De geschiedenis van de bierpul De Porceleyne Fles ii In 955 werd het avondland gered doordat Beierse boerenzonen Keizer Otto te hulp snelden in de verschrikkelijke slag op de Lechfelderheide. De buitgemaakte Oosterse paarden werden toen ver kocht in het bloeiende dorpje Keferloh en als dank voor de belangrijke en gewichtige diensten aan het vaderland bewezen, mochten de Beierse boeren er een paardenmarkt stichten, die nog heden ten dage gehouden wordt op de eerste zondag en maandag van september. Het werd in deze maanden natuur lijk een echt bierfeest en het bier vloeide daarbij in grote hoeveelheden door de dorstige kelen. Volgens de overleveringen moeten destijds de gilden van de voorname bierpulverzamelaars en van de eenvou dige oudmetaal-dieven nog tot één vakvereniging gerekend worden, want de herbergiers klaagden er erg over, dat hun mooie bierpullen en hun tinnen deksels door het gespuis gestolen werden. Zo kwam men tot de invoering van bierpullen zonder deksel. We betreden nu nog even een zijpaadje: Waarvoor dienen die deksels nu eigenlijk? Bier werd en wordt nog steeds in de openlucht gedronken. In de Bier- garten, zoals men in Duitsland en Oostenrijk een openlucht-café noemt, onder het geboomte voor kwam het deksel, dat er neerdwarrelende bloesem of nieuwsgierige insecten met het bier in aanraking kwamen. Bovendien blijft het bier in een gesloten pul langer koel en bespaarde de aanblik van een gesloten pul de kelner in de uitgestrekte Biergarten veel geloop, want, als het deksel neer is, weet hij, dat de klant nog bier heeft. Al dwalende door de geschiedenis zijn we toch wel in een bepaalde richting gebracht. „Aardewerk" was een veel terugkerende klank en daarover nu iets meer, omdat in de twintigste eeuw de aardewerk-pul nog steeds een grote plaats inneemt in onze brou werijwereld, niettegenstaande het feit, dat ook het glas langzamerhand een opmerkelijke rol is gaan spelen; dit laatste komt vooral, omdat in de laatste vijftig jaar het lichte bier het donkere verdrongen heeft en de moderne bierdrinker zijn gouden bier in het glas wil zien flonkeren; maar gelukkig staat daartegenover, dat de traditionele drinker toch altijd nog de aardewerk-pul waardeert en zal blijven waarderen. Na het verzinken in het moeras en het verdwalen in het oerwoud van het alles overheersende ornament in de vorige en het begin van deze eeuw heeft het werk met klei, water en vuur in de hedendaagse Europese fabrieken en werkplaatsen een verblijdend hoogtepunt bereikt. Pottenbakken is vooral een spel van klei en vuur en de ambachtsman mag dit nog altijd leiden. Wij hebben eerbied voor de klei, het verwordingsmateriaal van het stollingsgesteente gra niet, in honderdduizenden jaren gewassen en uitge spoeld uit de bergen en verzameld in de dalen. Wij mogen dit mengen, kneden en draaien tot simpele vormen en door het laaiende vuur gehard zal dat, wat in enkele minuten ontstaat, tot in alle tijden staan blijven. Onaantastbaar hard materiaal al die eeuwen zal het vertellen van de mens, die het maakte en van de tijd, waarin hij leefde. Ondanks het feit, dat er in de industrie en in het handwerk nog veel gemaakt wordt, dat maar het best had kunnen smelten en in elkaar zakken en voor een deel toch nog steeds de etalages en winkels vult met prullaria, is het op merkelijk, hoe sterk de belangstelling groeit voor het mooie, echte keramische werk. „kraakporselein" Het uitgangspunt van de huidige Nederlandse aarde werkindustrie moet men ondanks het gebrek aan oorspronkelijkheid in vormgeving en ornament toch in Delft zoeken door de bijzondere kleurkracht, gevoeligheid en diepte van haar beste voort brengselen. 99 99 De hiernaast afgebeelde pul werd vervaardigd door de N.V. Kon. Delftsch Aardewerkfabriek „DE PORCELEYNE FLES" vlh Joost Thooft Labouchere, gevestigd te Delft sinds 1633. Elk stuk Blauw Delfts aardewerk groot of klein, wordt met de hand beschilderd en voor zien van het merk. Daartoe is een corps van plateel schilders aan de fabriek verbonden. Zij zijn nagenoeg allen opgeleid aan een academie en doorlopen daarna een leertijd in de ateliers van het bedrijf. De voorwerpen worden eerst uit een speciaal klei- mengsel gevormd, en wel naar gelang van hun aard op de draaischijf of in zg. gipsvormen. Zij worden dan in een oven gebakken, waarna de beschildering op het ongeglazuurde aardewerk plaats vindt. De kleur van het decor is dan nog niet blauw, maar zwart. Het voorwerp wordt daarop in een glazuurbad gedompeld en dan ten tweeden male gebakken. Gedurende dit bak- proces ontstaat de speciale blauwe kleur van de be schildering, waaraan het Delfts mede zijn wereldnaam heeft te danken. 6

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 8