De opening van het boterpaleis Koning Wensal was een Koning van een tamelijk grote bevolking landkabouters. Deze kabouters woonden niet in het bos, maar op de korenvelden tussen de klap rozen. Het was een rijk land. En in de naburige landen stond Koning Wensal bekend als een koning, die zeer machtig was, maar héél veel wensen had. Zijn lakeien bibberden al, wanneer zij hoorden dat er troonvergade- ring was. Dan moesten de lakeien bij hun Vorst komen en hij zei hun dan wat hij verlangde. Eéns was het een glimmende auto. Had hij die, dan vroeg hij een groot schip. En had hij éénmaal die auto of dat schip dan verkocht hij ze weer voor heel veel geld. Op zekere dag kwam het in zijn hoofd op om het paleis af te laten breken en daarvoor een paleis van boter te bouwen. Maar boter was duur en zelden zag men het in het kabou- terland! „Hebt U geld, hiervoor?" vroeg Weetal, „want waar moeten wij de boter vandaan halen. Weet U dat boter duur is?" Woedend keek de Koning hem aan en gilde: „Wat jij, de raad uit!" Oei, wat schrokken de lakeien; de raad uit was wel het ergste wat hun kon overkomen. Doch Wensal sprak verder: „Een paar dagen ge leden maakte ik een reis door mijn landgoederen. Ik zag in de verte een groot gebouw staan; dit was de Heineken's bierbrouwerij; er was groot feest. Want die brou werij werd geopend. Toen ik dit grootse gebouw zag, wilde ik ook een brouwerij hebben, doch jullie zijn te klein om bier te drinken; daarom dacht ik aan een boter paleis. Ik geef jullie veertien dagen de tijd om het te bouwen. Begin nen jullie nu maar snel. De kabouters trokken hun werk kleding aan en gezamenlijk gingen ze op pad. Maar geen mens wilde hun boter zonder geld geven. Gelukkig was er een lieve, oude boer. Hij hoorde van de kabouters over het boterpaleis en dat geen mens ook maar een likje boter gaf. Die boer vond dat zó verschrik kelijk voor de kereltjes, dat hij voor een verhuiswagen vol boter zorgde. Toen konden de kabouters met het bouwwerk beginnen. Kabouter Palet had een tekening gemaakt hoe het paleis moest wor den. De buitenkant was geel, want dat was de kleur van boter. Voor de raamkozijnen zouden ze drop veters gebruiken. Om de kabouters gunstig te stem men had Wensal beloofd dat alle kabouters bij de opening mochten zijn. Dus deed het volk dubbel zijn best om zo gauw mogelijk klaar te komen. Eindelijk was het dan de openings dag! Het land was met vlaggen De uitslag En hier is dan de uitslag van de prijsvraag „Avontuur van twee kleine Chinezen", waar jullie al lang naar hebben uitgekeken. Het aantal bladen was 80. Uit jullie inzendingen bleek dat: öf het tellen erg moeilijk was, öf dat jullie een beetje slordig waren geweest. Want slechts twee oplossingen waren goed, die wij dan ook allebei willen belonen. De gelukkige winnaressen zijn Augustina Mauduapassy, Ca- pelle a.d. IJssel en Lenie Homs, Rotterdam,die beiden een mooi boek van ons hebben gekregen. versierd! De koningen, ministers en burgemeesters uit de omringen de landen behoorden tot de ge nodigden onder hen was Koning Rinkel, die het paleis zou openen. In hun Zondagse pakjes gestoken keken de kabouters glunderend naar het prachtige paleis want de koningen, ministers en burgemees ters spraken niets dan lof uit. Het was warm; de zon scheen fel en dit werd het noodlot van Koning Wensal. Koning Rinkel, die heel langzaam en statig het touw doorknipte, 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1958 | | pagina 16