Bloempot, met een doorsnede van 28 cm en een hoogte van 28 cm, op voet en met twee koppen als oren, beschilderd in blauw met een dorpsgezicht en een zeegezicht en verder bloem- en bladversiering 18e eeuw. met kwarts, veldspaat en kalk. Veel kalk en weinig ijzeroxyde geeft een gele scherf, weinig kalk en veel ijzer oxyde heeft een rode tegel tot gevolg. Van deze eigenschappen van de klei maakten de inheemse pottenbakkers in de Middeleeuwen dankbaar gebruik om hun loodglazuur-aardewerk van een eenvoudige versiering te voor zien. Met de 'ringenhoorn' werd op een pot van nog verse roodbakkende klei een streep wit-bakkende klei aan gebracht. Die ringenhoorn bestond uit een holle koeiehoorn, waarvan de punt doorboord was. Werd nu deze hoorn gevuld met slappe, wit-bakken- de klei, dan liep deze langzaam door de punt weg en verdeelde zich door het ronddraaien van de draaischijf regelmatig over de oppervlakte van de pot. Na het bakken was dan de rood-aarden pot versierd met enkele lichte banden, wat een zeer levendig effect gaf. De kleuren oven beginnen. Merkwaardig is, dat men nog slechts eenmaal gebakken tegels bisquit noemt, terwijl het woord toch duidelijk op tweemaal gebakken wijst. Daarna werden de tegels van glazuur (tinoxyde) voorzien, hetgeen in Mak- kum door de fabriek zelf vervaardigd wordt. Na dit witgeven moet de tegel nog beschilderd worden. De hiervoor De gemengde en geknede klei ging dan naar de vormer. De tegels wer den uit platen klei gesneden, waarbij men gebruik maakte van een vierkant plankje, ter grootte van een tegel. In deze mal zaten aan de onderkant in de hoeken vier of twee spijkertjes om het weglopen van de klei tijdens het snij den te voorkomen. Door het drogen werd de tegel tien tot vijftien procent kleiner en nu kon het bakken in de

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1960 | | pagina 19