Dankwoord van een jubilaris De 17e februari 1959 was het 40 jaar geleden, dat ik in dienst trad bij de Heineken's Brouwerij Maat schappij N.V. Dit feit is herdacht en wel op zulk een wijze, dat het mij moeilijk is mijn gevoelens van erkentelijkheid en dank onder woorden te brengen. Uit het bin nen- en buitenland heb ik in velerlei vorm blijken van waarde ring en sympathie ontvangen, die mij diep hebben getroffen. Helaas is het mij niet mogelijk een ieder, die bijgedragen heeft de 17e februari 1959 voor mij tot een blijde dag te maken, persoonlijk te bedanken. Ik zie mij dan ook genoodzaakt door middel van Vers van 't Vat u mijn erkentelijkheid te betuigen. U te bedanken voor al uw goede wensen en voor de prachtige geschenken, die ik heb ontvangen. De 17e februari 1959 is voor mij een onvergetelijke datum geworden. Dit voor mij zo heuglijke feit heeft de redactie van ons perso neelsorgaan aanleiding gegeven mij te vragen iets uit of over mijn loopbaan te vertellen. Natuurlijk is dit mogelijk, maar de vraag is, wat of waarover. Ik zou kunnen schrijven over mijn ervaringen met Herschrijven, fus tencontrole; over ontmoetingen met onze afnemers in het binnen land, over de bierdistrubutie in oorlogstijd of over evenementen die in de buitenlandse sector van ons concern hebben plaatsgevon den. Maar ik wil het over iets anders hebben. Het spreekt vanzelf, dat men bij het bereiken van een mijlpaal terugziet op hetgeen achter ons ligt. Onwillekeurig worden er dan vergelijkingen gemaakt tussen de omstandigheden van vroeger en nu. In het bijzonder wordt men hieraan herinnerd wanneer men zoals ik ervaren heb een veertig jarige loopbaan zo'n prestatie vindt. Hierover nadenkende ben ik tot de conclusie gekomen, dat dit nogal meevalt. Het gaat om zo te zeggen vanzelf als men maar het geluk heeft en ervoor zorg draagt ik heb dit ook in mijn dankwoord op de receptie zo ongeveer gezegd dat je: le een goede gezondheid bezit. 2e werkt bij een gezond bedrijf. 3e liefde voor je werk hebt. 4e geen ontslag neemt. 5 e geen grote fouten maakt of te dikwijls bij de directie of chefs voor salarisverhoging of ande re faciliteiten aanklopt. De jongeren onder u, waaronder ik dan versta, die enkele en meer dere jaren bij ons bedrijf werk zaam zijn, zullen wel zeggen ik heb dit zo dikwijls gehoord dat is goed en wel, maar om iets te bereiken hebt u het gemakke lijker gehad dan wij nu. Wij moeten steeds maar meer diploma's produceren en dat was in uw tijd toch niet het geval. Tot op zekere hoogte ben ik het met u eens. Er wordt tegenwoordig te veel naar diploma's gevraagd, maar naar mijn mening zal ook deze opvat ting wel weer veranderen. Want, en houd dit nu goed voor ogen, de meeste leiders van vandaag, die hun bedrijven tot groei en bloei hebben gebracht, beschikken niet over de diploma's, waaraan tegen woordig gevraagd wordt. Het spreekt vanzelf, dat niet iedereen in aanmerking kan komen een leidende functie in het bedrijfs leven te gaan vervullen. Aanleg en het meehebben van omstandig heden spelen hierbij ook een rol. Volgens mijn ervaringen is het allerbelangrijkste of je hart hebt voor de zaak, waarvoor je werkt. Of je doen wilt, wat je chef nodig vindt al is het dikwijls geen prettig werk. Wees niet te hooghartig, blijft ambiteus en delegeer niet alles, dat naar jouw mening min derwaardig is en toch tot je taak behoort. Je kunt van alles wat je doet, leren, al lijkt het nog zo onbelang rijk. Dat was vroeger zo en dit zal zo blijven. Natuurlijk moet je de theorie de opgeschreven ervaringen en de resultaten van onderzoek van anderen bestuderen. Uit boeken, dagbladen, periodie ken, lessen en andere bronnen, die je kunnen helpen bij de ontwikke ling van jezelf voor het bedrijf enhoud vol. Je behoeft en kunt ook niet voor alles wat het bedrijf van je vraagt een diploma hebben. In de jaren na de oorlog is „de mens" misschien wat op het tweede plan gekomen en staan de diploma's no. 1. Ook dit zal wel tijdelijk zijn en geloof mij, men zal zich weer gaan afvragen: wie, wat en hoe je bent voor het bedrijf. Diploma's alleen zullen dit niet meer bepalen. Misschien heeft hetgeen ik hier geschreven heb, niet de instem ming van degenen, die het bezit van diploma's als een allereerste voorwaarde voor het vervullen van een functie beschouwen. Ik kan mij dit indenken en ik wil hieraan dan ook onmiddellijk toevoegen, dat ook voor mij een diploma een waardevol bezit is. In dit verband wil ik opmerken, dat naar mijn mening de weten schap in het bijzonder de exacte wetenschap ons leert hoever onze kennis reikt. Wat wij kunnen weten, is slechts zeer weinig en wanneer wij niet het besef hebben hoeveel wij niet weten, verliezen wij het aanvoelingsvermogen voor tal van dingen, die zeer belangrijk zijn. De geïnteresseerde lezer zal nu misschien de vraag stellen of hij wanneer hij streeft naar wat hier boven geschreven staat, kans op succes heeft, en dan moet ik hem hierop antwoorden: och arme, dat weet u pas als u eenveertig jarig jubileum viert. G. Th. VAN NIGTEVEGT 4

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 6