Nog steeds op dezelfde wijze gebrouwen Door deze modellen en afbeeldingen hebben wij een tot in vele bijzonderheden duidelijke voorstelling ervan, hoe het bierbrouwen in de Egyptische oudheid plaatsvond. En daaraan kan men zien dat de Egyptische boer zijn bier thans nog op ongeveer dezelfde wijze bereidt als zijn voorvaderen duizenden jaren geleden deden. Dit bier wordt „bouza" genoemd en wordt zowel bij wijze van beroep als bij de boeren thuis bereid. Het is een jong bier, dat in elk stadium van het gisten wordt gedronken en dat het meest herinnert aan jong licht bier. Het smaakt in het begin zoet en zwak zurig, maar het zuur neemt gedurende het verloop van de gisting toe, terwijl de zoetheid gelijktijdig verdwijnt. Een analyse van een dergelijk bier toonde een vaste moutsterkte aan van 9 en een alcoholgehalte van 2 gewichtsprocent. Brouwer die het gegiste mout door een zeef kneedt. Rechts kruiken van aardewerkwaarin het door zeven afgescheide bier werd opgeslagen. Houten model uit Asiut ca. 2000 j. v. Chr. British Museum. De grondstof is graan, gewoonlijk korrels, die in water in platte kommen worden gegoten. Deze worden daarna met vochtige doeken toegedekt en men laat het graan drie dagen ontkiemen. Het mout moet vervolgens ge durende een paar dagen in de lucht drogen en wordt daarna tot meel gemalen. Van het moutmeel worden met of zonder toevoeging van gist (zuurdeeg) grote, dikke ronde of langwerpige broden gebakken, alleen bros aan de oppervlakte, zodat de enzymen van het mout of de gist en de bacteriën in het zachte binnengedeelte niet worden vernietigd. Wanneer de broden afgekoeld zijn, worden zij in stukken gebroken, zo groot als een gebalde vuist, en in de zon gedroogd waarna zij kunnen worden bewaard totdat het brouwen zal plaatsvinden. Het brouwen begint daarmede, dat het moutbrood ver dund wordt, eventueel onder toevoeging van gewoon brood, in een houten vat, stenen trog of een pot van aardewerk, die volkomen lijken op de Egyptische uit de oudheid. Men roert krachtig om met houten staven, maar ook trappen met de voeten komt voor. Daarna wordt het mout aan zich zelf overgelaten en begint dan te gisten, 's Zomers kan men reeds na een of een paar dagen het bier uit de draf persen en het drinken. Lagerbier een Egyptische uitvinding Merkwaardig genoeg is er weinig in schrift bewaard gebleven omtrent de oud-Egyptische brouwmethoden, terwijl er ruimschoots voorschriften voorhanden zijn betreffende de bierverkoop, bewaring van het bier, enz. De oorzaak hiervan kan misschien zijn dat de bierberei ding in het Egypte der Farao's onder het oppertoezicht van de staat stond en dat de methode van brouwen als een staatsgeheim bewaard werd. Wij hebben echter een beschrijving in Papyrus Zosimus, die weliswaar pas geschreven is 300 j. n. Chr., maar die zeer wel overeenstemt met de bereidingsmethode van bouza. Deze beschrijving heeft overigens het interessante voorschrift, dat het water voor de verdunning van mout verwarmd moet worden, maar niet tot het kookpunt. Wandschilderingen en grafmodellen geven ons zoals eerder vermeld de uitvoerigste kennis omtrent het bier- brouwen in de oudheid. Zij tonen met grote duidelijkheid de verschillende gedetailleerde handelingen hoe het zuur gemaakte brood stukgeweekt werd, hoe het mout in de rnoutkuip getrapt werd, hoe het na gisting door een zeef gekneed werd, hoe kruiken van aardewerk met bier werden gevuld om in voorraad bewaard te worden en hoe deze bij deponering in de voorraadkelder te boek werden gesteld. Ook al zal het grootste gedeelte van het bier irt het toenmalige Egypte wel in jonge toestand ver bruikt zijn, de oude Egyptenaren hadden er kennelijk verstand van om de kwaliteit en de duurzaamheid te verbeteren door het bier in kruiken van aardewerk in voorraad op te slaan. Deze kruiken, die gedicht waren door een bedekking van was, pek of hars aan de binnen kant, werden na vulling met lemen stoppen gesloten. Dat het bouza van onze dagen slechts in jonge toestand ge bruikt wordt, zal wel berusten op het feit dat de Arabieren om religieuze redenen het gebruik van het in voorraad bewaarde bier, dat een aanmerkelijk hoger alcoholgehalte had, hebben uitgeroeid. Waarschijnlijk sinaasappelschillen verwerkt Het is waarschijnlijk dat het bier in het oude Egypte evenals de tegenwoordige bouza in het algemeen onge kruid was. Verscheidene Griekse schrijvers geven weliswaar verschillende kruiden aan, die bij het brouwen in gebruik zouden zijn gekomen, maar men weet niet, of deze op gaven betrekking hebben op gewoon bier of bier voor medisch gebruik. Een Duitse onderzoeker, die ingedroogde bierresten uit een graf in Tebe van ca. 2000 j. v. Chr. heeft onderzocht, heeft echter kunnen constateren, niet alleen dat de grondstof in dit geval heeft kunnen bestaan uit stukgeweekt bierbrood van „emmer"-graan, dat door een zeef van grof linnendoek is geperst, en dat de mout tot even boven 60 C verwarmd was geweest, maar ook dat sinaasappelschillen waren gebruikt om het brouwsel een aantrekkelijker smaak te geven. HARALD THUNAEUS (Uit Flaskposten - Stockholm) 16

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 18