Mei is niet meer wat het vroeger was Van oude naar nieuwe Inkoop 6 De meimaand, die zo zelden de naam van lente verdient, is een zinnebeeld van onverdiende reputatie"(Voltaire) Nee, nu eens niet „die nieuwe lente en dat nieuwe geluid", geen „héla gij bloempje" en geen „de meimaand is in 't land, lief kind", nee, gewoon maar mei als nor maal verschijnsel, dat zich vrijwel elk jaar om deze tijd voordoet, weliswaar gesplitst in hoofd- en nevenverschijnselen, als grasboter, vlaggetjesdag, van streek zijnde harten en onze bevrijdingsdag waarop we van hogerhand net moeten doen of onze neus bloedt, maar toch de doodgewone kalen dermaand mei. We trekken naar de bollen en iedereen, die beschikt over een auto-achtig vervoermiddel droomt van de Tulpenralley. Alleen de tulpen zelf komen nog niet. In plaats daarvan bloeiden eind april bij Den Haag grote velden kam- peertenten en caravans op de tentoonstelling „Goed Kamp". Het was een fleurig en duur gezicht en opgewekte jongelieden en nog opgewektere schrifturen vertelden, dat er op 't ogenblik in Nederland ruim een miljoen kampeerders zijn. Nog een paar jaar en zij hebben de absolute meerderheid en dan kunnen we in Amsterdam, in Rot terdam en in Den Bosch onze biezen wel pakken. Want die meerderheid, eenmaal doorge drongen in het parlement, besluit dan natuurlijk om alle hotels af te breken omdat ze er toch niet in slapen en alle café's omdat er volgens hen niets gaat boven een plastic-beker Nescafé, klaarge maakt op een Primus in het gras Ook moet er natuurlijk voor hun kampeerterreinen, hun „cam pings", ruimte zijn en liefst niet zo ver van de stad. Wat een ideaal kampeerterrein zou er niet ont staan na afbraak van Americain aan het Leidseplein en wat een drommen bezoekers zou een „Camping Krasnapolsky" niet trekken, ingebed als het zou zijn tussen het paleis op de Dam en Amsterdams schilderachtigste, warmste buurt! Nee, de Horeca- perspectieven worden op deze manier uiterst somber en ik zou onmiddellijk mijn hele pakket aan delen Heineken verkopen, ware het niet, dat ik nog een lichtpunt zag in het steeds groter worden van de tenten. Nog eventjes en ze halen de 35 m2, waardoor ze in aanmerking zouden komen voor een verlof A of een vergunning. Dan zijn we er weer, want dan benaderen we het „somber drink lied" van onz'aloude Jan Greshof: „De stad is als een tentenkamp [van kroegen; op iedere hoek is troost en waan en alle zwervers, die ooit [heulsap vroegen, worden in onze dronk voldaan." Een heleboel rommel, alsmaar gestommel Slingerende papieren, Verroeste scharnieren, Dat was de inkoop! Groeiende stapels dozen en flessen, Glazen, kartons, reclamezakmessen, Telefoongerinkel, getik en gepraat, Een herrie, dat horen en zien je vergaat. „Waar zijn al die mappen?" „Waar is toch dat boek?" ,,'t Lijkt wel of ze 't gappen! Alles is zoek." Dan op een dag is een ieder in touw, Gedraag en geschuif, gesleep en gesjouw. Een afdeling verdwijnt, een nieuwe komt terug. Dit gebeurt in één dag, het gaat razend vlug. De volgende ochtend is er geen rommel, Er is geen lawaai, er is geen gestommel. Er zijn roze vloeren en witte muren, En ramen scheiden je van je buren. Héél lichte vlakken, Geen stapels, geen pakken, Maar vloeren en deuren In heldere kleuren. Dat is de inkoop! Maar ondanks dat stille En nieuwe en prille, Is er iets, dat geheel geen verandering gaf, Het hart van de inkoop, dat is en blijft af!!! LENIE P. H Geïnspireerd door de verhuizing van de Rotter damse Centrale Inkoopafdeling.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1958 | | pagina 8