40
jarige
jubilea
Chauffeurs, men let op u
TH. BOOT
Amsterdam
De heer Boot trad op 4
januari 1921 in dienst als
arbeider op de afdeling
boenplaats, alwaar hij
belast werd met het
schoonmaken van vaten.
1931 werd hij aan
gesteld als tapper in de
tapkelder, welke werk
zaamheden hij ongeveer
3 jaar verrichtte. Van
1934 af was hij werk
zaam als sloeper (schoon
maker van lagerfusten
en biertanks) in de la-
gerkelder.
Op 3 maart 1944 werd
hij aangesteld als toe
zichthouder op het va-
tenperron in welke func
tie hij belast was met de
controle op de af te le
veren vaten.
De heer Boot is van
16-11-1960 af ziek. Hier
door heeft hij zijn jubi
leum niet in brouwerij-
verband kunnen vieren.
Hij is zeer gezien bij
collega's en superieuren
en is een goede werker.
H. van der KUILEN
Amsterdam
Van 14 januari 1921
de dag van zijn indienst
treding af was de heer
Van der Kuilen als ar
beider in de legkelder
belast met diverse werk
zaamheden, waaronder
het onderhoud van de
bierslangen. Van 1 mei
1949 af was zijn taak
het onderhoud van de
tapapparatuur in de tap
kelder. Verder was hij
werkzaam als bierver-
snijder in de lagerkelder.
Hij is zeer gezien bij col
lega's en superieuren en
vervult zijn werkzaam
heden met ijver en toe
wijding.
y. jVj
W».' |L
-
F. A. van der MADEN
Amsterdam
De heer Van der Maden
kwam op 11 februari
1921 als bijrijder in
dienst. Op 2 maart 1928
werd hij koetsier en kis-
tenreparateur.
Van 29 september 1952
af is hij voorman embal
lage. Hij is bijzonder ac
tief en ambitieus. Zo
helpt hij bijv. zelf mee
om de wagens te lossen
en de kisten en palets te
repareren. Bij zijn colle
ga's is hij zeer gezien.
Destijds was de heer Van
der Maden als koetsier al
een uitstekende kracht.
C. van MERRIËNBOER
Amsterdam
De heer Van Merriën-
boer werd op 11 januari
1921 aangesteld als bij
rijder op paard-en-wa-
gens. Op 15 oktober
1926 werd hij koetsier.
In de laatste jaren reed hij
voor de afdeling reclame
met het dubbelspan.
I.v.m. de moeilijkheid
om goede koetsiers te
krijgen, is voor deze
functie te Amsterdam
een opleiding ingesteld
onder leiding van de
heer Van Merriënboer.
Hij is een van onze beste
koetsiers, die zijn taak
met grote ambitie ver
vult. Ook bij de afne
mers is hij zeer gezien.
H. de BRUYN
Amsterdam
Bij zijn indiensttreding
op 4 januari 1921 kwam
de heer De Bruyn als
sloeper (schoonmaker
van houten lagerfusten
en biertanks) in de la-
gerkelders te werken.
Vervolgens werd hij als
tapper in de tapkelder
geplaatst.
Van 1 juni 1946 af werd
hij pasteuriseerder in de
bottelarij en verzorger
van de spondapparaten
in de lagerkelders, aan
welke taak de controle
op de druk in de lager-
tanks verbonden is. Zijn
collega's mogen hem
graag, zijn werk verricht
hij met ambitie en ijver.
Van een particulier ontving onze brouwerij te Rotter
dam het volgende schrijven:
Rotterdam1-2-61
Mijne heren,
Het is mij een behoefte mijn compliment uit te
brengen aan de chauffeur van uw trader nr. 510.
Hij stelde mij hedenmiddag omstreeks half zes,
in de gelegenheid om, met mijn in de Oranjeboomstraat
geparkeerde auto, in te haken in een onafzienbare file
auto's, ontstaan door het afsluiten van de bruggen.
Een dergelijk optreden komt uw „Public rela
tions" zeker ten goede!
Hoogachtend,
J. H. Boot
Wij zijn het helemaal met de schrijver eens. Dat was
een goed stukje „public relations"-werk van onze chauf
feur J. Kuypers! Een gebaar van wellevendheid in het
verkeer maakt een veel grotere indruk dan men denkt.
De weggebruiker in ons land wordt nu eenmaal niet
met beleefd optreden verwend. Vandaar dat onze
chauffeurs het in de hand hebben om ook door hun
manier van rijden de naam „Heineken" omhoog te
brengen.
Overigens stellen wij de geste van de heer Boot, die er
geen gras over liet groeien, maar onmiddellijk na het
gebeurde de pen ter hand nam, bijzonder op prijs.
19