ONZE KINDERTON -0eM l&óticfe honing.... Koning Wattebaard graaide eens met zijn hand door zijn wollige baard en zuchtte diep. Bah, dacht hij, wat is het de laatste dagen toch stil in mijn land. Waar zullen al de kabouters toch zijn? Er is niemand, die voor mij zorgt. Sinds twee dagen heb ik geen vlees, geen brood, geen aardappelen gegeten. Ik zal eens op de schel druk ken en een paar bedienden ontbieden en een lekkere maaltijd laten brengen. Hij drukte hard op de schel. Maar er sprong geen kabouter te voorschijn. Er sprong wel een ander klein manne tje voor de voeten van de koning. Een mannetje, dat de koning nog nooit in zijn leven tegengekomen was. Maar het ventje kon wel praten en sprak: „Sire, uw kabouters zijn allemaal naar een ander land gegaan. De bakker, omdat hij nooit het brood naar uw zin bakte. De slager, omdat u zei dat er wormen in het gehakt waren. De melkboer, omdat volgens u de melk altijd zuur was. Zo kan ik doorgaan. Nu moet u zelf maar eens zien hoe u te eten krijgt. De kabouters willen u niet meer bedienen. En de dieren uit het bos evenmin. U bent een zeer lastige koning. Altijd moppert u. Nooit is het goed bij u. Dat is uw schuld. Ik heb geen medelijden met een lastige koning. Nu weet u waar om ze allemaal vertrokken zijn. Denkt u maar goed na." Goed nadenken hoefde de koning niet. Hij wist het feitelijk nog wel. Het was nog maar twee dagen geleden, dat de kabou ters met mooi gepoetste laarsjes en feestelijke pakjes en grappige lan- taarntjes in het bos vergaderd had den. En daar gesproken hadden over het elfje Nelleke. Nelleke woonde in het elfenland bij de lieve fee Goud vleugel. Dit elfje maakte al de padde stoelen schoon wanneer de kabouters dat vergaten. En helaas gebeurde dit nogal vaak. Deze daad moest dus door de kabouters beloond worden, dat vonden zij tenminste zelf. Daar om riep kabouter Kras: „Stil, stil. Laten wij een lied voor haar maken. Hoe vinden jullie dit." Hij sprak als oudste de zinnen voor: „Steek uit de vlag, het is een feestelijke dag. De vogeltjes, die zingen, de konijntjes, die springen. De geitjes, die blaten, de mensen, die praten. over elfje Nelleke, die jarig is." Bovendien werd er nog afgesproken, dat kabouter Taartenbakker een hele grote taart voor het elfje zou bakken. Na het zingen waren ze allemaal naar huis gegaan. En de bakker be gon gelijk met het bakken van de taart. Dat zou een hele bijzondere taart worden. Oei, wat deed Taarten bakker zijn best. En wat rook die taart lekker. Deze lekkere lucht rook de koning ook. Hé, dacht hij, Kabou ter Taartenbakker is aan het bakken voor mij. Hij stuurde een lakei er op uit en Taartenbakker moest onmid dellijk bij de koning komen. De brave man ging bibberend mee. Want iedere kabouter was bang voor die lastige koning. Hij was nog niet goed binnen of de koning riep: „Waar is die lekkere taart? Vooruit, die moet ik hebben." „Koning", zei Taartenbak ker, „deze taart is voor Nelleke, een lief elfje. Ze is morgen jarig. Ze stoft altijd onze paddestoelen af." „Niets daarvan", brulde de koning, „die taart wil ik hebben. Vooruit, halen." Weldra was Taartenbakker terug. Hij gaf de taart aan de koning. Deze nam een hap uit de taart en brulde „Bah, wat vies! Is dat nu taarten bakken." Hij smeet de taart in een hoek en stuurde Taartenbakker weg. Oei, wat huilde dat ventje. Verdrie tig ging hij op een boomstronk zitten. Gelukkig wandelde de elfenkoningin daar en zag Taartenbakker zitten. Met haar verrekijker had ze toevallig alles gezien en ze had medelijden met die kabouters en met Taartenbakker. Die lastige koning verdiende een grote straf. De elfenkoningin kon best wat van die goede ijverige kabouters in het elfenland gebruiken. Ze heeft al de kabouters mee naar het elfenland genomen en heeft ze daar gehouden totdat de koning niet meer lastig was. En jullie begrijpen natuurlijk allemaal, dat na een paar weken de koning van die kwaal ge nezen was. En toen. Ja, toen zijn al de kabouters teruggegaan en werd het heel fijn en prettig in het kabou- terland. JOS TABBERS 17

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1961 | | pagina 19