Foto 1. Achter de hoofdtafel, tijdens de installatie
rede van onze directeur, de heer Feith, v.r.n.l. de
heren Stap, Feith, Kloppenburg en Oosterbroek.
Foto 2. De Ondernemingsraad Den Bosch luistert
naar de toespraak van de heer Feith.
rijke gebeurtenis zijn als de discussies in
volkomen openhartigheid plaatsvinden,
maar de Raad anderzijds niet ontaardt
in een klachtenbureau voor kwesties, die
langs de normale weg opgelost kunnen
worden.
De Ondernemingsraad heeft een ruimere
bevoegdheid dan de Personeelskern. Vol
gens artikel 2 van het Voorlopig Regle
ment moeten de besluiten en adviezen
van de Raad in het belang van de onder
neming zijn. Dit artikel vermeldt ook
nog, dat „de Raad die taak slechts kan
uitoefenen onder erkenning van de zelf
standige functie en derhalve met in acht
neming van de uiteindelijke verantwoor
delijkheid van de Directie".
De bevoegdheden van de Raad staan als
volgt in artikel 3 omschreven:
„De Raad tracht de hem opgedragen
taak, met inachtneming van het in art.
4 bepaalde, te bereiken door:
a. het adviseren en het doen van voor
stellen omtrent maatregelen, die tot ver
betering van de gang van zaken in de
onderneming kunnen bijdragen;
b. het zo mogelijk plegen van overleg
inzake werkroosters, ploegendiensten,
schafttijden en veiligheidsmaatregelen,
alsmede op het gebied van de gezondheid
en de hygiëne;
c. het bevorderen van de juiste toepas
sing, naleving en uitvoering van de Col
lectieve Arbeidsovereenkomst voor de
brouwerijen en van alle andere voor de
onderneming geldende al dan niet
wettelijk vastgelegde arbeidsvoor
schriften;
d. het bevorderen van de scholing en op
leiding van werknemers in de onderne
ming;
e. het bespreken van uit het personeel
te zijner kennis gebrachte wensen, be
zwaren of opmerkingen, voorzover deze
van belang zijn voor de positie van de
werknemers in de onderneming of van
belang zijn voor de onderneming zelf.
Klachten van individuele aard dienen in
eerste instantie te worden behandeld met
het daarvoor aangewezen leidinggevend
personeel;
het deelnemen in het beheer van in
stellingen, ten behoeve van de werkne
mers aan de onderneming verbonden, in
dien en voorzover daarin niet bij of
krachtens enige wettelijke bepaling of
in de reglementen dier instelling op an
dere wijze is voorzien."
Artikel 4 geeft de begrenzing van het terrein der werkzaamheden. Het
zegt: „De Raad onthoudt zich van de behandeling van aangelegenheden,
die in overleg tussen werknemersvakvereniging(en) en de Directie dan
wel de werkgeversvereniging(en), waarbij de onderneming is aangesloten,
zijn of plegen te worden behandeld".
De vaststelling van arbeidsvoorwaarden behoort dus niet tot het terrein
van de Raad. Wel de juiste toepassing en naleving ervan.
De heer Feith wees er nog op, dat het Reglement een Voorlopig Regle
ment is, dat krachtens de Wet op de Ondernemingsraden door de
Directie is vastgesteld en waarop goedkeuring door de Bedrijfscommis-
sie voor Bierbrouwerijen is verkregen.
Voor het werk, dat de leden van de Personeelskern tot dusver hebben
verricht, betuigde de heer Feith zijn hartelijke dank.
Daarna verklaarde hij de Ondernemingsraad voor de brouwerij te
's-Hertogenbosch voor geïnstalleerd.
De heer Nooy complimenteerde de Voorzitter en aanwezigen met het
feit van de installatie, omdat deze demonstreerde, dat de brouwerij
„volwassen was geworden". Hij sloot zich aan bij de dank van de
Voorzitter aan de Kernleden, omdat die het klimaat voor de Onderne
mingsraad gemaakt hebben.
Ook de heer Nooy hoopte, dat deze Ondernemingsraad geen klachten
bureau zal worden, maar dat hij zich speciaal bezig zal houden met de
grote zaken van de brouwerij en via de Voorzitter met die van de
onderneming. Hij bepleitte zo veel mogelijk openbaarheid bij het werk
van de Raad, opdat het personeel zou weten, dat er een levende onder
nemingsraad is.
Met het uitspreken van de hoop, dat hij als lid van de Bedrijfscommissie
zich niet meer met de Ondernemingsraad 's-Hertogenbosch zal hebben
in te laten, omdat dit meestal geen goed teken is, besloot de heer
Nooy zijn toespraak.
Vervolg op pagina 6