zijn verbazing toen hij zag dat zelfs al met de
aanleg van een métro was begonnen. Aanvan
kelijk verkeerde hij in de veronderstelling dat
men de tunnel aan het opgraven was om die
naar Amsterdam te sturen. Na deze rondrit
maakte hij zijn entree.
Nauwelijks waren Sinterklaas en zijn twee
zwarte boefjes binnen of zij werden al gefoto
grafeerd door de Heer A. Boukema, afd.
B. V., die het hier nevenstaande statie-portret
vervaardigde.
Toen gingen de 3 Spanjaarden de zaal binnen.
Een haag van kinderen was al gauw er omheen
gevormd. En daar er nog steeds niet om de
handtekening, maar wel om een hand van
Sinterklaas gevraagd wordt, ging hij tweemaal
de zaal door.
Nauwelijks was hij gezeten of hij richtte onmid
dellijk het woord tot al de kinderen, die uit
Rotterdam, Overschie, Vlaardingen, Maassluis
en ja ook uit Lombardijen kwamen. Het werd
een leuk vraag- en antwoordspel tussen de ge
mijterde man en de kinderen.
Toen moest Sinterklaas weer vertrekken. Dat
maakte hem en de pieten wel iets bedroefd;
graag waren zij bij al die lachende en zingende
k'nderen gebleven. Maar de kinderen moesten
net als Sinterklaas naar huis om te eten. Bij de
uitgang kregen de kinderen allemaal de bekende
tas met lekkers en speelgoed, dat met veel zorg
was uitgekozen.
Toen vertrokken de roetknulletjes en hun Sint
met de gouden staf. Achter bleef een lege zaal
en de staf bestaande uit de heren v. d. Bos,
Hoogvliet, Lange, van Roon en Oosterbroek, die
feitelijk allemaal de gouden staf van Sinter
klaas verdienen voor al het werk, dat zij gedaan
hebben om kinderen blij te maken.
Want bestaat er nog iets mooiers?
TRAPEDOEL.I,
De Spaanse Hofjournalist van St. Nicolaas.
23