Anka en Julia
H i
i ii i
I
I
1I
I I
il I 1
iiii I
i
In een plaatsje met grote en kleine
huizen woont in een van die huizen,
de tweeling Anka en Julia. Ze zijn
nu nog 4 jaar, maar over een paar
maanden wanneer het winter is,
worden ze 5 jaar. Omdat ze nu 4
jaar zijn mogen ze naar de kleuter
school. Er zijn natuurlijk meer kleu
terscholen in het plaatsje waar zij
wonen. Maar hun moeder heeft een
leuke school voor die kleine meisjes
uitgezocht. Want Anka en Julia
gaan naar de kleuterschool „De
Paddestoel". Al dagen lang babbe
len zij er over. De avond voordat
ze voor het eerst naar school toe
mochten, konden ze zelfs niet in
slaap komen.
„Zal het een grote paddestoel zijn"
vroeg blonde Anka. „Zullen er ka
bouters in wonen" vroeg donkere
Julia. Ze wisten het niet. Ze waren
wel heel nieuwsgierig. Eindelijk was
het dan de dag, dat de twee kleuters
in nieuwe jurkjes met hun mammie
naar school stapten. Ze hadden ook
allebei nieuwe schoentjes aan, want
zoiets hoort op een feestelijke dag.
Maar wat waren Anka en Julia
teleurgesteld toen ze bij de school
aankwamen. In plaats van een grote
rode paddestoel met witte stippen
stond daar een gewone stenen
school. Er was wel een grote tuin
bij, maar de paddestoel waar zij van
gedroomd hadden, was nergens te
zien. Verdrietig keken de meisjes
elkaar aan. Moesten ze nu dit stenen
gebouw in. Dan was het huis van
mammie toch veel mooier. Ja, mam
mie keek ook verbaasd dat de twee
ling plotseling zo stil was. Hoe had
den ze niet gezeurd „Mams, wan
neer mogen we naar school?"
„Wanneer is het nu september?"
Neen, nu wilden ze liever niet naar
school. Anka v roeg zachtjes: „Mam
mie, hoeven we niet naar school, ik
dacht dat onze school een grote
paddestoel was, maar die paddestoel
zie ik nergens. En de kabouters van
Julia zijn er ook niet. Is dit dan niet
het sprookjesland? Waar de elfjes
zingen en viool spelen. Waar de
boterbloemen dansen. Waar de zon
in een gouden pakje naar beneden
komt".
„Kom" zei mama. „Jullie moeten
maar eens mee naar binnen gaan,
dan willen jullie vast niet meer naar
huis. We gaan eerst door die grote
tuin".
Iets verlegen voor de andere kinde
ren, die ook de school binnengin
gen, dribbelden ze mee. De tuin was
heel groot en ook mooi. Op een
grasveld stonden een paar hokken
met gaas. En in die hokken zaten
lieve konijntjes. Witte, zwart-witte
en gevlekte konijnen. Vlekkie, een
konijntje dat alleen in een hok zat,
lachte al gauw naar die leuke twee
ling. Met die meisjes wilde hij wel
vriendje worden. Vlug huppelde hij
naar Hammetje, de hamster, om
hem naar de tweeling te laten kij
ken. Vlekkie vond dat Hammetje
en hij vriendjes moesten zien te
worden met die meisjes. Trouwens
Kobus, de dikke schildpad zou dat
ook wel leuk vinden. Lang konden
de meisjes niet bij de dieren blijven
staan, want het was bijna 9 uur en
dan begon de school. Ze kwamen in
een klasje waar mooie houten ge
kleurde tafeltjes en stoeltjes ston
den. Dat vonden ze wel zo prachtig
dat ze het niet bemerkten dat mam
ma intussen naar huis was gegaan.
De juffrouw gaf de meisjes een
plaatsje naast elkaar.
En daar begon hun eerste schooldag.
Ze zongen en leerden liedjes van de
korenbloemen in het blauw. Van de
schoorsteenveger, die op reis ging
en ook vertelde de juffrouw van
Piet Deugniet. Om elf uur mochten
ze in de grote tuin spelen met Vlek
kie, Hammetje en Kobus. Maar
doordat het ging regenen bleef de
juffrouw niet langer in de tuin. Ze
nam de kinderen mee naar de kin
derkeuken. Potjes, pannetjes, bord
jes, vorkjes, stofdoeken en zelfs
bezempjes waren daar te vinden.
Toen mochten ze in de keuken spe
len. Wat vonden Anka er. Julia dat
fijn. Ze gingen net als moeder thuis
deed thee zetten en een paar andere
kleine meisjes kwamen dan op thee
visite. Het was allemaal héél leuk
op die Paddestoel-school.
Maar toch konden Anka en Julia
niet vergeten hoe graag ze naar een
echte paddestoel waren toe gegaan.
Op een avond toen pappa juist van
zijn werk thuiskwam zijn ze stille
tjes weggelopen. Het eerst gingen
ze naar de mooie tuin bij school.
Het hek was dicht dus klommen ze
er maar over heen. Ze liepen naar
hun vriendjes de dieren. En aan
Vlekkie vertelden ze het verhaal
van de paddestoel. Ze zouden dol
graag een echte grote paddestoel en
kabouters zien. Maar waar en wan
neer. Wanneer de kabouters in het
bos kwamen dan sliepen ze allang.
Vlekkie dacht eens diep en goed na.
Ja, hij had een oplossing. Gaven die
meisjes hem niet altijd de dikste
winterpeen en het mooiste gras. Hij
riep Flappie zijn vriendje.
Flappie en hij zouden Anka en Julia
naar het kabouterland rijden. Ze
wisten de weg en ze werden bij de
kabouters toegelaten omdat ze meer
's nachts kabouters wegbrachten
wanneer ze een spoedboodschap
hadden. Anka en Julia kregen alle
bei een worteltje dat ze op moesten
eten en toen dit gebeurd was, waren
ze niet groter dan een vingerhoedje.
Vlug klommen ze beiden op de
konijneruggen en tjoep daar gin
gen ze naar het kabouterland. Dat
hadden ze nooit durven dromen.
Wie had dat kunnen denken dat ze
in het kabouterland terecht zouden
komen. Maar nu was het wel een
beetje naar voor de meisjes dat de
kabouterkoning ziek was en ze moch
ten alleen naar de paddestoel kijken
en de kabouters. Hierna gingen ze
weer terug naar huis.
En Anka en Julia, nu ze vonden het
niet meer erg dat hun school geen
echte paddestoel was. Want ze had
den wel gezien dat de paddestoelen-
school in het kabouterland geen
keukentje, geen mooie tuin en ook
geen konijnen, hamster en een
schildpad had. Neen, dan bleven ze
liever op hun school met de mooie
naam „De Paddestoel". 'os tabbers.
22