"ïen jaren lief en leed
Het was in april van het jaar 1950,
dat voor de eerste maal een offi
cieel Heineken's Personeelsblad
verscheen.
Voordien kenden zowel Amster
dam als Rotterdam blaadjes, die
werden uitgegeven door, naar ik
meen, de bridgers in Rotterdam
en de ontspanningsvereniging in
Amsterdam, beter bekend onder
de naam Sportclub H.B.M.
Het Amsterdamse blad had in
1950 zijn hoogtepunt achter de
rug, maar het had gulden dagen
beleefd, voornamelijk door zijn
fameuze medewerkers Van der
Zwaai, Gimbel en Drijver.
Vooral de heer Van der Zwaai
wist met zijn geestige verhalen en
verrassend leuke tekeningen
elke keer een andere omslag een
gezellig,huiselijk orgaan te creëren,
waar, vooral toen het blad een
maal ter ziele was, met waardering
over werd gesproken. „Such is
life" moet Van der Zwaai toen
gedacht hebben, want of hem in
de hoogtijdagen van z'n creatie
zoveel waardering te beurt viel,
meen ik te moeten betwijfelen.
Het begin
Hoe het zij: de heer Van der Zwaai
ging over in de nieuwe redactie,
toen er een blad werd opgericht
dat voor alle personeelsleden van
Heineken in Amsterdam, Rotter
dam, Den Haag en elders bedoeld
was. Helaas trad hij nu meer als
medewerker dan als verantwoor
delijk redacteur op en dat was aan
het uiterlijk van het nieuwe blad
wel te merken.
Nummer één doet wat stijfjes aan,
miste de speelse fantasie van Van
der Zwaai, die echter wel zorgde
voor een volle pagina kopij. Al
gauw werd het advies van een
beroepsman ingeroepen voor wat
in het vakjargon de „lay out" heet
en zo werd geleidelijk aan ons
blad ook van uiterlijk wat „ge
zelliger".
De naam
Uit de aanhef van het artikel van
dr. Heineken in het eerste nummer
blijkt hoe we destijds aan de titel
zijn gekomen. Er was door Am
sterdam en Rotterdam gezamenlijk
een revue opgevoerd. „Vers van
't Vat" was de titel van deze revue
en van een der schlagers die een
allercharmantste jongedame met
veel verve en een heerlijk Amster
dams accent voor het voetlicht
bracht. De hele zaal had het „mee-
gebulderd": „Vers van 't Vat", dat
is de leuze". En nog maandenlang
sprak men zowel in Amsterdam
als in Rotterdam over die gezellige
avonden met „Vers van 't Vat".
Voor de redactie was het dus
helemaal niet moeilijk een naam
voor het blad te vinden en al is
de „kop" van het „Vers van
't Vat" enige malen door een
schoonheidsspecialist behandeld, de
naam is onveranderd gebleven.
Het formaat is wel gewijzigd, het
is wat moderner geworden. Overi
gens is modern maar zeer betrek
kelijk, want anderen vinden dit
moderne nu al weer ouderwets.
Het moet mij van 't hart, dat
„Vers van 't Vat" vooruitgegaan
is. Dat mag ik zeggen, omdat ik
in 1950 nauwer bij de samenstel
ling betrokken was dan nu en
derhalve dit compliment uit onver
dachte bron komt.
In 1950 was het nog het werk van
de amateur, die op z'n vrije avon
den het blad in elkaar draaide, de
opmaak verzorgde en de kopij
corrigeerde; die zich steeds maar
ergerde als iemand, wiens stuk van
„hogerhand" opgenomen moest
worden, zó laat was met z'n tekst,
dat het blad bij herhaling over tijd
verscheen.
In 1960 laat zich de hand van de
vakman-redacteur duidelijk waar
nemen. Niet alleen de opmaak,
maar ook de papierkwaliteit ver
beterde met de welstand van onze
Nederlandse huishouding en ge
lukkig kon ook het aantal foto's
belangrijk worden vergroot. Want
plaatjes kijken is voor velen altijd
nog aantrekkelijker dan lezen.
Een wens
Als ik een wens mag uiten voor
de toekomst is het deze: Dat er
weer een rubriek „Leven in de
Brouwerij" mag ontstaan, waar
(gemixed als in een cocktail) allerlei
persoonlijke belevenissen van onze
H.B.M.'ers in voorkomen. Van de
koperen bruiloft van een directeur
of procuratiehouder tot het redden
van een poes uit de Rotte door
het zoontje van de portier. Van
het glansrijke eindexamen op het
conservatorium door de dochter
van de kuipersbaas (bestaat die
nog?) tot het damkampioenschap
van de boekhouder. Kortom wat
korte „gezelligheidjes" soms
misschien ook een „ongezellig-
heidje die tezamen een ge
noeglijke rubriek vormen. Maar ja,
voor die berichten is de redactie
wel heel bijzonder op u, lezers,
aangewezen. Verschaft haar de
ingrediënten!
Vervolgens: als de personeelsver
enigingen eens wat scheutiger
waren met hun mededelingen zou
dat de huidige redactie ongetwij
feld zeer verheugen. Wat dat
betreft brachten de eerste nummers
in 1950 meer berichten dan de
tegenwoordige.
Ten slotte: „Vers van 't Vat" het
allerbeste voor de komende 10
jaren
G- E. KLEINGELD
7