Er tras eens een tijd dat....
Hotel BERG-EN-DAL, bij Nijmegen.
LOGEMENT-TARIEF.
Logement en déjeuner f 1 >61
Diner (zonder wjjn)1,50
Servico0>25
Bougies0,25
Abonnement voor minstens acht dagen per
persoon en per 24 uren 3,25
Voor kinderen beneden de tien jaren en dienst
boden - 2,25
Velen uwer zullen nog weten van
de tijd het was in de crisisjaren
zo omstreeks 1934 dat men bij
Heck's Lunchroom op de Cool-
singel te Rotterdam voor 1,05
een volledige maaltijd kon krijgen,
bestaande uit soep, biefstuk, dop
erwten en gebakken aardappelen
met een toetje.
Weliswaar hadden we de neer
gaande conjunctuur flink in onze
portemonnaie gevoeld, maar de
prijzen waren ook in geen 20 jaren
zo laag geweest. Een kop koffie in
Ruteck's cafetaria op het Rotter
damse Slagveld kostte in die jaren
niet meer dan zeven en een halve
cent.
Wij moesten hieraan denken toen
we een folder van een hotel in
Nijmegen „88 jaar gastvrijheid" in
handen kregen. In 1870 waren de
lonen natuurlijk nog heel wat lager
dan in 1934, maar de prijzen zijn
onvoorstelbaar voor de huidige
hotel- en restaurantbezoeker.
Wat denkt u van....?
Wat dunkt u van: logement en
déjeuner 1,60 in een eerste klas-
bedrijf? Wij spreken tegenwoordig
van logies en ontbijt en moeten
daar nu in een dergelijk hotel
zeker het tienvoudige voor neer
tellen.
Een fles Niersteiner voor 1,
en St. Estèphe voor 1,25 doet ons
watertanden, maar: „Voor de wij
nen welke in ijs (zoolang de voor
raad strekt) worden verlangd
wordt 50 cents per flesch verhoo
ging betaald."!
De overige consumptieprijzen wa
ren navenant, bijv.:
een kop koffie voor 0,15;
een glas melk voor 0,10;
een glas Jamaica Rum 0,15;
een glas cognac (fine Champagne)
0,20;
een glaasje jenever of bitter 0,10.
En heus, dat waren eerste klas
prijzen, want voor een borrel be
taalde men in ,het kroegje op de
hoek" niet meer dan een stuiver.
Een fles Madera, vermeld onder de
„morgenwijnen" en in die jaren
een geliefde drank, werd a 3,
berekend; Witte Portwijn kostte
4,50. Dat was stijf aan de prijs
in 1870 en deze wijn moet wel van
een uitzonderlijke kwaliteit zijn
geweest.
Waarom geen bier?
Wat ons opvalt is, dat bier in de
prijslijst ontbreekt. Het was 1870
en de strijd van Gerrit Jan Mul
der c.s. tegen het overmatig ge
bruik van brandewijn en jenever
was nog in een beginstadium. Pas
in de zeventiger jaren kwamen
de Nederlandse brouwerijen met
ondergistend bier, dat beter aan
de smaak van het Nederlandse
publiek beantwoordde dan het tot
dusverre geproduceerde boven
gistende. De bieromzet steeg sterk
in die jaren ten koste van het
brandewijngebruik, maar de zo
geheten „betere kringen" hielden
het nog uitsluitend op wijn.
Schrijft niet de oprichter van ons
concern, de heer G. A. Heineken,
in 1869 aan zijn toenmalige brouw
meester Feldmann, die op een
studiereis in Duitsland was, dat zij
na diens terugkeer: „onder de
boomen van „Soeracarta" (de villa
van de heer Heineken, waarin
vandaag ons Amsterdams kantoor
is gevestigd) onder het genot van
een of eenige flesschen Tokayer"
tezamen rustig de verkregen in
drukken zullen bespreken?
Bij besprekingen van de directie
met haar medewerkers is nu bier
niet meer taboe. Integendeel, ons
produkt heeft zijn plaats in alle
kringen inmiddels volledig ver
overd, dat is o.m. bij de opening
van onze nieuwe brouwerij in Den
Bosch wel bevestigd.
Kopie voor het volgende
nummer moet vóór maandag
16 februari in ons bezit zijn.
REDACTIE
16