De Kerstman en Mauppie de clown.... Heel het circus Teuteberg stond op stelten. Geen wonder dan ook, Mauppie de clown was weggelopen. Hij was gewoon zoek. Al een paar dagen had hij in een hoekje van het circus zitten treuren, en had tegen niemand een woord meer gezegd. Nu was Mauppie gewoon lijk een heel lollige clown. Met zijn vriendjes magere Wiet je en vette Bertje zetten ze het hele circus op stelten. Wietje, die Mauppie had willen troosten, bood het clowntje zelfs een ritje op zijn gouden fiets aan. Dit was een hele eer. Want Wietje had die fiets gewonnen bij een knutselprijsvraag en nooit liet hij iemand erop. Vette Bertje, het biggetje dat altijd karnemelk dronk, had Mauppie een paar slokjes willen geven, maar alles weigerde Mauppie. Zelfs tijdens de voorstellingen was hij minder vro lijk en deed minder zijn best dan normaal. Nee, Mauppie was ver schrikkelijk verdrietig. Wanneer hij niet in het circus behoefde te wer ken, deed hij aan de paardensport. Vlakbij, waar het circus stond was een grote paardenstal met grote paarden en veulens. Maar daar het circus na zoveel maanden wegtrok, had Mauppie zijn spaarpot open gebroken en kocht een paard. Hij was naar de smid in de stad ge gaan en liet daar een penning voor zijn paard slaan, waar hij gelijk de naam in liet zetten. Nu had het paard van Mauppie helemaal geen bijzondere naam gekregen. Hij had het doodgewoon Knol genoemd. Dit vond Knol zelf wel jammer. Want de andere paarden uit de stal kregen wanneer zij verkocht werden mooie namen als Emir, Tascanella, Lady of King. Nee, over die naam was Knol niet tevreden. Trouwens het hele circus beviel hem niet zo goed. Maar Knol was een verschrikkelijk on dankbaar paard. Hij vergat de goede zorgen van Mauppie. Al het geld, dat Maup verdiende besteedde hij aan de knol. Hij gaf de beste haver, kocht de mooiste borstels om hem te laten glanzen en maakte zelfs een heel hok voor hem alleen. Maar op een morgen terwijl heel het circus nog te slapen lag ge beurde het. Knol ging er vandoor. Hij was door de houten deur naar buiten gesprongen en had Mauppie in de steek gelaten. Ontroostbaar was ons clowntje natuurlijk in het begin geweest. Weg spaarcenten en weg Knol! In het begin had Mauppie verschrikkelijk in angst gezeten, daar hij dacht dat het paard gestolen was. Misschien was hij nu wel in handen gevallen van mensen, die slecht voor hem waren en hem geen eten gaven. De politie was er aan te pas gekomen en Knol zijn foto was zelfs op het televisiescherm getoond. Maar iedereen zei: „Het paard is door de deur gesprongen en weggelo pen." Ja, het clowntje had groot verdriet; in het circus kon hij het niet meer uithouden. En op een nacht toen weer het circus lag te slapen heeft hij de benen genomen. Het was december en buiten was het koud en guur. De regen viel op de straten en glommen van 't nat. Maar Mauppie zag het niet. Zijn wangetjes waren ook nat. Nee, niet van de regen maar van het huilen. Toen hij buitenkwam was zijn verdriet nog groter geworden. 24

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 26