergezelde, bleef op het dek en hield via een lijn contact met Gerald, die we hier zelf verder laten vertellen: „Ik ging een deur binnen en kwam bij een trap, die naar een lager gelegen dek leidde. Nog een trapje af en via een gang kwam ik in de pantry (keuken). De licht straal van mijn lamp viel op de witte deur van de ijskast. De bodem van de pantry was bedekt met een dikke laag vuil en slib en ik moest me voorzichtig bewegen om deze drab niet in beroering te brengen. Langzaam opende ik de deur van de ijskast. Het licht van mijn lamp, het eerste na zeven jaar, viel op een keurige rij flessen. Ik nam een kleine, linnen zak, die ik bij me had, en vulde die voor de helft met flessen. De diepte waarop ik me bevond, bedroeg bijna dertig meter en de temperatuur van het water was onge veer 39° F (4° C). Mijn rubberpak beschermde me tegen het koude water, maar aan mijn gezicht kon ik voelen, hoe koud het was." De Amerikaanse amateur-kikvorsman Gerafd Thorpe, met twee van de door hem van 30 meter diepte opgedoken flesjes Heineken, Na een verblijf van zeven jaar onder water smaakte het bier, aldus Gerald, nog uitstekend. Zonder moeite kwam Gerald weer uit het wrak. Op het dek wachtte zijn vriend Eugene, die, toen hij de halfge- vulde zak voelde, tevreden knikte. Samen stegen zij naar de oppervlakte en klommen in hun boot. Toen zij de zak openden, ontdekten zij dat de flessen Heineken bier bevatten. De kroonkurken zaten er nog stevig op en derhalve was het, om Gerald zelf zijn verhaal te laten besluiten: „Needless to say that before we reached the shore, four miles away, several of the bottles were empty, much to our great pleasure". (Onnodig te zeggen, dat, voordat we de kust be reikten, een afstand van vier mijl, we met kennelijk genoegen verscheidene flessen leeggedronken hebben.) Behalve de weg die ons bier gewoonlijk gaat, namelijk door het keelgat, wordt het, zo leerden wij, nog voor enkele andere doeleinden gebruikt. Je kunt er heerlijke gerechten mee berei den, de dames gebruiken het wel om een goed zittend kapsel te verkrijgen en, getuige de glanzende bladeren van de philodendron op de foto, ook de planten varen er wel bij. De vriendelijk glimlachende kelner is de heer J. M. A. Viëster van de stationsrestauratie in Alkmaar, die elke week een flesje Heineken koopt om de bladeren van daar aan wezige planten met bier af te sponsen. Het resultaat? De flora van de stationsrestauratie in Alkmaar verkeert in een blakende welstand of, zo u wilt, in een glanzende vorm. By the way, vindt u ook niet, dat de heer Viëster veel weg heeft van de vroegere Engelse minister-president, Clement Attlee? Hij moet het tenminste nog al eens horen. De planten, die door de heer Viëster mei Heineken bier worden verzorgd, staan er glanzend bij. i 16

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1961 | | pagina 18