t van de vrede
- EEN WERELDPROBLEEM
PERSONALIA BUITENLAND
cier van energie van produkten die daarmee worden
gefabriceerd. Thans zijn de Europese landen meer en
meer gedwongen hun energiebehoefte door invoer te
dekken. De balans is dus in ongunstige zin omgeslagen.
Kort vóór de Tweede Wereldoorlog voerden de Euro-
marktlanden gemiddeld 5 van hun behoefte in.
Dit percentage is thans al tot boven de 25 opgelopen.
Voor ons eigen land zijn de tekorten verhoudingsgewijs
nog groter. Terwijl we op het ogenblik al ruim de helft
van de nodige energie moeten invoeren, zullen we in 1975
naar schatting voor meer dan twee derden van de invoer
afhankelijk zijn.
Ook zonder nog meer getallen is het duidelijk dat voor
ons land, voor Europa en voor de gehele wereld de vraag:
„Hoe komen we in de toekomst aan voldoende energie?"
steeds dringender wordt.
Onze welvaart staat erbij op het spel. Slagen we er niet
in te voldoen aan de voortdurend toenemende vraag naar
energie, dan moeten we met een drastische verlaging van
ons levenspeil rekening houden. Een der vooraanstaande
Nederlandse geleerden heeft in dit verband de opmerking
gemaakt: „Wij hebben moeder aarde altijd maar geplun
derd en wel op kosten van ons nageslacht.
Dat mochten wij wel eens goedmaken tegenover dat
nageslacht."
Wat moeten we doen om aan dat dreigende energietekort
te ontkomen? We kunnen meer dan tot nog toe gaan
profiteren van de „witte steenkool", de kracht van het
stromende water. We moeten proberen gebruik te maken
van de energie die schuilt in de zonnewarmte, de wind
kracht en het optreden van eb en vloed. Maar het ziet
er thans toch allerminst naar uit, dat deze energiebronnen
op korte termijn dé oplossing zullen kunnen bieden.
Kernenergie als uitkomst
Het zal in de eerste plaats de kernenergie zijn, die
uitkomst moet bieden. Langs wetenschappelijke weg is
de mens erin geslaagd de enorme hoeveelheden energie, die
in de kernen van de atomen verborgen zijn, vrij te maken.
Helaas heeft deze nieuwe bron van energie zich allereerst
aan ons geopenbaard als een huiveringwekkende macht,
die dood en verderf zaait. Het is dan ook begrijpelijk, dat
het woord „atoom" voor heel velen alleen maar een
sinistere klank heeft. Hoe verschrikkelijk de eerste toe
passing van de kernenergie ook is geweest en welke
gevaren er blijven dreigen wanneer het atoom in dienst
van verwoesting en vernietiging wordt gesteld, we mogen
niet uit het oog verliezen, dat de kernenergie bij een
verstandig gebruik een grote zegen voor de mensheid
kan worden.
Alleen reeds door het feit dat onze klassieke brandstoffen
binnen afzienbare tijd uitgeput raken, zullen we de hulp
van de kernenergie moeten inroepen. Terecht kan gezegd
worden, dat de kernenergie op het juiste moment tot onze
beschikking is gekomen, waardoor de wereld enkele
eeuwen voor een noodlottig energietekort kan worden
behoed.
Nuttiger gebruik
Het zou verkeerd zijn te denken dat de kernenergie heel
snel de steenkool en de olie zal verdringen, zoals in de
achter ons liggende jaren wel is geopperd. Nog tientallen
jaren zullen we deze klassieke brandstoffen hard en hard
nodig hebben. Maar we mogen niet vergeten, dat we van
deze produkten een veel nuttiger gebruik kunnen maken
dan we tegenwoordig veelal doen als we ze eenvoudigweg
opstoken. Ze zijn namelijk uiterst waardevolle grond
stoffen voor de chemische industrie, die ons tal van
onontbeerlijke produkten kan leveren.
Ook daarom is het zaak zuinig met steenkool en olie om
te springen en van de nieuwe mogelijkheden die de atoom
kern voor de energievoorziening kan bieden, ten volle
profijt te trekken.
Hoe de mens erin is geslaagd de ontzaglijke hoeveelheden
energie die in de atoomkern opgesloten zijn, vrij te
maken, komt in een volgend artikel aan de orde.
Op 25 maart werd geboren Caro
line Kari, dochter van de heer en
mevrouw Haythornthwaite te Aba.
De heer E. Mol is op 31 maart
naar Singapore vertrokken.
De heer H. van Breukelen is met
zijn gezin op 5 april, na het verlof,
naar Lagos vertrokken.
De heer Ch. Bussmann en echt
genote uit Léopoldville kwamen
eind maart naar Nederland voor
het doorbrengen van het verlof.
De heer en mevrouw P. Smit te
Kisenyi, Ruanda-Urundi, werden
op 1 april jl. verblijd met de ge
boorte van een dochter, Eveline.
In Kongo hebben de volgende mu
taties plaatsgevonden: de heer J.
Dolder is uit Boma naar Kisenyi
vertrokken, de heer J. Schalk is
van Léopoldville naar Boma ge
gaan en de heer E. de Guliker is
op 1 april uit Kisenyi te Bukavu
aangekomen.
7