Rotterdams mannenkoor naar Den Boseli Met stralend zomerweer vertrok donderdag 25 juli om 8 uur het mannenkoor met zijn dames voor de eerste etappe naar het Oranje-Nassau- Oord in Renkum, waar het om 10.30 uur een concert zou geven. Wij werden er begroet door de direc trice. Er was een kleine handicap, de piano stond niet in de kapel, dus moest deze eerst met behulp van enige leden gehaald worden. Toen dat gebeurd was, hebben wij o.l.v. de heer Van Bijnen een ge varieerd programma ten gehore ge bracht, dat per microfoon naar verschillende zalen en paviljoens werd uitgezonden. Na afloop werd ons door de direc trice koffie aangeboden, terwijl de heer Van Bijnen en het koor hartelijk dank werd gezegd voor het gebodene. Het was bij patiënten en verplegend personeel bijzonder in de smaak ge vallen en men hoopte, dat wij nog eens terugkwamen. De voorzitter, de heer Bijl, bedankte voor de vriendelijke woorden en de koffie en beloofde, dat wij nog eens terug zouden komen. Om ongeveer 12 uur vertrokken wij voor de tweede etappe naar Den Bosch. Wij werden door ons erelid, de heer Vestergaard ontvangen en gingen Zwoeger gezamenlijk naar de kantine, waar de koffie al klaar stond (wat een zaal, om als Rotterdammers jaloers op te worden). Na wat heen en weer gepraat nam de heer Vestergaard het woord en zei, dat hij het bijzonder op prijs stelde, dat wij een snipperdag ge nomen hadden om in Den Bosch (in de kantine) een concert te geven en hij knoopte eraan vast, dat het koor als culturele vereniging in de loop der jaren het meest op de voorgrond is getreden door het zingen voor de radio, revues en de veel behaalde successen op concoursen. Daarna hebben wij een excursie in de brouwerij gemaakt. Het is ge weldig wat er in een paar jaar tot stand is gebracht. Wij brouwerijmen sen zagen in verschillende afdelingen veel bekends, maar de dames keken hun ogen uit. De ziederij was nieuw voor ons, vergeleken bij Rotterdam niet erg levendig, maar ja, de hoofd zaak gaat om het brouwsel. Het werd tijd, dat wij weer naar de kantine gingen om ons concert te geven, maar eerst moesten onze kelen gesmeerd worden. Nu daar hadden wij niet over te klagen. Daar het aangeplakt was, dat wij kwamen zingen, werd het personeel in de gelegenheid gesteld om naar ons te komen luisteren en daar werd gretig gebruik van gemaakt. Wij hebben er behoorlijk gezongen, nog beter dan in Renkum (dat kwam natuurlijk door het bier). Voor ons erelid hebben wij „De twaalf rovers" gezongen, waarin de solo door de heer Bijl werd gezongen. De heer Vestergaard bedankte de heren Van Bijnen en Bijl hiervoor en vond, dat het koor goed vooruit was gegaan. Voor de Bosschenaren moesten wij het nummer „Dat gaat naar Den Bosch toe" nog een keer herhalen, want daar oogstten wij veel succes mee. Om 7 uur vertokken wij van de brouwerij om ons naar het restaurant „Metropole" te begeven, waar wij met de heer Vestergaard gingen dineren Ik geloof wel, dat ik namens het koor en zijn dames de tolk mag zijn om allen, die ons in staat stelden deze dag te organiseren, hartelijk dank te zeggen, daarbij vooral de heer Vestergaard noemend, die als gastheer ons zo voortreffelijk heeft ontvangen. Rest mij nog de excursie leiders en het kantinepersoneel te bedanken, die er voor zorgden, dat wij niets te kort kwamen. J. C. GEUND 4

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 6