den op de gevel van het keldergebouw, heeft men
met zachte drang moeten verwijderen van het pla
veisel van de Rietveldenweg, dat zij na vijven met de
zelfde diagonalen aan 't versieren waren. Heinebos-
lassers heeft men met hun lasapparaten met geweld
moeten losrukken van de benzinetanks van de aan
grenzende Shell, omdat hun ijver in de meest letter
lijke zin geen grenzen meer kende!
Men is met het nieuwe speelgoed blijkbaar volmaakt
gelukkig, 's Zaterdags wordt het gekke brouwhuis
netjes in de kast gezet en 's maandags wordt het
weer tevoorschijn gehaald, zorgvuldig afgestoft en
hopsakee, dan brouwen ze er maar weer lustig op
los!
In zijn schaarse vrije uren leest meneer Van Rossern
„Journey's End" en meneer Vestergaard doet net of
er geen Moerdijk en geen Coolsingel en geen Sparta-
terrein meer bestaat. Af en toe geeft hij met de
sleutel van de brandkast een tikje tegen de lijn van
de omzetstatistiek, zodat deze weer een beetje om
hooggaat en dat is een bewijs, dat in de schaduw
van al die technische spectaculariteit het commerciële
gedoe rustig doorgaat. Alleen is het zeer dikke dos
sier „Opening brouwerij 1958" plechtig in het archief
bijgezet en vervangen door een nog volkomen maag
delijke map, waar met grappige krulletters op ge
schreven staat „Carnaval 1959".
„Agge maar leut het" mompelt meneer Vestergaard
in onberispelijk Brabants bont.
vdz.
3