Over vrije dage
schrikkeldagen
en vrijgezellen
Toen wij alle circulaires bij herhaling en
grondig hadden bestudeerd en tot de conclusie
waren gekomen, dat wij de vrije Nieuwjaars-
zaterdag wederrechtelijk hadden genoten,maar
desondanks niet behoefden terug te geven,
toen vlogen wij elkaar ontroerd in de armen
en lieten onze vreugdetranen de vrije loop.
Het was, of een loodzware last van ons werd
afgewenteld en of het ademen ons weer lichter
viel. Wij namen dankbaar een pilsje en
voelden ons als in 't Paradijs.
Maar ook in dat Paradijs woonde de slang.
Ook tussen dat welige gras der tevredenheid
schuifelde de adder. En terwijl de schuim-
ringen zich prettig vermenigvuldigden in de
glazen, zagen wij het plotseling: het valse
kopje, wiegelend heen en weer in het venijnige
bekje een blaadje, een kalenderblaadje en
daarop „29 februari"Meer niet.
Natuurlijk hadden wij toen op moeten sprin
gen en het serpent moeten vertrappen. Wij
hadden het uit moeten roeien met zijn hele
gebroed. Maar in plaats daarvan lieten we
het valse bekje giftig sissen:
„29 februari, maandloners, een dag extra, en
waar blijft de ping-ping
Verbijsterd, keken wij elkaar aan en toen naar
de kalender, 't Was waar. 't Was maar al te
waar en als die 29ste nu nog maar een zondag
was geweest, maar het was een ordinaire
maandagse werkdag.
Onmiddellijk stuurden wij telegrammen naar
minister-president De Quay, naar mejuffrouw
Klompe en naar mejuffrouw Wolters, naar
één man dus en naar twee vrouwen. Dit
stuitte ons natuurlijk wel tegen de mannen
borst, maar zo liggen de zaken nu eenmaal.
Vroeger kenden wij op ons Amsterdamse
kantoor de secretaresse van dr. Heineken, de
secretaresse van mr. Ras, een telefoonjuffrouw
en een typiste. De rest bestond uit mannen,
uit kerels, die sigaren rookten en grote pilzen
dronken. En kom nou eens kijken! Het hele
kantoor is een volière, vol duifjes en fraaie
parkietjes, die de lokalen bevolken, trap op,
trap af fladderen en in de lift onverhoeds
„boe" roepen als een vrijgezellenjongen arge
loos binnenstapt. Gezien de schrikkel-schrik
die de jongemannen toch al in de benen heb
ben, kan dit tot ernstige complicaties leiden.
Maar wij dwalen van ons eigenlijke onder
werp af. Het ging over onze extra werkdag
en aangezien wij altijd machtig geïmponeerd
zijn geweest door stakingen en vorstverlet
enzo, hebben wij natuurlijk prompt een sta
kingscomité opgericht om onze eisen kracht
bij te zetten. Welke eisen en welke kracht
wisten wij nog wel niet, maar dat kwam later
wel.
Intussen hebben wij eerst uitgebreide veilig
heidsmaatregelen genomen en het feit, dat die
bewuste 29ste februari al werkend verder
rustig en zonder bloedvergieten is verlopen,
kunnen wij met gepaste trots een resultaat
van ons comité noemen.
Iedereen zou het dan ook jammer vinden,
het comité in de eerste plaats, als het zijn
werkzaamheden tot februari 1964 zou moeten
staken. Al is de schrikkeldag voorbij, het
schrikkeljaar duurt nog tot 31 december, met
alle gevaren, daaraan verbonden voor de
toch reeds schaarse vrijgezellen op onze kan
toren. Maatregelen hiertegen zijn dringend
gewenst. Er zijn dus weer telegrammen ge
stuurd. aan de minister-president, aan mejuf
frouw Klompé en aan juffrouw Wolters. De
minister-president antivoordde, dat de opvat
tingen van zijn partij omtrent huwelijk en
gezin hem niet veroorloofden onze actie te
steunen. Het standpunt van de beide dames
was bij het ter perse gaan van dit nummer
nog niet bekend.
Wij zullen u echter tijdig op de hoogte houden.
vdz