No. 116
Contactavond
Reisvereniging
„Vers Van Vat
hem in de eerste plaats willen
noemen, naar aanleiding van zijn uit
lating: „Ik duld geen superieuren!"
Zijn werk blijkt onder meer nacon-
trole van de kluizen te omvatten en
in het bijzonder het geregeld nemen
van steekproeven. „Ik zou gemakke
lijk de hele nacht kunnen slapen",
merkt de heer Ronkel en passant op,
„maar dat doe ik natuurlijk niet
want ik heb mijn eigen erecode,
bovendien zou ik niet weten wat ik
dan overdag zou moeten doen."
En dan vertelt hij op welk een toe
vallige wijze hij bijna een jaar geleden
bij ons in dienst kwam.
Hij was als assistent-directiemonteur
werkzaam bij een kluizenfabriek en
moest bij ons een nieuwe kluis mon
teren. Dit geschiedde 's nachts om
het moment waarop de inhoud van
de oude kluis in de nieuwe zou
worden overgebracht aan niemand
prijs te geven.
Het werk was bijna voltooid toen
de heer Ronkel plotseling onraad
bespeurde. Hij sloeg onmiddellijk
alarm, waarop de dader ongezien
vluchtte.
Het was door dit heldhaftig optreden
dat hem aangeboden werd als Huis
bewaarder in onze dienst te treden.
Hetgeen aldus geschiedde.
„Destijds meenden bepaalde heren
dit voorval in de doofpot te moeten
stoppen, maar zet u het nu maar
rustig in de krant."
De heer Ronkel is een vakman, en
als u eens 's avonds een kijkje bij hem
gaat namen in de kelder van ons
Amsterdams kantoor, dan zou u hem
wel eens, zoals wij dat meemaakten,
aan het lassen kunnen zien; want
dat doet hij, wanneer het niet al te
ingewikkelde reparaties betreft, ook
zelf. In zijn vrije tijd, zijn we te
weten gekomen, is hij een enthousiast
B.B.'er (Bescherming Bevolking wel
te verstaan). „Het is grappig dat
men mij hoewel ik 1 april a.s. al
weer een jaar hier in dienst ben
door mijn vreemde werkuren nog
nauwelijks kent. Daarom vind ik het
zo leuk om in dat blaadje te komen",
zegt de heer Ronkel die, zoals bij
ons afscheid blijkt, geen groot prater
is; eerder een groot drinker, als we
't zo mogen zeggen!
Een zeer kwieke man is Amster
dams oudste brouwer, de heer G.
J. Schooneveld, die ons in zijn
schone en mooie brouwzaal ont-
ving.
„26 mei 1930 kwam ik als 27-ja-
rige in dienst bij de brouwerij en
daarvoor was ik zeeman", vertelt
hij spontaan en hij blijkt te begrij
pen waar het bij zo'n interview
om draait, want hij voegt er
onmiddellijk aan toe: „En ik
ben gelukkig getrouwd; met één
vrouw".
De heer Schooneveld heeft veel
van de wereld gezien voordat hij
in Amsterdam neerstreek: Noord
en Zuid-Amerika, Azië, Indië en
de Scandinavische landen kent hij
op z'n duimpje.
Eenmaal bij ons maakte hij even
eens de nodige omzwervingen,
voordat hij drieëntwintig jaar ge
leden het brouwhuis betrad. Hij
begon namelijk op de boenplaats,
daarna de pekkerij en doorliep
toen nagenoeg alle afdelingen.
„Het is veel prettiger werken sinds
de nieuwe brouwzaal er is; de
wijze van brouwen is ondanks alle
technische vernieuwingen echter
nog altijd dezelfde als toen ik het
voor het eerst deed", is zijn
mening.
Zijn hobby: Sport, en wel op elk
gebied. Maar dan slechts als
enthousiast toeschouwer.
Deze vereniging heeft voor de
negende maal haar jaarlijkse con
tactavond gehouden en deze was
even geslaagd als alle vorige. De
muziek van het „Esquire Quintet"
en de Young Stars" met hun
accordeon-potpourri's werd bij
zonder op prijs gesteld.
Dit jaar zal de busreis naar Val
kenburg gaan en wel op 5 juli a.s.
Het ligt in de bedoeling hiervan
filmopnamen te maken, die dan
zullen worden vertoond bij ons
negenjarig bestaan.
Het bestuur hoopt, dat de plannen
aller instemming hebben.
Tot ziens op 5 juli.
W. F. C. OTTERLOO, secretaris
5