Zaalberg
Tirsehenreyth
Toen de jonge republiek der Verenigde Nederlanden
het buiten haar landsgrenzen zocht en haar zonen
uitzeilden over de wereldzeeën, toen Nederlandse
schepen hun boegen naar het oosten wendden, vonden
hun schippers daar een keramiek, die haar weerga
niet had. In 1596 berichtte Van Linschoten over
het Chinese porselein en noemde het in één van zijn
brieven „costelijcker dan cristaleijn", in 1600 schreef
Van Neck er over en in 1602 werd de Verenigde
Oostindische Compagnie opgericht, die tot haar einde
in 1795 porselein uit het oosten zou aanvoeren. In
hetzelfde jaar (1602) zag het Nederlandse publiek
voor het eerst Chinees porselein, want twee Zeeuwse
schepen hadden bij St. Helena een log Portugees
vrachtschip, een caracca of nao (vandaar de neder-
landse naam „kraakporselein") de San Jago, buit
gemaakt en het porselein uit deze lading werd in
Middelburg geveild. Twee jaar later werd een andere
grote „kraak", de Catharina, opgebracht en de
porseleinlading, meer dan 100.000 stuks, kwam in
Amsterdam aan de markt. Nederland had kennis
gemaakt met het oosterse porselein en fabricage in
Delft volgde. Nadat in de 18e eeuw de verfijning
hierin haar hoogtepunt had bereikt, heeft een ogen
blik de navolging van het Saksisch porselein ook de
Nederlandse keramiek beheerst, maar de concurrentie
van het Duitse porselein enerzijds en het Engelse
aardewerk anderzijds, de algemene rampspoeden van
oorlog en vreemde overheersing, maakten aan alle
keramische produktie een einde. Slechts één kleine
Delftse fabriek bleef doorwerken met sinds 1876 een
jong ingenieur Joost Thooft als eigenaar.
invloed van schilders
Een belangrijk aandeel in de ontwikkeling van de
liefde van het publiek voor het aardewerk moet zeker
gezocht worden in het werk van veel schilders,
want door de eeuwen heen stonden keramische
produkten model voor deze kunstenaars. Ook onze
beroemde Vincent van Gogh, de vader van het
expressionisme heeft hoewel hij zelf nimmer het
ambacht beoefende zich gedurende heel zijn loop
baan met keramiek bezig gehouden; men kan zeggen,
dat de keramiek hem steeds heeft vergezeld. Steeds
waren er aardewerk voorwerpen om hem heen, altijd
weer bereid zich opnieuw te laten schikken, in het
licht of in de schaduw, zich te laten omgooien, zich
te onderwerpen aan Vincents passie, dragers te zijn
van een expressieve kracht. Eén van zijn bekende
stillevens in het Amsterdamse Gemeentemuseum stelt
een aantal bierkruikjes voor.
„Oude kruikjes. meer zegt hij er zelf niet over
in zijn brieven. Waarom juist deze kruikjes van grijs
aardewerk met blauwe banden en tinnen deksels,
welke hij plotseling ontdekt had bij één van zijn
vrienden in Eindhoven de goud- en zilversmid
Hermans zo bijzonder tot hem gesproken hebben
dat hij ze, voorlopig althans telkens tot voorwerp
koos, valt uit geen van zijn brieven of uitlatingen af
te leiden. Hieronder ziet u enige van dezelfde
exemplaren uit mijn verzameling. Wij noemen ze
Limburgse kloosterpullen, omdat vele exemplaren
voorzien van initialen en nummers gebruikt werden
in kloosters.
(Slot volgt).
G. W. HARDEVELD KLEUVER Jr.
Korte geschiedenis van de Potterij
Zaalberg, waarvan de hiernaast
afgebeelde bevrijdingspul (5 mei
1945) afkomstig is. Herman Zaal
berg (1880) zoon van een Leidse
koperslager bekwaamde zich in tekenen en boetseren;
bouwde zich thuis een draaischijf en een kleine turfoven,
leerde draaien en deed enkele jaren glazuurproeven.
Zijn zoon, Meindert H., ging met zijn vader mee naar
de eenmanspotterijleerde daar het vak en heeft studie
gemaakt van oudchinees en oudjapans aardewerk. Hij
werkt thans samen met zijn zoon Herman, die zijn
opleiding kreeg in Höhr-Grenzhausen.
Meindert zei eens: „Mijn werk kwam tot stand,
dank zij mijn vader, die mij in het vak opleidde,
dank zij al de kunstenaars om ons heen, de schilders
en de beeldhouwers, de musici en de dichters, waar
door het leven een rijkdom werd aan kleuren, vormen
en klanken,
en dank zij aan God, Die door dit alles Zich openbaart
en de mens tot werken bezielt."
Ook in het buitenland vond deze
vernieuwing in vormglazuur en
decoratie weerklank. De hiernaast
afgebeelde bierpul vervaardigd
in de bekende Beierse porselein
fabriek Tirsehenreyth is een prachtig voorbeeld van
deze vernieuwing in de porseleinsector. De Chinezen
hebben het geheim der porseleinfabricage goed bewaard,
slechts de japanners kenden het ook. Pas in 1709
slaagde Böttcher erin van kaolin uit Saksen porselein
te fabriceren. De dunne, witte, doorschijnende scherf
kwam inderdaad die van het Chinese porselein nabij.
Böttcher richtte in 1709 de porseleinfabriek te Meissen
op. In 1774 verrees in Sèvres de bekende porselein
fabriek, nadat in Frankrijk in 1765 ook kaolin was
ontdekt. Reeds vroeger had men in Frankrijk pogingen
gedaan een soort porselein te maken uit verpulverd
glas, kalkmergel en een organisch bindmiddel. Slechts
in Engeland maakte men vrij veel van dit zachte porse
lein. Dit beenderporcelein bone china) wordt nog
steeds in Engeland gemaakt. Josiah Spoda is wereld
beroemd.
7