Hendel Plooij f Personalia Buitenland Op een gedenkpenning, die ik eens ontving van een der Neder landse brouwerijrelaties staat aan de ene zijde als spreuk in het brons geperst: „Volharding - Moed - Vertrouwen". Dat is in een „nutshell" wat de heer Wittert van Hoogland namens de directie en de heer Cornelis namens het personeel (en in het bijzonder namens de exportafdelingen te Amsterdam en Rotterdam) ondermeer hebben gezegd van de persoonlijkheid van onze collega H. R. H. Plooij, die na een vreselijk auto-ongeluk op Oudejaarsdag stierf. Ik zal niet herhalen wat er in de aula op Zorgvlied op de zesde januari werd gezegd; uit eerbied voor de overledene die zelf voor zijn mening wenste uit te komen met een mate van open hartigheid, die het echt menselijke van hem, die ons verliet, deed uitkomen. Ik behoef ook niet te zeggen, dat Plooij voor de exportafdeling een bekwame kracht was, iemand met fantasie, die het slappe compromis schuwde. Dat weten allen, die hem hebben gekend. Liever schrijf ik in ons personeelsblad iets persoonlijker over hem. Hij heeft het met zichzelf vaak moeilijk gehad en ik, die vele jaren dagelijks met hem omging, heb vele en lange gesprekken met hem gevoerd, in mijn kamer, in een auto, op een rustige avond als wij samen in het buitenland waren. Je kon over heel veel, vaak met de luchtige humor, die hem eigen was, met Plooij praten; om eens iets te noemen: muziek, humanisme, godsdienst, Frankrijk niet te vergeten, menselijke verhoudingen in het algemeen en in het bijzonder over zijn eigen relaties met zijn omgeving. Als wij hierover spraken, dan was hij dikwijls opstandig, maar met een handdruk werden juist deze gesprekken vaak besloten. Het waren de ogenblikken, waarop wij elkaar het best begrepen, het waren de ogenblikken van het diep-menselijke, het waren ook de ogen blikken waarop wij ons voor elkaar verantwoordelijk voelden en waarvoor ik de overledene dankbaar zal blijven. Naar mevrouw Plooij gaan onze gedachten nog dagelijks uit; zij moet haar verdriet Titus is nog te jong om er iets van te begrijpen alleen dragen. Ook hier zij haar man nogmaals dank gebracht voor alles wat hij met zoveel energie en enthousiasme voor Heineken en daardoor dat moeten wij niet vergeten voor ieder van ons heeft gedaan. Hij was vaak op kantoor de pionier in zijn gedachten, hij was het ook voor diegenen op de exportafdeling, die thans gebieden bereizen, waar Plooij het eerst heenging, hij is het zoals de heer Cornelis treffend heeft gezegd nu opnieuw, nu hij daar is, waar wij hem allen eens zullen volgen. WEYMARSHAUSEN De heer en mevrouw R. Koppenol zijn na het doorbrengen van het ver lof in Nederland op 18 januari naar Kaduna vertrokken, waar ze onge veer drie weken zullen verblijven. Daarna zullen zij weer naar Lagos gaan. De heer J. E. de Rijke keerde op 19 december in Nederland terug van een inspectiereis naar Nigeria, Ghana, Belgisch Kongo en Ruanda-Urundi. De heer en mevrouw P. J. Trum keerden half december uit Boma, Belgisch Kongo, terug. De heer A. P. de Groot arriveerde op 23 december uit Surabaia in Nederland voor het doorbrengen van een kort verlof. Ir. F. Allan keerde eind december, na een verblijf van ongeveer twee en een halve maand in Nigeria, in Holland terug. Ir. P. Lagaay en zijn gezin arriveer den begin januari in Nederland. De heer en mevrouw Hermsen te Singapore werden op 25 october ver blijd met de geboorte van hun zoon Lambertus Johannes. De heer en mevrouw Koopman te Singapore werden op 7 december verblijd met de geboorte van een dochtertje, dat de naam Petra draagt. De heer en mevrouw Debeger te Aba werden op 10 december eveneens verblijd met de geboorte van een dochter, Gillian Mary. De heer Siemens, die te Singapore werkzaam was, is op 9 december met zijn gezin naar Leopard Brewery Ltd., Hastings, vertrokken. De heer G. den Hoed is medio decem ber 1958 vertrokken van Boma naar Stanleyville. De heer Tewfic uit Cairo bracht in januari een bezoek aan de brouwe rijen in Amsterdam, Rotterdam en 's-Hertogenbosch.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 4