9 l)e aangifte Het eerste Bossche brouwsel is geboren Op de linkse foto, staande naast de heer Van den Dunnen, de heer Van 't Hof, de ontvanger van de Invoerrechten en Accijnzen. Rechts bekijkt de ontvanger met de bierwet voor zich, samen met de heer Van Rhijn de eerste getekende aangifte. (D) Een van de grootste mo menten in de hedendaagse ge schiedenis van onze brouwerij waarvan eigentijk alleen nog maar de leden van onze grote Heineken's familie op de hoog te zijn heeft deze afgelopen maand plaatsgevonden. Want door het op 9 april tot stand komen van het eerste Bossche brouwsel, is onze brouwerij in Den Bosch een volwaardig producerend bedrijf geworden. Aan deze gebeurtenis, en alles wat daarmee samenging, vindt u in dit nummer enkele pagina's gewijd. Op welke wijze dit jaar ons (en vooral onze zuidelijke broeders en zusters) de schrik op het lijf werd gejaagd op 1 april kunt u ook in dit nummer lezen, al zijn we dan al weer een maand verder en is het mei. Onze medewerker vdz heeft zoals op vele dingen ook op deze meimaand zijn eigen visie, en vindt dat het toch niet meer is, wat het vroeger was. Oor deelt u zelf maar. Verder natuurlijk weer aller hande. Tot de volgende maand! Een gedenkwaardige dag, die 8ste april 1958, in de nog jonge geschiede nis van onze brouwerij te 's-Herto- genbosch! Op die dag toch werd met enig ceremonieel door de heren Van Wijk en Van Rhijn ten kantore van de Ontvanger der Invoerrechten en Ac cijnzen te 's-Hertogenbosch, brouw- aangifte no. 1 aan genoemde ontvan ger, de heer Van 't Hof, overhandigd. Van deze gebeurtenis, waarvan en kele historische momenten werden vereeuwigd, willen wij u een korte reportage niet onthouden. De heer Van Rhijn, die de „geboorte"- aangifte van het eerste brouwsel vele malen had overgelezen om vast te stellen of aan alle formaliteiten toch heus wel was voldaan en tenslotte van het document bijna niet meer te scheiden was, voelde zich (hij wil het eerlijk bekennen!) precies zoals nu ruim vijf jaar geleden, toen hij de ge boorte van zijn zoon ging aangeven! Ja, alles was écht in orde. Nadat de heer Rinkel de eerste aangifte had ondertekend en vervolgens het twee tal succes had toegewenst bij de over handiging, gingen beide „vaders" met het document op pad. Een en ander kunt u op de foto's zien. Toespraken of iets van dien aard werden niet ge houden, er kon immers toch niet op „geproost" worden! Dat is op 12 april in het Casino alhier dapper ge daan. Toch was er nog wel een feestelijk De twee trotse „vaders", de heer Van Wijk, baas van de Ziederij en Gistkelder (links) en de heer Van Rhijn, ass. van de heer Bakx, Bedrijfsadministratie. tintje aan het overhandigen van brouwaangifte no. 1 verbonden in de vorm van de bekende feestsigaren, die door de Heineken's afgezanten aan de heren ambtenaren werden aange boden. De officiële tijd van de aangifte was 11.45 uur en nadat de nodige stem pels en handtekeningen op de docu menten waren geplaatst, konden de heren Van Wijk en Van Rhijn, op gelucht en wel, de terugtocht naar de brouwerij aanvaarden. V.Rh.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1958 | | pagina 3