samen bijna 2 'l2 eeuw dienstverband
De eerste juli-iubilaris was de heer A. Overbeek, Amsterdam, die op
1 juli jl. zijn 40-jarig jubileum vierde.
luk. Hij besloot zijn toespraak met een gezongen hulde,
waarbij het ieder verwonderde, dat niet alle lege glazen
op slag stuk sprongen.
Nadat de heer Bot een terugblik in het verleden had
geworpen en zijn waardering uitgesproken had voor het
werk, dat de jubilaris in al die jaren heeft verricht,
was het woord ten slotte aan de heer Overbeek. De
jubilaris, die nog niet helemaal bekomen was van de
verrassing, dankte alle aanwezigen voor hun belang
stelling („Nu blijkt, dat ik ook op andere plaatsen be
kend ben"), voor de prachtige cadeaus („Het overwel
digt mij; dat had ik nooit verwacht") en voor alle
goede woorden, die hem waren toegesproken.
Het eerste juli-jubileum in Rotterdam was dat van de
heer C. Korpershoek, die op 13 juli jl. veertig jaar
in onze dienst was. De heer Korpershoek, die in ver
schillende afdelingen van het bedrijf gewerkt heeft, is
iemand met een serieuze taakopvatting. Dat moge bij
voorbeeld blijken uit het feit, dat hij zelfs splinters in
de handen van hen, die hout bij hem komen halen, wil
registreren. Daarnaast is hij een ambitieuze collecteur
geweest van de vooral voor de laatste wereldoorlog
bekende Lotisico-loterij. De heer Korpershoek heeft heel
wat prijzen uitgedeeld. Volgens zijn zeggen kleedde
hij het halve personeel aan. Boze tongen beweren echter,
dat hij de mensen uitkleedde, zij het dan ook figuurlijk.
Toen de heer Korpershoek door reuma zijn aanvan
kelijke beroep van straatmaker niet meer kon uitoefe
nen, werd hij aangesteld om de uitgifte van bouwmate
rialen en gereedschappen te registreren. Alle verdwenen
gereedschappen kwamen langzamerhand weer tevoor
schijn en werden piekfijn opgeknapt. In het begin von
den al deze werkzaamheden plaats in een daartoe
minder geëigende omgeving. Dank zij de initiatieven
van de heer Korpershoek werd een sober kantoortje
ingericht, dat inmiddels tot een waar „boudoir" is uit
gegroeid.
De heer Feuth, die de jubilaris namens de collega's
toesprak, beschreef in zijn toespraak de jubilaris als een
Op 29 juli jl. was het veertig jaar geleden, dat de heer J. Verkerk
bij Heineken in dienst trad; het jubileum werd op 28 juli onder grote
belangstelling gevierd.
In de eerste zes maanden van dit jaar vierden wij het
jubileum van negenentwintig collega's, wier dienstjaren,
samengeteld, ons „confronteren" met bijna tien eeuwen
werken-bij-Heineken. Om precies te zijn, deze 29 jubi
larissen brachten samen 980 dienstjaren op hun naam.
In de maand juli kwam daar nog eens 240 jaar bij,
zodat wij inmiddels de twaalf eeuwen reeds zijn ge
passeerd. Maart was een „topmaand". Samen met de
heer Vestergaard vierden nog zeven Rotterdamse Hei-
nekenmensen hun 40-, resp. 25-jarig jubileum, waarmee
een totale diensttijd van 290 jaar was „gemoeid"De
maand juli volgt nu op de tweede plaats. Zes 40-jarige
jubilea, waarvan direct op 1 juli jl. al de rij werd ge
opend door de heer A. Overbeek te Amsterdam. De
overige vijf jubilarissen vonden we weer op de Rotter
damse brouwerij. Het waren de heren C. J. Korpershoek,
L. Zom, G. C. van de Ven, Verkerk en Paling.
Het jubileum van de heer Overbeek werd op donderdag
29 juni jl. onder grote belangstelling in de kantine van
de Amsterdamse brouwerij gevierd. Het was een waar
lijk grootse viering, die op de jubilaris (zoals deze ook
in zijn dankwoord zei) een overweldigende indruk heeft
gemaakt. Door verschillende sprekers werd hem in al
lerlei toonaarden lof toegezwaaid en zelfs toege
zongen. De eerste, die zich, namens de maatschappij en
daarna namens het personeel, tot de jubilaris en diens
echtgenote richtte, was de heer Van de Griendt. Deze
belichtte onder meer het aanpassingsvermogen van de
heer Overbeek, die in verschillende afdelingen werk
zaam is geweest, de ervaring, die hij daarbij heeft opge
daan en het vakmanschap van de jubilaris, die de laatste
jaren dagelijks in de weer is voor de bierservice. Het
cadeau, dat na de toespraak van de heer Van de
Griendt letterlijk ten tonele „verscheen", vervulde de
aanwezigen en niet in het minst de jubilaris en diens
vrouw een ogenblik met sprakeloze bewondering. Daar
stond, fonkelend wit, een prachtige, grote ijskast. Een
wens, die door de jubilaris bij wijze van grap was geuit,
ging hier in vervulling.
Vervolgens sprak de heer Koning, die in het kort de
loopbaan van de jubilaris in herinnering bracht. Het
geschenk, dat de heer Koning aanbood, was in het bij
zonder voor de jubilaris zelf bestemd: naast de ijskast
kwam een kleine huisbar in de vorm van een bierton
te staan.
De heer Te Riele, die daarna op de hem eigen, humo
ristische wijze ook enkele herinneringen ophaalde,
wenste de jubilaris namens alle vertegenwoordigers ge-