In memoriam
m j
9. de jeugdspaarder ontvangt de normale rente van
3 (na 1 januari 1959) over het gehele tegoed.
Na beëindiging van de overeenkomst, wordt
10 uitgekeerd.
De overeenkomst wordt aangegaan voor de tijd van
6 jaar. Men mag totaal 9 jaren deelnemen maar in
ieder geval niet ianger dan tot het einde van het jaar
waarin men 29 jaar wordt.
Tot slot geven wij u een voorbeeld:
wie 10,per maand spaart heeft in
6 jaar zelf gespaard 6 X 12 X 10,— 720,
bij een spaarbankrente van 3 brengt
dit aan rente op 60,
780,-
hierbij komt de jeugdspaarpremie
van 10% 78,—
men ontvangt dus totaal 858,
dit is dus 138,meer dan men zelf gespaard
heeft en is gelijk aan een rente van ruim 6
Uit bovenstaande blijkt dat het voordelen biedt om
zich nog voor 1 januari 1959 aan te melden omdat
1958 dan nog voor een vol jaar wordt gerekend.
Verder willen wij op deze plaats nog vermelden dat
werknemers die deelnemen aan bedrijfssparen, een
bedrag van het bedrijfsspaarboekje kunnen over laten
maken op deze nieuwe jeugdspaarbankrekening.
Aanmeldingen hiervoor worden zo spoedig mogelijk
ingewacht bij de plaatselijke personeelsdienst, waar
ook gewenste inlichtingen kunnen worden verstrekt.
Wij hopen dat het motto: „Jongeren sparen met de
Zilvervloot", dat de Overheid heeft gebruikt bij de
invoering van deze Jeugdspaarwet, ook vele jeugdige
leden van onze Heineken's familie ertoe zal brengen
een eigen spaarpot te gaan kweken.
N.B. Rotterdamse geïnteresseerden kunnen zich
rechtstreeks opgeven bij de heer G. van Puffelen,
plaatselijke personeelsdienst, die voor inschrijving bij
de Rotterdamse Spaarbank zal zorgdragen.
Werknemers in Amsterdam en 's-Hertogenbosch
kunnen zich inschrijven bij iedere spaarbank, boeren
leenbank of postkantoor.
Kort na elkaar bereikten ons
op het kantoor van onze Rot
terdamse brouwerij twee over
lijdensberichten. Het waren
achtereenvolgens de heren S.
Verberne en A. Looyé, die van
ons heengingen op naar mense
lijke berekening te jeugdige
leeftijd (resp. 55 en 62 jaar).
A. Looyé
Over de heer A. Looyé schreven
wij reeds in Vers van 't Vat
van juli 1955 ter gelegenheid
van zijn 40-jarig jubileum. Wij
lezen daar o.a.: „De huidige
gezondheid van de heer Looyé
doet ons hopen dat hij ook in de
zes jaren welke hem nog schei
den van zijn pensioen, met op
gewektheid de hem opgedragen
taak zal mogen vervullen."
Het heeft helaas niet zo mogen
zijn. Reeds geruime tijd leed hij
aan een ernstige ziekte, die de
laatste maanden een fatale
wending nam.
Hij heeft ruim 43 jaar in diverse
administratieve functies onze
brouwerij gediend. Zijn rustige
figuur zullen wij missen op de
boekhouding, maar méér nog
zal hij worden gemist in zijn
familiekring.
Wij wensen zijn vrouw en drie
zoons van harte toe, dat hun
sterkte wordt geschonken om
dit verlies met berusting te
dragen.
S. Verberne
Wat de heer Verberne voor de
Heineken's brouwerij heeft be
tekend is meer dan een buiten
staander van deze bescheiden
figuur kon vermoeden. De rust
en hulpvaardigheid zelve, was
hij met z'n grote kennis van
alle „geleend-geld"-debiteuren
in het rayon van onze Rotter
damse en Bossche brouwerijen
een vraagbaak voor de com
merciële leiding. Hij kon het
zó druk niet hebben of men
kreeg van hem prompt en
vriendelijk antwoord. Hij was
de rechterhand van de heer
Van der Spek.
De heer Verberne heeft veel
leed gekend in zijn leven. Hij
was ten slotte een eenzaam man
geworden. Eenzaam, maar niet
verbitterd. Voor zijn prettig
optreden, ook toen hij al ziek
was en toch op zijn post bleef,
kunnen wij niet dan de hoogste
waardering hebben.
Het tragische ziekteverloop en
onverwacht overlijden was
voor ons een grote schok. Hij
ruste in vrede.
nf i
V
5