Enkele herinneringen geschreven voor de jongeren onder ons
Op vrijdag 4 mei 1945 had ik 's avonds om een uur of
acht een vriend bezocht, een kameraad uit de mobilisatie
'39'40, die met ischias in bed lag. Ondanks dat kroop
hij, toen de tijd daar was, al kreunend naar de verborgen
opgestelde radio om me te laten meegenieten van het
Nederlandse B.B.C.-nieuws.
Dat was goed nieuws. Natuurlijk! Sinds 1941 wisten we
alleen maar van goed nieuws, want het slechte weigerden
we eenvoudig te geloven.
Om even half negen moest ik weg, want het consigne
van die dagen was: vóór negen uur binnen. Wat heb ik
daar een spijt van gehad. Want tegen negen uur bracht
de radio het bericht: Duitsland capituleert.
Ik kan me de opwinding in onze straat herinneren.
Daar waren veel Duitse soldaten in woonhuizen ge
legerd, maar niettemin hoorde men kreten: Nederland is
vrij! Het is vrede!
Er kwamen steeds meer mensen hun huizen uit, ondanks
de „sperr-tijd". Discussies. Zou het waar zijn? Het is
waar! De radio zegt het! Vóór tienen was iedereen weer
binnen vanwege de Duitse patrouilles, die erg vervelend
werden.
Diezelfde avond werden lieden gearresteerd, die oranje
vlaggen hadden uitgestoken en de volgende dag werden
zelfs nog verscheidene Nederlanders doodgeschoten.
Die volgende morgen gingen we, ondanks de reeds vele
maanden ingevoerde vrije zaterdag, op de normale tijd
naar kantoor, waar bleek, dat daar met voorkennis en
goedvinden der directie het hoofdkwartier van de B.S.
was gevestigd.
De B.S.'ers hadden de spreekkamers en de directiekamer
in gebruik. Dat kon allemaal in die tijd, want een derde
van de kamers stond leeg en iedereen had in de oorlogs
dagen inschikkelijkheid geleerd; wie bij elkaar moest
zitten vond dat alleen maar gezellig, gewerkt werd er
toch vrijwel niet, wel gepraat. Dat deden we al van
Dolle Dinsdag af!
Mijn vrouw was destijds een jeugdige stenotypiste op
de brouwerij en haar dagboekje uit die dagen doet je eens
1