Atomen in dienst van de vrede 3. URANIUM - DE BRANDSTOF VAN HET ATOOMTIJDPERK We kennen heel wat stoffen, die lange tijd door iedereen als waardeloos afval werden beschouwd en die plotseling een grote betekenis hebben gekregen. Hieronder neemt uranium onbetwist de eerste plaats in. Tot aan de Tweede Wereldoorlog werd uranium een waardeloos zwaar metaal genoemd, waarvan sommige zouten werden gebruikt als kleurstof in de glas- en de aardewerkindustrie. Tegenwoordig is het als voornaamste brandstof van het atoomtijdperk wel de meest gezochte delfstof ter wereld. In 1789 vond Martin Klaproth, een Berlijnse apo theker, het nieuwe element, dat hij naar de pas ontdekte planeet Uranus met de naam uranium doopte. Omdat men niet wist, wat men met de nieuwe stof moest beginnen, raakte de ontdekking weldra min of meer in het vergeetboek. Madame Curie Ruim een eeuw later nam de Fransman Henri Becquerel waar, dat uranium zonder ophouden in licht en donker spontaan een mysterieus soort straling uitzond. Het onderzoekersechtpaar Pierre en Marie Curie besloot de bron te zoeken van de geheimzinnige „uranische" straling, die zij later radioactiviteit heb ben genoemd. Bij het onderzoek van uraniumerts wisten zij een nieuwe stof, radium (het stralende), af te scheiden, die 300 maal zo werkzaam bleek te zijn als uranium. Meer dan 1000 kg materiaal moesten zij verwerken om 1/10 gram radium te winnen. Toen bleek dat radium een geneeskrachtige werking bezat, steeg de vraag ernaar zeer snel. De winning van uraniumerts ging met sprongen omhoog. maar alleen om er radium uit af te scheiden, waarbij dan de uraniumverbindingen als lastig afval achterbleven. Kort voor de Tweede Wereldoorlog werd in de wetenschappelijke wereld bekend, dat een uranium atoom door beschieting met neutronen „stukgeschoten" kan worden en dat bij deze splitsing een enorme hoeveelheid energie in de vorm van warmte vrijkomt. De grote geleerde Albert Einstein wees president Roosevelt er bij het begin van de Tweede Wereld oorlog op, dat uranium daardoor wel eens tot een belangrijke energiebron zou kunnen worden en ook dat het nieuwe verschijnsel wellicht toegepast zou kunnen worden voor explosieve doeleinden. Dit heeft in de Verenigde Staten tijdens de oorlog de stoot gegeven tot het gigantische onderzoek, dat tenslotte heeft geleid tot de fabricage van de atoombom. Uraniumkoorts Wie de ontwikkelingsgeschiedenis, die hiervoor heel in het kort is geschetst, kent, verwondert zich er niet over dat de hele wereldvoorraad aan zuiver uranium vóór de oorlog niet meer dan enkele grammen groot was en ook dat sindsdien de wereld door een ware uraniumkoorts is aangetast. Uranium is een nieuwe machtsfactor in de wereldpolitiek geworden, een metaal dat groter betekenis heeft gekregen dan goud of platina. De eigenschappen van uranium zijn pas na 1940 nauwkeurig bestudeerd. Het is het zwaarste metaal dat we kennen, het heeft een soortelijk ge wicht van 18,7 (ongeveer 2x/% maal zo zwaar als ijzer). De kleur, die zilverwit is, loopt in de lucht snel aan met een gele gloed. Het smeltpunt is vrij laag, nl. ca. 1150° C. Uranium is een zacht metaal: het wordt door glas gekrast en laat zich gemakkelijk smeden en pletten. Zeer verspreid gevonden Op tal van plaatsen blijken uraniumertsen in de aardkorst voor te komen. Tegenwoordig vindt men belangrijke uraniumvelden o.a. in de vroegere zilver mijnen bij Joachimsthal in Bohemen, in de Belgische Kongo, Noord-Canada, Australië en Toerkestan. Steeds meer vindplaatsen worden ontdekt, want uranium blijkt een metaal te zijn, dat zeer verspreid voorkomt. Volgens een schatting bestaat ongeveer 1/250.000e deel van de aardkorst uit uranium, wat betekent dat onze aarde meer uranium dan zilver herbergt. De grote moeilijkheid is echter, dat uranium gewoonlijk in heel kleine hoeveelheden zeer verspreid wordt gevonden, wat vaak de winning niet lonend maakt. Enorme hoeveelheden erts moeten worden verwerkt om een geringe hoeveelheid uranium te winnen. Op 1000 kg erts komt gewoonlijk niet meer dan 1 tot 5 kg uranium voor. Daar komt nog bij dat uit elk kilogram ruw uranium, dat men met veel inspanning heeft weten te winnen, niet meer dan 7 gram uranium zit, dat rechtstreeks als kernbrandstof kan worden gebruikt. We kennen namelijk twee isotopen of tweeling atomen van radium. Deze hebben allebei 92 pro tonen in hun kern. Maar het aantal neutronen ver schilt. Uranium-235, dat we al de brandstof voor de 12

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 14