Men heeft zijn fantasie botgevierd door het scheppen van gigantische vaten, voorzien van houtsnijwerk, dat in elk opzicht artistiek genoemd mocht worden. Degenen, die wel eens een reis langs de Rijn hebben gemaakt, zullen zeker ook het wereldberoemde vat van Heidel- berg hebben gezien (afb. 7), een vat, dat meer dan 200.000 1 inhoud heeft. Misschien zal de een of ander van de oudere generatie ook het reuzenvat van meer dan 400.000 1 op de wereldtentoonstelling te Parijs in het jaar 1900 hebben bewonderd. De lezers zullen intussen uit dit alles wel hebben begrepen welke grote betekenis het kuipersvak vroeger voor velen heeft gehad. Hoe omslachtig en onhandig zouden allerlei werkzaamheden in de huishouding, in de wasserijen, in het melkbedrijf en in vele andere ondernemingen geweest zijn, zonder de door kuipers handen vervaardigde diverse soorten vaatwerk. Zo zou ook zonder medewerking van de kuipers het werken in het bierbrouwersbedrijf onmogelijk zijn geweest. Bijna het gehele brouwproces van begin to eind vond immers plaats in kuipen, bakken en vaten, die door de kuiper van hout waren vervaardigd. Voor het ver plaatsen van de vloeistof in de verschillende stadia van het brouwen kwamen wederom scheppen, emmers en soortgelijke gereedschappen van hout in aanmerking, aangezien toentertijd pompen in vele gevallen niet ge schikt zijn gebleken (afb. 8). En hoeveel lagervaten had een brouwerij in de oude tijd, toen er nog geen koel machines bestonden en er dus alleen 's winters met natuurijs in het produktieproces gewerkt kon worden, niet nodig in verhouding tot heden? Natuurlijk moesten er dan tegen het tijdstip, waarop het brouwen begon, zoveel vers gepekte lagervaten in de kelders gereed liggen, dat het grote quantum bier, bestemd voor de consumptie gedurende de warme zomermaanden, op geslagen kon worden. Deze hoeveelheid moest in de koude tijd zo gauw mogelijk achter elkaar gebrouwen worden. Bij het „inkelderen" van de vele vaten, diende de kuiper ook ten opzichte van de ligging de nodige 3tu§ Öitftm jïeb jd) iutts Witr/ Jcijjt vnb te» üj?/ai»cl> bitkTmotticfy' parein Jcitti ton Jjeyf/en (ïöj?/ iafj icn in$retmfen fufen 60/ 3)amit full icbc barn ach ift jaf? QJjc(^eè«tiJcnu«C twlgcbid?*/ £)enrt giert er onï) iftjjuapricf>t. voorzorgsmaatregelen te nemen om moeilijkheden te voorkomen, als er achteraf ijs in de kelder werd gestort. Dit ijs, dat tot gruis geklopt en gestampt was, werd door een koker naar beneden gevoerd en wel zo om alle vaten heen verdeeld dat ze ten slotte volkomen door ijs waren omhuld (afb. 9). Bederf van het bier tijdens de lagertijd van vele maanden was op deze manier nauwelijks mogelijk, vooropgesteld dat de vaten door de kuiper onberispelijk waren gepekt en gecontroleerd. Was indertijd de bierbereiding zonder medewerking van de kuipers volstrekt onmogelijk geweest, de 20ste eeuw heeft echter de toestanden grondig gewijzigd. Ook voor het kuipershandwerk is het einde nu naderbij gekomen en dit ambacht zal binnenkort tot het ver leden behoren. De vele in het begin genoemde speciale gereedschappen zullen voortaan alleen nog museum- waarde bezitten, terwijl menige oudere kuiper, die zijn vak grondig heeft geleerd en die heden nog actief werk zaam is, terug zal verlangen naar de „goeie ouwe tijd". Wij kunnen dit begrijpen en delen op zijn tijd dit gevoel. Het kuipershandwerk is een hoogwaardig ambacht geweest, dat in de maatschappij een heel belangrijke taak heeft vervuld. De beoefenaren van dit vak kunnen er terecht trots op zijn.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1961 | | pagina 12