MEDEDELING
MUTATIES TECHNISCH
BEHEER BUITENLAND
IN MEMORIAM
Ir. A. M. Söhngen
(Mede in verband met het overlijden van ir. A. M.
Söhngen, is een aantal wijzigingen in de organisatie
van de afdeling T.B.B. aangebracht.)
A. OPLEIDING
In verband met het steeds toenemende aantal
functionarissen, dat voor binnen- en buitenland
se diensten wordt opgeleid, is besloten, dat deze
afdeling in haar geheel onder leiding van ir.
A. M. M. Bartels, als staforgaan aan de Direc
teur Productie wordt toegevoegd.
B. AFDELING CORRESPONDENTIE T.B.B. en AFDELING
PERSONEELSZAKEN T.B.B.
Deze afdelingen komen rechtstreeks onder de
chef T.B.B. te ressorteren.
C. WERKTUIGKUNDIGE DIENST
Door de vergroting van de activiteiten in de
sector van het Projectenbureau, speciaal in het
binnenland, hebben wij besloten per 1 april jl.
het Projectenbureau te splitsen in twee afdelin
gen. Ir. J. Th. Jonkers wordt als Chef Projec
tenbureau Binnenland belast met de binnenland
se projecten en zal daarnaast het Normproject,
de Specialisten en de Tekenkamer blijven leiden.
Ir. P. Lagaay wordt als Chef Projectenbureau
Buitenland belast met de buitenlandse projecten
inclusief de montage daarvan.
De werkzaamheden zullen geleidelijk worden
overgedragen; hierbij zullen zich enige hiërarchi
sche verhoudingen wijzigen, hetgeen op het
daartoe bestemde moment aan de betrokkene
door diens chef zal worden medegedeeld.
D. In verband met het bovenstaande is inmiddels
ing. L. Th. B. van Renswoude benoemd tot
Project-ingenieur speciaal belast met de projec
ten in Den Bosch.
E. Ter vervulling van de ontstane vacature van
Chef Technische Dienst in Den Bosch is ir.
R. C. Schol aangewezen.
Op 18 maart jl. overleed onverwacht ir. A. M. Söhngen,
hoofd van de afdeling technische opleidingen te Rotter
dam. De heer Söhngen kwam met het brouwerijbedrijf
in aanraking toen hij in 1934 als wetenschappelijk
onderzoeker werd aangesteld bij het pas opgerichte
Nationaal Comité voor Brouwgerst. De resultaten van
dit meerjarig onderzoek werden door hem vastgelegd in
zijn boekje „Over Nederlandsche brouwgerst", dat ook
thans nog zijn waarde heeft.
In 1937 kwam de plaats van assistent-bedrijfsleider aan
de Rotterdamse brouwerij vrij en daartoe aangezocht,
accepteerde de heer Söhngen deze functie. Als zodanig
kwam hij intensief in aanraking met alle kanten van
het eigenlijke brouwerijbedrijf. Als echt wetenschappelijk
onderzoeker beviel dit werk hem minder. De steeds
wisselende problemen waarover als regel zonder diep
gaand onderzoek een beslissing moest worden genomen,
lagen hem niet en toen langzamerhand het Heineken-
concern zich meer en meer uitbreidde en er veel tech
nische correspondentie met de buitenlandse brouwerijen
gevoerd werd, prefereerde hij de post van technisch
secretaris, in welke functie hij voor de H.B.M. zeer veel
werk heeft verzet.
Hij heeft zich het leven niet gemakkelijk gemaakt. Door
zijn serieuze levensopvatting was het hem niet mogelijk
iets half te doen. Zo was hij letterlijk van de vroege
ochtend tot de late avond met zijn werk bezig, zodat
hem als regel de tijd ontbrak om in vele andere zaken,
waarnaar zijn belangstelling uitging, ontspanning te
zoeken.
Hij was het die zich intensief met het personeel, dat
opgeleid en uitgezonden werd, bemoeide en ook daarna
met deze mensen in contact bleef. Velen in het buiten
land zullen door zijn plotseling heengaan geschokt zijn.
De heer Söhngen was een bescheiden man met een zeer
veelzijdige en diepgaande belangstelling, een fenomenaal
geheugen en van een objectiviteit en eerlijkheid, zoals
men zelden ontmoet. Het Heineken-belang stond bij
hem voorop en dit gevoegd bij zijn rechtlijnig denken
maakte, dat hij, als dit voorkwam, aan hoog of laag
vertelde wat er zijns inziens op onjuiste wijze gebeurde.
Een merkwaardig mens, een oprecht HBM'er is heen
gegaan. Hij laat een open plaats achter die moeilijk te
bezetten zal zijn.
E.
1