Ballade
van de Bossche Opening
(tvijxe„Hup Holland hup")
Het was op 4 september
Toch wel 'n grote dag,
Zoals men in ons Brabant
Nog maar heel zelden zag
Er waaide 'n lekker briesje,
De zon, die scheen volop
En honderdtallen vlaggen
Die wapperden in top.
De hele dag was uitgepland,
Om 8 uur ging het sein,
Het mag tot aller eer gezegd:
Het marcheerde er piekfijn.
De toeloop nam gestadig aan;
De auto's reden voor.
De bloemenstroom ging onderwijl
Als 'n lawine door.
Het korps van de genie dat speelde
Lustig er op los.
Het was te zien het werd 'n feest
Voor praktisch heel Den Bosch.
Toen ging er 'n gemompel,
Nog fluist'rend enigszins,
Maar dra ging het van mond tot mond:
Daar komt-ie, onze Prins.
Zijn Koninklijke Hoogheid
Was in ons midden toen.
Wat zou 'n mens van geestdrift
Op zo'n moment niet doen?
Na eerst 'n hart'lijk welkomstwoord
Tot ieder in zijn taal,
Ging directeur Honig verder
Met het Heineken verhaal.
Dat hij zowel prins Bernhard
Als dr. Heineken erin betrok,
Dat gaf voorwaar in menig keel
Niet zo'n kleine brok.
Het grootst moment dat kwam er
Toen de Prins, na 't eerbetoon,
Aan onze grote Heineken
Als exporterend loon
Zijn lof aan ons had toegezwaaid
En drukte op de knop.
Wat denk je zeg, de hele zaak
Die draaide mee volop.
Sirenes loeiden als bewijs
Dat het nieuw bedrijf was op gang
En naar wij hopen loopt het
Nog heel veel jaren lang.
Hoe gaat het er dan verder?
Op zo'n dag is 't heel gewoon,
De gasten worden rondgeleid
Langs al dat nieuw en schoon.
Dan hoort men het is prachtig,
't Is 'n wonder van techniek
En woorden nog van „Wonderbaar,
[fantastisch, magnifiek".
En bij de lunch waarbij champagne
Koffie, zalm en kreeft,
Daar kwam vanzelfsprekend bij
Wat Heineken maakt en geeft.
Nadien werd buiten in de zon,
Onder tonen van muziek,
Getapt en ook gedronken;
Daar was het magnifiek.
En al liep op de brouwerij
Het feest al dra naar 't end,
Den Bosch dat houdt zo gauw niet op
Daar staat het voor bekend.
Want toen er op de brouwerij
Het werk weer was hervat,
Verplantte zich dat Heineken's feest
Naar 't hartje van de stad.
Den Bosch, dat weet wat feesten is,
Daar staat het voor bekend;
't Was vendelzwaaien, taptoe,
de leut kende geen end.
Het Heineken's bier dat vloeide
Als uit 'n enorme bron,
De hele stad die stond in brand,
Men bluste wat men kon.
'n Heineken's wagen vol met bloemen
Belandde per abuis.
Toen men dat zag was het meteen
'n Compleet gekkenhuis.
M'n reportage van het feest
Loopt stilletjes op 'n end.
Ik heb verslagen wat mij
Van die dag was bekend
En wanneer voor 't laatst nog
Weerklinkt het Heineken's refrein,
Dan laat het van ons allen muzikale
[hulde zijn.
Al schonken wij een bok cadeau
En is het een stoer beest,
Wij zingen luidkeels en volop
Wat hoort bij ieder feest:
refr.
Heineken's bier,
't Laat ons landje niet van dorst vergaan.
Heineken's bier,
Je staat van alle dranken bovenaan.
Heineken's bier,
Laat je door geen bier verslaan,
Want Uw rood, wit en groen
Hebben steeds nog hun wereldfaam.
J. Vbt.
dichterlijke vrijheid) red
Personalia Buitenland
De heer en mevrouw P. Smit vertrok-
trokken op 24 juli naar Kisenyi in
Ruanda-Urundi.
Mevrouw Van Straten vertrok na
een kort verblijf in Nederland op 3
augustus naar Singapore.
De heer en mevrouw H. G. Liebetrau
en hun twee kinderen en mevrouw
Klos met haar zoontje zijn op 2
augustus gezamenlijk naar Surabaia
vertrokken.
Mejuffrouw I Meier vertrok op 4
augustus 1958 van Bazel naar Boma
om aldaar in het huwelijk te treden
met de heer E. Girod, die bij Bralima
werkzaam is.
De heer Chr. Gouverneur vertrok op
4 augustus na een kort verblijf in
Nederland naar Surabaia. Eveneens
begin augustus vertrok naar Surabaia,
na een kort verblijf in Nederland, de
heer A. P. de Groot.
De heer H. J. Musiol vertrok op 6
augustus na zijn verlof in Nederland
naar Caracas, Venezuela.
Mevrouw en baby Verhoeven zijn op
14 augustus na het verlof naar Aba
vertrokken.
De familie Schalk is half augustus na
het verlof naar Léopoldville terug
gereisd.
Mevrouw Ham is na haar korte ver
blijf in Nederland op 24 augustus
naar Singapore vertrokken.
De heer J. W. Brinkert vertrok op
30 augustus naar Lagos.
Mejuffrouw M. de Graaf is op 9 sep
tember naar Kisenyi vertrokken, om
een jaar bij haar vader, de heer J.
de Graaf, door te brengen.
Mevrouw Chr. Dolder vertrok op
17 september van München naar
Léopoldville om zich bij haar echtge
noot te voegen, die aldaar werk
zaam is.
De heer W. van de Graaf arriveerde
op 28 juli 1958 uit Surabaia in Ne
derland. Mevrouw Van de Graaf en
haar zoontje waren enige maanden
eerder uit Surabaia aangekomen. Op
28 september zijn zij naar Lagos
gereisd.
Ir. E. Pot en ir. F. Allan vertrokken
op 1 oktober naar Nigeria en Ghana.
Ir. Pot zal een inspectiebezoek af
leggen. Ir. Allan zal de koolzuurpro-
duktie te Lagos en Aba bestuderen.
De familie Ulenberg arriveerde begin
augustus uit Cairo in Nederland voor
het doorbrengen van het verlof en
verliet op 29 september Nederland
weer.
De heer L. Scheerder, die voor verlof
in Nederland is, trad op 26 augustus
in het huwelijk met mejuffrouw A. J.
W. van Wissen.
De heer C. G. van Meel arriveerde
op 23 juli uit Nigeria voor het door
brengen van het verlof.
Op 3 augustus arriveerde de heer J.
M. van der Post uit Surabaia in
Nederland.
Mr. P. Th. H. Vermeulen arriveerde
23 augustus uit Surabaia voor het
doorbrengen van het verlof in Neder
land.
De familie Wanschers vertrok op 17
juli uit Singapore naar Nederland
voor het doorbrengen van het verlof.
De heer R. Koppenol vertrok op
3 oktober uit Lagos naar Nederland
om er zijn verlof door te brengen.
Mevrouw Koppenol heeft Nigeria op
15 augustus verlaten.
De heer C. Kooyman vertrok op 1
september van Singapore naar fïas-
tings, Nieuw-Zeeland.
De heer W. J. J. Glasbergen keerde
op 5 september uit Port Moresby te
Singapore terug.
De heer J. Huizing vertrok op 21 juli
van Boma naar Kisenyi.
13