OPERATIE BOK Als excursisten vermomd, drong i squadron 315 van de luchtbasis Wel- j schap bij Eindhoven op maandag 18 juli onze brouwerij binnen en ontfermde zich over onze bronzen bok als dank voor het aangenaam verpozen. Het toeval wilde, dat onze Fotoclub op dinsdag 19 juli tezamen met de Tafeltennisclub een feest georgani seerd had. Tijdens dit feest opperde de heer Van Amelsfoort het plan de snode veroveraars van ons troetelkind een goede les te geven. Na een korte beraadslaging werd een krijgslist op gesteld, die door de heren Van Rens- woude, Dries, Broerse en Couvreur uitgevoerd zou worden. Omstreeks 10 uur in de avond ver lieten twee auto's het terrein van de brouwerij, richting Eindhoven. Aldaar aangekomen verrijkte de heer Van Renswoude, in zijn functie van gees telijke en gespierde leider van deze operatie, zijn kennis omtrent ligging, en ingangen van de vliegbasis. Als voorproefje werden twee be keuringen geïncasseerd wegens ver keerd parkeren op een parkeerterrein. Als pleister op de wond diende de politiewagen als betrouwbare gids naar de officiersmess, waar vier officierspetten op discrete wijze door ons georganiseerd werden. Na op legale wijze toegang tot het vliegveld verkregen te hebben, werd met succes een grootscheepse speur tocht naar de bok begonnen, volkomen vertrouwend op onze reukorganen. Naar veiliger oorden We hebben ons ingevochten in een barak, waar we gastvrij ontvangen werden met bezemsteelstoten, stoel pootslagen en stoelzittingklappen. Niettegenstaande deze bruisende poging tot zelfbehoud waren de zeer schaars geklede figuren spoedig over meesterd, waarna een kennismaking volgde onder het genot van de nodige glaasjes bier. De heren vlie gers excuseerden hun kleding met de woorden: „Sorry, wij zijn paraat!" Onze bok stond schandelijk verwaar loosd, de uitputting nabij tegen een traliewerk geleund en liet een ver zuchtend „Bèèè" horen bij het zien van zijn verlossers. Terwijl de heer Van Renswoude onze briesende en dreigende gastheren aan genaam in bedwang hield, werd de trouwe bok met vereende krachten zachtkens in één van onze auto's ge legd. Nauwelijks was dit werk achter de rug of de inmiddels gealarmeerde versterking kwam opdagen. De heren Dries en Broerse gingen met gezwinde spoed de heer Van Renswoude as sisteren, terwijl de vierde man in het complot ijlings de teruggeroofde bok naar veiliger oorden reed. Eén der vliegers deed een vertwijfelde sprong in de ruimte om de aanstor mende auto, die hij tegen wilde houden, te ontwijken. De wagen reed met gedoofde lichten naar onze tweede wagen en werd daar afge sloten. Met reuzensprongen vloog de bestuur der de barak weer binnen en nam deel aan een koele dronk met de ver sterking. Wij stonden tegen een over macht van een zevental vliegers. Twee keer heeft men getracht om onze bok te ontfutselen. De laatste keer werd deze poging bijna werke lijkheid, grootse worstelpartijen von den plaats, waarbij de vliegers gebruik trachtten te maken van schuimblussers, hetgeen verijdeld kon worden. Bij het voelen van een kleverige vloeistof maakte een pani sche angst zich van de vliegers meester, die de strijd dan ook abrupt afbraken. De vloeistof bleek Heineken's bloed te zijn. Wij werden voor de keus gesteld: aanvallers vrije uittocht, bok op de basis, of: bok in de wagen, aanvallers in de cel. Wij kozen: bok in de wagen, aanvallers vrije uittocht. Op een zeer geraffineerde wijze heb ben wij onze tegenstanders met één van onze mensen in hun mess achter een glaasje bier gekregen, terwijl de overige heren de bok weer in de auto droegen. Onze auto's waren echter ingesloten door een aantal vehikels, waarvan de vliegers eige naar bleken te zijn. Om ons het wegrijden te belemmeren, had men onze stroomverdelers van hun rotor ontdaan. Als represaille, plantte de heer Dries zijn schouders tegen een zware Citroen en duwde hem in een akker, terwijl de heer Broerse achteloos onder zijn linkerarm een vlieger droeg en met zijn rechter hand de wagens van de vliegers van hun rotors ontdeed. Wij konden weer rijden. Na broederlijk naast elkaar, onze hoofden met vliegersdeksels getooid, alle startbanen en taxibanen afge reden te hebben, ontwaardden wij eindelijk de hoofduitgang. Het pas seren van de wacht bleek, ondanks de vele dreigementen en telefoon gesprekken van de door ons bedreigde overmacht, een „dood kindeke van de Kunst" te zijn. Welgemoed met vrolijk snorrende motoren en een aria van onze mekkerende bok gleden wij naar ons eigen kamp terug, alwaar wij met open armen ontvangen werden. Het was inmiddels drie uur geworden. Verslagen veldheertjes Na verslag uitgebracht te hebben, bleek, dat de heer Van Rossem een telefonisch ooggetuigeverslag ontvan gen had van één der vliegers. De rust was weergekeerd en men trok huiswaarts. Hierop hadden de verbolgen vliegers gewacht. Met zeven man werd een aanval gedaan op ons ontvangstgebouw. Drie van onze mensen waren nog achterge bleven. Weer werd om de bok gevochten. Doch de invloed van het bier werd merkbaar bij de heren vliegers. Tegen 6 uur 's morgens rilden zij als riet stengels bij het zien van bier. Ze strompelden als verslagen veldheertjes met een papiermand omgekeerd op één hunner hoofden naar hun wagens terug, terwijl het zonnetje hen vrien delijk uitlachte. Moraal: Al is squadron 315 nog zo snel Heineken Den Bosch achterhaalt hem wel. C. F. W. Couvreur. 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1960 | | pagina 20