MENSEN VAN TOEN Een ontmoeting met tie 83-jarige Joh Dorreman Onlangs ontmoetten wij op de brou werij in Rotterdam een wat men pleegt te noemen „montere oude heer"; donkere jas, grijze hoed, naar schatting zo'n jaar of zeventig. Even een babbeltje en toen hoorden we zoveel leuke dingen, dat het babbeltje een babbel werd en we tenslotte zelfs een foto wisten te be machtigen. Allereerst, de jeugdige grijsaard bleek 83, hetgeen gezien het feit dat hij nog dagelijks enige uren wandelt, voor ons een verbluffende mededeling was. De oude baas heeft een opperbest geheugen: „1 januari van dit jaar was ik 25 jaar gepensioneerd en 15 maart was het zestig jaar geleden, dat ik in dienst trad van Heineken." Als u zo goed kunt rekenen als de oude Dorreman zult u inmiddels heb ben bemerkt, dat hij destijds met vervroegd pensioen is gegaan. Dat is vrijwel het enige droeve moment in Dorremans Heineken's tijd geweest. Hij had het opperbest naar z'n zin bij ons, maar door de crisis moesten begin 1934 vele ouderen ontijdig de dienst verlaten. Dat zij het in die jaren moeilijk hebben gehad zoals ook de brouwerij zelf laat zich verstaan, maar gelukkig ligt die moeilijke tijd lang achter ons en kijkt onze oude vriend nu met grote dank baarheid op z'n 25 pensioenjaren terug. „Hoe kwam u zo bij Heineken verzeild?" „Wel, ik was bij de „berejen" en m'n zuster diende bij de oude heer Berke meier". (Tot goed begrip: dit was de oudste heer Berkemeier, de eerste directeur van die naam). „Toen ik begin maart 1899 uit dienst kwam moest ik bij mijnheer Hoette komen en daar heb ik een half uur lang heen en weer gewandeld terwijl hij in m'n papieren las en toen was het voor mekaar. Ik kwam in opleiding als koetsier. Na een paar jaar bijrijder te zijn geweest, werd ik koetsier in Rotterdam-Noord en dat ben ik zo'n dertig jaar gebleven." „Het werk heeft u blijkbaar geen kwaad gedaan. Toch lijkt het ons nogal zwaar." „Tja, ik had zo'n 100 klanten te be dienen, dus door mekaar zo'n dertig op een dag. En je kreeg zo hier en daar wel eens wat aangeboden, hè? Ik werkte van 's morgens 7 tot 's avonds 7 en twee glaasjes bier per uur betekende een rustige dag.,.." We hadden geen Hollerith nodig om uit te rekenen, dat Dorreman in z'n dertig jaren wijkkoetsierschap ons produkt de nodige eer heeft bewezen. En als we dan zien hoe fit (en slank!) hij er op z'n drie en tachtigste uit ziet, kunnen we niet anders doen dan concluderen dat de Duitse pro fessoren, die bier een gezondheids drank bij uitstek noemen, de spijker op de kop slaan. „Het was wel lang werken, maar toch een gezellige tijd vroeger. De brouwerij stond zo rond 1900 midden in het land, we hadden er volks tuintjes, er werden kippen gehouden, (gerst genoeg) schapen liepen er rond, kortom het was net een boerderij. Van de schapen en brouwerspaarden hadden we natuurlijk voldoende mest voor onze tuintjes." Het is Dorreman een beetje eenzaam geworden. Want al mag hij zich ver heugen in het gelukkige bezit van z'n vrouw (80), van de mensen, die even als hij nog in de vorige eeuw in dienst van Heineken traden is er vrijwel niemand meer in leven. Wanneer we Dorreman ten afscheid de hand schudden en danken voor de jeugdfoto, genomen in z'n tijd bij de „berejen" juist voor hij in Heineken's dienst kwam, dan kunnen we niet nalaten de krasse baas de cliché-zin toe te voegen: „dat hij er nog best op staat". Hetgeen hij ten volle beaamt en waarvoor hij van harte dankbaar is. Pcr§onalia Buitenland De heer G. L. Debeger is op 10 febr. 1959 uit Lagos naar Engeland ver trokken voor het doorbrengen van het verlof. De heer E. J. Girod uit Boma kwam eind februari 1959 te Lagos aan. Drs. G. Vermeulen en echtgenote zijn op 24 februari naar Kisenyi, Ruanda-Urundi, vertrokken voor de inbedrijfstelling van de nieuwe Bra- lima-brouwerij aldaar. De heer Ver meulen zal ook nog bezoeken brengen aan de andere Kongo-brouwerijen en de brouwerij te Cairo. Eveneens vertrok op 24 februari ir. A. Stroo voor een inspectiereis naar de Bralima-brouwerijen. Ir. A. E. K. ten Bruggen Cate is op 25 februari naar Lagos vertrokken. De heer H. van Schaik is op 1 maart 1959 naar Léopoldville vertrokken. Ir. H. Wanschers is na het doorbren gen van zijn verlof op 1 maart 1959 wederom naar Singapore vertrokken. De heer J. A. Nielsen vertrok op 6 maart 1959, vergezeld van zijn echtgenote en dochtertje, naar Sura- baia. De heer en mevrouw J. Hirt zijn op 13 maart 1959 na het doorbrengen van hun verlof naar Aba vertrokken. Op 20 februari 1959 arriveerden op Schiphol de heer en mevrouw Den Hoed uit Stanleyville. De heer J. W. Vallenduuk uit Lagos keerde op 20 februari in Nederland terug. De heer C. H. A. Gouverneur uit Surabaia kwam eind februari in Nederland aan. Ir. J. Lens van Rijn uit Lagos kwam op 1 maart 1959 in Nederland aan voor het doorbrengen van het verlof. Mevrouw Lens van Rijn was reeds op 21 februari aangekomen. Ir. H. Dijkmans van Gunst uit Lagos arriveerde met zijn gezin eveneens op 1 maart 1959 in Nederland. Op 10 maart 1959 kwam mevrouw H. Benne uit Lagos met de twee jongste kinderen in Nederland aan voor het doorbrengen van het verlof. Op 18 februari zijn te Surabaia ge boren Brigitte en Jutta, dochters van de heer en mevrouw Liebetrau Damberger. 9

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 11