In het geno
KIES EEN VERANTWOORDE
LEVENSVULLING EER HET
TE LAAT IS
Er gaat bijna geen maand voorbij of een personeelslid
verlaat de brouwerij, omdat hij zoals dat officieel
wordt genoemd „in het genot van ouderdoms- of
invaliditeitspensioen wordt gesteld".
Als het enigszins kan, komt hij op de afscheidsdag nog
even zijn superieuren, ondergeschikten of collega's „ge-
dagzeggen" om dan vrijwel geheel te verdwijnen uit de
gezichtskring van het bedrijf, waarin hij zovele jaren
werkzaam is geweest. Vrijwel geheel, want soms leidt
de weg nog wel eens naar het bedrijf; voor een pensioen-
of ziekteaangelegenheid, voor een bezoek aan de sociale
dienst, wanneer er moeilijkheden zijn. En dan is er nog
altijd ons personeelsorgaan dat hem op de hoogte houdt
van hetgeen er zoal in het bedrijf gebeurt, waarin hij
hopelijk veel „wel" en slechts weinig „wee" heeft mee
gemaakt. De band met het bedrijf wordt dan niet geheel
verbroken.
Bij het afscheid spreekt men gewoonlijk nog even over
koetjes en kalfjes uit het verleden en merkwaardig
hierbij worden meestal alleen de prettige dingen gememo
reerd. „Partir c'est mourir un peu", zegt een Frans spreek
woord, hetgeen in het Nederlands betekent: „Vertrekken
is een beetje sterven". Men neemt afscheid van veel wat
lief was en soms ook van dingen die men voorheen zwart
zag en die in het licht van het afscheid toch minder
zwart blijken te zijn geweest dan men aanvankelijk wel
dacht.
De vertrekkende wenst men uiteraard het beste toe en
meestal stelt men dan de vraag: „Wat ga je nu doen?"
In negen van de tien gevallen luidt het antwoord: „De
eerste tijd eens lekker niets doen; eens fijn uitslapen, wat
rondkuieren op elk uur van de dag, dat ik dat wens en
voorts alle huiselijke karweitjes opknappen, die zijn blij
ven liggen."
Maar daarna?
Maar daarna? Deze vraag wordt gewoonlijk niet aan
geroerd, althans niet beantwoord.
En toch is de beantwoording van deze vraag van kar
dinale betekenis voor het verdere levensgeluk van de
gepensioneerde. Het fijn uitslapen verveelt spoedig en
vermoeit, rondkuieren kan men alleen bij goed weer; bij
slecht weer verveelt men zichzelf en moeder de vrouw
al heel gauw, afgezien nog van het feit, dat men bij-de-
vaat-helpen ook niet altijd prettig vindt. Er blijven ook
niet steeds genoeg huiselijke karweitjes te doen. En ten
slotte, omdat men te veel tijd heeft om over zich zelf
na te denken, meent men nu hier, dan daar pijn te heb
ben. Men wordt prikkelbaar en humeurig, welke ge
moedstoestand nog slechter wordt, omdat men met een
geringer inkomen moet uitkomen dan voorheen
Alvorens de vraag, wat de gepensioneerde met zijn nieuwe
en ruimere vrije tijd kan aanvangen, te beantwoorden,
moeten we eerst even teruggrijpen naar zijn vrijetijds
besteding vóór zijn pensionering. Want hiervan gaan we
bij ons antwoord uit.
Wat deden we met onze vrije tijd vóórdat we met pen
sioen gingen? In onze jeugd hebben we, gedurende de
eerste jaren, de tijd die er na onze dagtaak overschoot
besteed aan verdere vakontwikkeling of studie, want we
wilden immers allen hogerop! Een streven, waarvan de
meesten, al naar gelang van hun inspanning, later ook
hopelijk de vruchten plukten. En aangezien de boog niet
altijd strak gespannen kon blijven, deden we aan sport of
bezochten wedstrijden, zetten we op z'n tijd de bloemetjes
eens buiten, pikten we een bioscoopje of bezochten eens
een goed toneelstuk of concert, maakten we soms een
mooie reis (als de portemonnaie dit althans toeliet), kre
gen we vroeg of laat verkering en stapten we ten slotte
in het huwelijksbootje, dat vervolgens vele jaren op een
kalme of bewogen zee ging voortdobberen.
Maar met dit al was onze vrije tijd nog niet helemaal
gevuld.
Het aantal vrije uren is groot
Het onderstaande eenvoudige rekensommetje toont aan,
dat het aantal vrije uren, waarover men thans per jaar
beschikt, vrij groot is:
Een jaar telt 365 dagen of 8760 uren
Gemiddeld slapen we 8 uren per dag of 2920 uur p.j.
Voor het gaan van en naar het werk be
nutten we gemiddeld per dag 1 uur of 290
Bij een 8-urige werkdag werken we
met aftrek van zon- en feestdagen, va
kantie en andere vrije dagen 2300
Voor de maaltijden hebben we nodig
1 uur per dag of 365
Voor baden, wassen, scheren en andere
toiletzorgen, alsmede aan- en uitkleden
besteden we 1 uur per dag of365
6240 uur p.j.
Over voor vrijetijdsbesteding 8760 6240 uren 2520
uren, d.i. 105 dagen van 24 uur of bijna 29°/o van het
gehele jaar.
Wanneer we voorts in aanmerking nemen, dat de werk
tijd de laatste jaren een tendens vertoont te verminderen,
dat de gemiddelde leeftijd van de mensen als gevolg van
betere sociale voorzieningen, betere huisvesting en ver
beterde hygiënische omstandigheden voortdurend stijgt,
dan is het duidelijk, dat de vrije tijd in een normaal
mensenleven enorm is toegenomen. En deze tijd is niet
14