Alvorens met mijn verbaal aan te vangen, beste lezer,
zou ik u eerst willen uitleggen waarom ik gedurende
elf en halve maand naar de vakantie hunkerde en
daarvoor zou ik u eerst met mijn beroep kennis doen
maken. Van hoofdberoep ben ik afgevaardigde van
een zeer bekende en grote brouwerij bekend om
haar goede bieren waarvan ik de klanten en de
toekomstigen moet overtuigen, ja, zelfs dat z ij de
beste zijn. En daar ik dat nu eenmaal niet door
middel van een bromfiets kan doen (het bier zou
subiet van smaak veranderen, is 't niet?) en voor de
goede reputatie der brouwerij, heeft de directie me
een auto met chauffeur toegewezen. Naar het schijnt
dient de chauffeur, om me van een te vroege dood
te vrijwaren) Prachtig, hè? Gemakkelijk, hè? Dat
denkt u. Niet te voorbarig in uw oordeel. Luister
ook naar mijn andere- en bijberoepen. Een vat of een
kraan, die bij een klant niet wil. „Ach mijnheer,
wilt u eens even kijken?" (loodgieter). Herrie
tussen man en vrouw? „Mijnheer, wie heeft er nu
gelijk? Moet u eens horen" (raadsheer). Een klant die
niet wil betalen? (deurwaarder). Nieuw café of
nieuwe installatie? (architect). „Ach mijnheer, Pietje
weet niet of gestraft met een t of met een d wordt
geschreven?" (onderwijzer). De goede verstandhou
ding tussen klant en directie bewaren? (diplomaat).
Toegeven dat een zeer goede maar lastige klant gelijk
heeft alhoewel hij ongelijk heeft? (acteur). Enz.
enz. En van dat alles met een zwaar hoofd rapport
opmaken. En nu u. Is het woord hunkerenmis
schien misplaatst? En nu mijn vakantieverhaal.
We schrijven 1957. Sinds ongeveer 25 jaren volg ik
mijn echtgenote door dik en dun. En ook bij gelegen
heid der vakantie. Ze houdt van de zee, van de
duinen, van de vissers en van de vissersboten. Ieder
z'n smaak, hè? Ik niet. Ik wantrouw de zee, zo
HET TWEEDE „STERKSTE VERHAAL"
Hierbij plaatsen wij, zoals in ons vorig nummer
aangekondigd, het korte verhaal „Vakantie
genoegens" van onze Belgische collega Ferd.
van den Eerenbeemt van de Brasserie Leopold
te Brussel, dat wij ontvingen onder het motto
„Het sterkste verhaal".
dikwijls bezongen door dichters, schrijvers en zangers.
Nu eens kalm en liefelijk gelijk een fee, laat ze haar
aanlokkelijke en kalme stem horen om haar onvoor
zichtig slachtoffer mee te sleuren en naar de andere
wereld te helpen. Dan eens slaat ze haar klauwen
uit, woedend en schuimend, gelijk een briesende
leeuw, zoekend naar een slachtoffer. Een andere
maal omhult ze zich in een dichte, vochtige en
triestige mist en blijft dagen lang onzichtbaar. Neen,
dank u! En dit jaar heb ik voet bij stuk gehouden.
Ik wil naar een klein plaatsje, gelegen in een dal en
omgeven door dichte bossen. Rusten dagen lang
in een ruststoel na eerst de deur van de zenuw-
opwekkende schokkende auto voor veertien dagen
met een harde slag dichtgeflapt te hebben. En
mijn echtgenote gaf alles toe.
Onze keuze viel op een Hollands Zuidlimburgs
plaatsje en op een burgerhotel, bekend om z'n goede
keuken en zuiverheid op alle gebiedl. Onze kamer
op de tweede en laatste verdieping lag aan de achter
kant, die de zuidkant was en zag uit op een goed
onderhouden tuin, die dank z'n hoge bomen, wild
struikgewas, kronkelende paden, grasperken, voor
zien van welriekende rozenbedden, meer de naam
van „park" verdiende. Vóór het hotel met z'n
overdekt terras eveneens een tuintje dat ons enige
meters van de straatweg scheidde. En van daaruit
12