ACTIEF OF PASSIEF De vakantie is voor de meesten van ons reeds korte of lange tijd achter de rug en we zitten al weer volop in het nieuwe werkjaar. Sommigen hebben, binnen of buiten de grenzen, langs de wegen gejaagd per auto of scooter, intensief de watersport be oefend of hoge bergen bedwongen. Anderen brachten de meeste tijd in heerlijk lichamelijk nietsdoen door, luierend of lezend. De een was wonderlijk actief in zijn vakantie, de ander nam zijn gemak er van, nu het eens even kon. Er wordt wel gezegd dat de manier van vakantiehouden afhangt van het soort werk dat men gewoonlijk doet. Mensen met een heel druk dagpro gramma, leiders van grote bedrijven, werknemers op een afdeling waar het altijd een heksenketel is, artsen, kran temensen zij willen in de vakantie vaak niets liever dan op hun luie akkertje wat in de zon dromen, ergens in Brabant of op de Veluwe. Maar mensen met een meer rechttoe recht aan dagprogramma, met meer gelijk matig of zelfs wat saai werk, dié ge ven hem in de vakantie eens van katoen en weten niet van vermoeid heid. Zij werkten het jaar stug door, maar hun inspanning was gelijkmatig en hun omgeving te weinig afwisse lend. Zij trekken graag zo ver moge lijk weg, blijven nergens lang hangen en geen inspanning is hun te dol in in de vakantie Zo ligt het in werkelijkheid natuurlijk niet, al zijn de aard van ons werk en de vraag hoezeer we aan vakantie toe waren natuurlijk van invloed op onze vakantiebesteding. Belangrijker is intussen: hoe zijn we zelf? Actief ingesteld of meer pas sief van aard? Dat is een kwestie van aanleg en wezen, bepalend voor ons gedrag, óók in de vakantie. Het is echter niet uitsluitend een kwestie van aanleg, maar ook van instelling en aanwennen. Wat dat betreft zit er, geloven we, een grond van waarheid in te stellen dat onze tijd een verschuiving te zien geeft van het actieve element naar het passieve. Verschuiving De ontwikkeling van de sport als kijkspel en de ontwikkeling van al lerlei vormen van vermaak hebben deze verschuiving in de hand ge werkt. Veel mensen zijn dolle voetballief hebbers althans, op de tribune. Maar aan zélf sport beoefenen ko men ze niet toe. Vele anderen zeg gen: ik blijf gezellig thuis, en wat doen zij Uren aan een stuk naar het televisiescherm gaan zitten kij ken. We zullen de laatsten zijn, om de vergrote spreiding van allerlei culturele uitingen dank zij de televi sie niet toe te juichen, maar ander zijds werkt het klakkeloos kijken dus verkeerd gebruiken van het nieuwe medium zeker passiviteit in de hand. En zo is het ook. Ons werk grijpt in dat van anderen op onze afdeling of elders in het bedrijf. Het is plezierig met een man te werken die niet al leen de eigen winkel in de gaten heeft, maar ook rekening houdt met het werk van anderen. Juist als gevolg van die onderlinge samenhang van bedrijfsdelen, draait het gehele tandwerk zo soepel als de afzonderlijke raderen functioneren. U bent zo'n rad, wij zijn zo'n rad of raadje. En wanneer we dagelijks met iemand moeten samenwerken die niet verder kijkt dan zijn eigen baan lang is en wie het een zorg zal zijn als het elders niet klopt (wanneer hij zelf maar niet in het gedrang komt), wanneer zo iemand zegt „het zal mijn tijd wel duren" en zich hoegenaamd niet interesseert voor de algemene gang van zaken en hoe het nu verder in het bedrijf gaat met dat produkt waarvan hij een onderdeel verzorgde, dan is dat voor de collega's lang niet altijd plezierig. Op verkeerde manier De mens moet actief zijn en niet passief. Elke consequentie kent ech ter ook haar grens, elke goede eigen schap ook. Iemand kan zijn activiteit ook op een verkeerde manier ont plooien. Hij kan als het ware be zeten raken door het idee „Ik heb het bij het rechte eind, de anderen zijn eigenlijk allemaal sufkoppen". Dat zegt hij niet, maar hij denkt dat ergens in zijn achterhoofd en het is merkbaar in zijn gedrag dat hij het denkt. Die man is zeker zo onple zierig als de passieve, de onverschil lige mens. Die man is eigenlijk ook niet te genieten voor zichzelf, tot schade ook voor zijn gezin. „Veel mensen", zo schrijft de wijsgeer Bertrand Russell ergens, „ergeren zich buitensporig over elke kleinig heid, die tegenloopt, en verspillen daardoor veel energie, die veel doel matiger aangewend had kunnen worden. Zelfs bij het nastreven van gewichtige doeleinden is het onver standig, hierin zó hartstochtelijk op te gaan, dat mogelijke mislukking een voortdurende bedreiging wordt voor iemands gemoedsrust". Ook ten aanzien van een actieve en passieve houding ligt de beste weg in het midden. 11

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1960 | | pagina 13