Afscheid van baas Felperlaan Ditmaal was het de beurt van gistkelderbaas Felper laan om afscheid te nemen omdat hij de pensioen gerechtigde leeftijd had bereikt. Met een gezellig samenzijn in de Rotterdamse raads- kelder werd op donderdag 26 oktober jl. dit afscheid „gevierd". Tijdens de vele toespraken, die werden gehouden, werden vele oude herinneringen opge rakeld. Ir. J. A. Emmens gaf op zijn eigen geestige wijze een korte levensschets van de heer Felperlaan; volgde de heer De Lange, chef-machinist van de Rotterdamse brouwerij, die enkele spannende momen ten uit de oorlogsjaren memoreerde en bood namens het personeel een radiotoestel aan. De heer Fdollander, baas van de Amsterdamse gist- kelder, merkte op hoe de goede naam van de heer Felperlaan zich in Amsterdam wijd en zijd verspreid heeft en bracht een encyclopedie mee met de woorden: „Hierin staan alle vragen te lezen, dat bespaart je een loop naar de brouwerij". Chef-machinist, de heer Van Baggem, uit Den Bosch, besloot ten slotte de rij van woordkunstenaars met de woorden: „ook wij, als jongste telg, hebben een cadeau voor je gekocht; de kas is dan ook gelijk leeg!" Het was bijzonder heuglijk, dat de heer Feith, die een bespreking buiten de stad had, nog kans zag zich later bij het gezelschap te voegen, dat bij een gezellig glas bier de heer Felperlaans laatste dag bij de brou werij uitluidde. Met voldoening betuig ik hiermee mijn hartelijke dank voor de wijze, waarop mij de gelegenheid is geboden om op donderdag 29 oktober 1959 in de Rotterdamse raadskelder afscheid te mogen nemen van de brouwerij. Ook een woord van dank aan diegenen, die voor de voortreffelijke leiding en verzorging van deze receptie hebben zorg gedragen. Tevens wil ik hiermee de gelegenheid nemen ook van al die personen, die door omstandigheden niet op deze receptie aanwezig hebben kunnen zijn, afscheid te nemen en hen te danken voor de steeds prettige samenwerking. Het was voor mij een onvergetelijke dag. A. E. FELPERLAAN tegen, betekent deze halve liter bloed dikwijls het behoud van zijn leven. Het is niet moeilijk te be palen wie er beter aan toe is, een gezonde of een zieke. Toch ver keert een patiënt, die een bloed transfusie ontvangt, eigenlijk in een zeer benijdenswaardige positie. Zijn leven, dat in groot gevaar is, wordt als door een wonder gered. Dat wonder vervult de geredde met dankbaarheid en vreugde tegenover zijn onbekende redder. De donor kan tevreden zijn; hij heeft véél gegeven en toch heeft hij niets verloren. Op zulke tevreden mensen steunt de Bloedtransfusiedienst van Het Nederlandsche Roode Kruis. Maar omdat de levensreddende moge lijkheden in aantal toenemen, breidt ook de behoefte aan donors zich uit. Wie nog niet behoort tot het trouwe korps van vrijwillige bloedgevers moet zich eens ernstig afvragen of hij daartoe eigenlijk niet zou moeten toetreden. Bedenk daarbij, dat u ook zélf wel eens onverhoopt in de positie zou kunnen komen, dat uw leven en uw gezondheid afhankelijk zijn van de gift van een donor. Adspirant-bloedgevers kunnen zich melden bij: De Bloedtransfusiedienst van het Nederlandsche Roode Kruis te: Amsterdam: administrateur de heer W. J. Meeuwis, Plesmanlaan 125, Amsterdam (West). Rotterdam: administrateur de heer E. Honnef, Westzeedijk 112, Rotterdam. 's-Hertogenbosch: administrateur de heer C. J. J. Lieberwirth, Fred. Hendriklaan 61, 's-Her- togenbosch. 23

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 25