Zes en vijftien (ii)
Om het maar sterk uit te drukken, wij kunnen
tegenwoordig geen dag de krant openslaan of we
zien weer een nieuwe naam van een organisatie,
die het doel heeft de eenheid van Europa te ver
groten of eigenlijk nog tot stand te brengen.
Zo hoorden wij van de Benelux, de Raad van
Europa, de E.G.K.S., de Euromarkt en Euratom,
en nog vele andere van die mooie namen. Het is
altijd makkelijker om zich van dergelijke ontwikke
lingen op de hoogte te stellen door achteraf een
algemeen samenvattend overzicht te lezen, dan
een lijn te kunnen trekken uit de met de
gebeurtenissen tred houdende krantenberichten.
Daarom willen wij op deze plaats in enkele keren,
heel kort samengevat, de actuele ontwikkelingen
van de Europese eenwording weergeven.
Hierbij het tweede artikel over dit onderwerp.
In ons vorig artikel hebben wij
verteld over de Raad van Europa
en zijn werkwijze.
Wat heeft men nu langs deze weg
bereikt? Meer dan menigeen denkt.
Als de secretaris-generaal u in zijn
werkkamer in het Paleis van
Europa zou ontvangen en hij zou
zijn kluis openen zou u daar meer
dan honderd zogenaamde ratifi
catieoorkonden zien liggen; dat
zijn mededelingen, waarin men
kan lezen, dat dit of dat parlement
dit of dat verdrag heeft goedge
keurd. Honderd is een aanzienlijk
aantal; trouwens het groeit voort
durend aan. Het verzamelen van
deze documenten gaat weliswaar
niet zo snel als het verzamelen
van suikerzakjes, maar het is ten
minste even boeiend.
De zes belangrijkste zijn wellicht
die tot goedkeuring van het ver
drag, waarbij de Europese Ge
meenschap voor Kolen en Staal in
het leven is geroepen. Dat verdrag
berust op een „Europese gedachte"
van de Franse voormalige handels-
reiziger-in-champagne Jean Mon-
net, die indertijd door de Franse
minister van buitenlandse zaken
Robert Schuman warm is ver
dedigd te Straatsburg. Die gedachte
heeft de lange weg tot het einde
toe afgelegd en is daardoor leven
de werkelijkheid geworden: de
E.G.K.S. bestaat.
Groot verschil
Nu moeten wij daar terstond aan
toevoegen, dat zij opgericht is
door slechts zes, maar zij gold
voor zeven van de vijftien. Die
zevende was Saarland, destijds een
zelfstandige (zij het geen onafhan
kelijke) staat, nu een „provincie"
van Duitsland. De E.G.K.S. was
de eerste krachtmeting tussen het
nog lang niet verdwenen nationa
lisme in de Europese landen en de
Europese eenheid. Men kan zeggen,
dat het een halve nederlaag is ge
weest; men kan het ook een halve
overwinning noemen. Voor ons
gevoel is het meer dan dat, maar
laat ons er niet over redetwisten.
De feiten zijn zoals zij zijn: naast
het beraadslagende Europa van
Vijftien is het wetgevende, uitvoe
rende en rechtsprekende Europa
van zes ontstaan. Want dat is het
grote verschil: de E.G.K.S. heeft
een wetgevend lichaam (de Alge
mene Vergadering), een uitvoerend
lichaam (de Hoge Autoriteit) en
een rechtsprekend lichaam (het
Hof van Justitie). Zij heeft daar
enboven een raadgevend lichaam
plus een comité van ministers en
een secretariaat-generaal, maar die
zijn van geringere betekenis.
Politieke macht
Toen de E.G.K.S. eenmaal draaide
dacht men de formule voor de
opbouw van de eenheid van
Europa gevonden te hebben. De
zes zouden op dezelfde weg verder
gaan in de hoop, dat de andere
negen (en wie weet nog meer!)
zich vroeg of laat wel zouden aan
sluiten. Men werkte op papier een
Europese Verdedigings-Gemeen-
schap uit, die de leiding over leger,
marine en luchtmacht van de Zes
in handen zou nemen.
Toen men een eindweegs op weg
was bedacht men, dat die gemeen
schappelijke strijdkrachten dan
niet meer een instrument zouden
kunnen zijn in handen van zes
regeringen, maar dat daarboven
een politieke macht moest komen.
Die noemde men bij voorbaat de
Europese Politieke Gemeenschap.
De verdragen tot goedkeuring van
de E.V.G. en van de E.P.G. zijn
inderdaad geparafeerd namens de
regeringen der zes landen en
daarna ter goedkeuring voorgelegd
aan de zes parlementen. Vijf van
die zes (België, Italië, Luxemburg,
Nederland en West-Duitsland)
hebben die goedkeuring verleend,
maar de Franse Nationale Ver
gadering weigerde. Het hele plan
is toen niet doorgegaan.
Maandenlang heerste er verslagen
heid over deze verwerping, maar
men bleef niet bij de pakken neer
zitten.
De toenmalige Britse minister van
buitenlandse zaken Sir Anthony
Eden nodigde zijn collega's van de
landen der E.G.K.S. naar Londen
om overleg te plegen over een
andere oplossing. Het resultaat
was een ouderwets bondgenoot
schap tussen deze zeven landen,
dat de naam West-Europese Unie
heeft gekregen.
Ziedaar het Europa der Zeven.
Ondertussen heeft Engeland ook
een overeenkomst gesloten met de
E.G.K.S. met de oprechte bedoe
ling voor allerlei gemeenschappe
lijke vraagstukken zoveel mogelijk
gemeenschappelijke oplossingen te
zoeken. Engeland is buitengewoon
6