Hans Hansop Hans Hansop staat al jaren lang in het sneeuwland. Wie hij is, zal ik jullie eerst vertellen. Hans Hansop is een sneeuwpop. Een hele gewone maar. Door Koning Winter is hij wel met honderd andere poppen in de sneeuw gezet. Er waren groten, kleinen, dikken en dunnen. Geleidelijk aan ver dween er natuurlijk wel eens een sneeuwpop. Het kon namelijk wel eens gebeuren dat de koning sneeuwpoppen nodig had om de naburige landen te doen insneeu wen. Dan moest zo'n sneeuw pop komen helpen. Van de dien sten van Hans had de koning nog nooit gebruik gemaakt. Hans was feitelijk te deftig om te werken. Op zijn buik droeg hij een rij zwarte knopen. In zijn mond een grote pijp. Zijn ogen waren twee zwarte kooltjes, die je er uit kon halen. Ook droeg hij nog een zwarte bolhoed. En in zijn armen had hij een bezem. Altijd lachte hij. Maar op een zekere dag begon het hem te vervelen om altijd maar in het sneeuwveld te moeten staan. Hij wilde wel eens iets anders. Hij wilde iets van de wereld zien Doordat Hans dag en nacht buiten stond kende hij veel vogels. Iedere dag waren er verschillende vogels in zijn omgeving te zien. Hij veeg de voor de vogels de sneeuw weg zodat ze voedsel konden zoeken. Uit dankbaarheid vertelden die vogels, die overal kwamen, aan hem wat ze allemaal onderweg zagen. Vooral over Zonneland spraken ze veel. Daar was het prachtig en heerlijk warm. Er waren grasvelden met allerlei wit te en gele bloemen. De lucht daar was altijd blauw. Soms dreef er weieens een enkel wit wolkje in. Dit gebeurde zelden want meestal werden die witte wolken door Generaal Fluitekruid verdreven.... Neen, de vogels vonden het daar beter dan in het Winterland. De lucht in het Winterland was altijd maar grauw en somber. En zat dikwijls potdicht van de sneeuw- wolkenvelden. Bovendien vielen de witte sneeuwvlokken altijd ergens anders. Hans Hansop hoor de zulke spannende verhalen dage lijks aan. Op een dag kon hij het er niet meer uithouden. Sneeuwland lag geheel verlaten. Koning Winter was op zijn winter- tocht gegaan. Daarvoor nam hij heel wat mensen mee. Ze moesten de bergen vol sneeuw laten lopen en een heleboel plassen en rivieren dempen met ijsschotsen. Zwaar beladen met schotsen en sneeuw ballen waren zij vertrokken. De sneeuwpoppen waren achtergeble ven. De meesten namen er ge noegen mee. Ze waren blij dat ze de koning niet hoefden te helpen. Het is toch gemakkelijker om lekker uit te rusten dan sneeuw vlokken te strooien. Maar Hans Hansop dacht hier anders over. Hij was dolgraag meegegaan want hij was een ondernemend sneeuw mannetje. Op die saaie sneeuw velden viel uiteindelijk niets te beleven. Toen hij dan bemerkte dat Koning Winter vertrokken 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1960 | | pagina 16