Slippertjes....
Als een kind verheugde hij er zich op. Vrijdag zouden
we gaan slippen. Niet dat mijn man zo'n onevenwichtige
natuur heeft, dat het glibberige begrip van slipperigheid
hem aantrok. Neen, de zaak was veel eenvoudiger.
We zouden gewoon een dag doorbrengen op de anti
slipschool. Voor wie dit nog niet duidelijk genoeg is:
daar wordt een ieder, die maar een beetje auto kan
rijden, bijgebracht hoe hij a. bij plotseling slippen moet
reageren om de wagen weer recht te krijgen; b. op gladde
wegen toch kan remmen; c
Maar nu loop ik vooruit op mijn verhaal.
Het zou dus vrijdag een fijn dagje worden. Laat ik
echter bekennen, dat ik die ochtend met gemengde ge
voelens inging. Het enige wat ik echt gezellig vond, was
de aanwezigheid van mijn echtgenoot, want als regel zie
ik die op een doordeweekse ochtend kort en haastiglijk.
Maar verder? Het regende voortdurend en ik wist steeds
zekerder, dat mijn rijroutine niet van dien aard was,
dat ik achter het stuur gezeten, ooit een slippende auto
achteloos weer in het rechte spoor zou krijgen.
Ik moet zeggen, dat het begin van de opleiding erg
prettig was. We gingen nl. in de caravan van de lesgever
zitten luisteren naar de theorie, tezamen met de derde
leerling, een jonge, maar uiterst energieke vrouw.
Nu zal ik u niet gaan vervelen met een opsomming van
alles wat autowielen plegen te doen, vooral als het glad
is. Ten slotte geef ik geen les op een slipschool (pardon,
anti-slipschool), maar wil ik alleen proberen u een blik
in mijn auto-ziel te laten slaan.
Op een gegeven ogenblik namen we plaats in de leswagen,
een oude Volkswagen, die met schoon afgesleten banden
en een uitstekend werkende handrem in een voortreffe
lijke staat van slipvaardigheid verkeerde.
De instructeur nam plaats achter het stuur met de be
lofte, dat hij ons eerst zou laten voelen hoe ongevaarlijk
het gevorderde slippen was.
„Dan maak ik zo dadelijk een honderdtachtigje en
daarna een driehonderdzestigje met u", zei hij opgewekt
en niets vermoedend antwoordden wij: „Hè ja!"
Lieve lezers. Nu stokt mijn relaas. Zelfs de briljante pen
van vdz zou moeite hebben om onder woorden te
brengen althans in de keurige vorm, die wij van hem
gewend zijn wat er in mij omging, toen we de ge
tallen honderdtachtig en driehonderdzestig zagen, neen
voelden veranderen in de graden, die ze moesten uit
drukken. Met andere woorden, onder de vrolijke uitroep
„Daar gaan we dan", zette de instructeur de wagen in
de slip, waarbij hij de achterwielen beheerst door liet
glijden, om na precies honderdtachtig graden gedraaid
te hebben de aanloopweg, die we gekomen waren, weer
terug te rijden.
Toen werden wij, na een stralend „Hup", doorgedraaid
tot we de volle cirkel van driehonderdzestig graden
hadden beschreven.
En daarna bleek onze beurt gekomen te zijn om te
gaan leren hoe we het eerste grapje zelf konden vol
brengen. Tussen twee haakjes, deze manoeuvre kan
bijzonder heilzaam zijn om een onafwendbare frontale
botsing met de achterkant van de wagen op te vangen.
Enfin, eerst kwam het kleinere werk, bijv. het uitwijken
voor een overstekend kind. Het arme, denkbeeldige
schaap is die ochtend in het begin telkens weer over
reden.
We leerden bij de beginnende slip (door de instructeur
met de handrem precies op maat afgeleverd) corrigeren
en dan de correctie corrigerend neutraliseren, zodat de
wagen weer recht op de weg kwam. Dat wil zeggen, in
het begin was dit allemaal een verre illusie en moest
de berm het steeds weer ontgelden. Hier kwam de
slechtste kant van mijn karakter boven, want het falen
van mijn heer en meester deed mijn angstige hart bepaald
goed. De eerlijkheid gebiedt me te erkennen, dat deze
vreugde maar van korte duur was, want hij kreeg het
trucje aardig gauw door, zodat hij verder magistraal
schitterde.
Toch moet de cursus psychologisch bijzonder goed in
elkaar zitten, want aan het eind van de vermoeiende
dag was ik een ander mens geworden: iemand die bij
slippen nooit remt en die altijd ontkoppelt, die om zijn
as draait of het niets is, die op spiegelend gladde wegen
secuur weet te remmen en die wat misschien het
belangrijkste van alles is de slippaniek volkomen
kwijt is.
Ik weet nu, dat een glijdende auto niet reddeloos
verloren is en die zekerheid zal waarschijnlijk de grootste
winst voor mij zijn.
Daarom hebben wij achteraf intens genoten die vrijdag,
en daarom zijn we zo enthousiast geworden, dat wij
iedereen die autorijdt, wel naar die cursus zouden willen
sturen.
(Deze interessante bijdrage werd ingezonden door de
echtgenote van een van de Heineken autorijders. De
redactie heeft er graag een plaats voor ingeruimd, gezien
het grote belang van deze opleiding voor de verkeers
veiligheid. Een anti-slipcursus is wel duur, maar beslist
niet te duur wanneer men de kosten stelt tegenover het
grote belang waar het hier om gaat.)
4