K inderhoehje
D
c vier
H
emeken skier
15
Bernardus Antonius Elverding, geb.
23-9-1896, kwam op 1 februari 1918
als ijstrekker in dienst van de Hei-
neken's Bierbrouwerij te Amster
dam.
Na meer dan een kwart eeuw in
de ijskelder te hebben gewerkt,
kwam hij op 19 november 19-16 uit
de brouwerij over naar het hoofd
kantoor, waar hij als hulpportier
was aangesteld. Om gezondheids
redenen moest de heer Elverding
zijn werk tijdelijk verwisselen en
kwam zo op 1 februari 1956 op
het secretariaat te werken.
Maar al spoedig, dat was 1 oktober
1956, keerde hij terug naar zijn
oude plaats naast de ingang van
ons Amsterdams kantoor, vanwaar
hij de komende en de gaande man
niet ongemerkt aan zijn blik voor
bij laat gaan.
Toch is hiermee niet alles gezegd
over de heer Elverding. Want wat
misschien niet iedereen zal weten
is, dat hij nóg een functie heeft.
En wat voor een!
Hij is namelijk de man die 's mid
dags tussen half vier en vier uur
op een haast onnavolgbare wijze
wel honderd biertjes tapt aan de
bierpomp beneden in de hal van
ons kantoor.
Voor het tappen draait de heer
Elverding zijn hand niet om, maar
wel kost het hem af en toe haast
zijn zenuwen, als net de lift bezet
is wanneer hij met een vol blad
aan komt zetten en hij zich jam
merend afvraagt hoe hij zijn mooi
glaasje bier toch op de derde ver
dieping krijgt zonder dat de man
chet er af is.
Het is gebruikelijk dat wij aan het
slot altijd de jubilarissen een
goede gezondheid toewensen, maar
omdat de heer Elverding per slot
een dubbele functie vervult, wil
len wij hem dan ook een dubbele
gezondheid toewensen.
40-jarig jubileum
B. A. Elverding
Er werden huizen gesloopt op de
hoek van de straat. Jan Heems
kerk stond toe te kijken.
Zijn vriendjes en hij hadden een
weddenschap afgesloten. Hij zou
in de schoorsteen een oude zee-
roverskaart vinden, met een schat
er op. Het was waar
ook. Daar zag Jan het De Sri
papier. Hij holde er
naar toe. Op het papier stond:
naar de puntberg, dan 48 stappen
naar rechts tot de cactusplant.
Dan 3 stappen naar links tot het
rotsblok en daar een gat graven
van 2 m diep.
Onder het papier stond: als
iemand dit mocht vinden, breng
het dan naar de zeerovers Doris
en Daris.
Jan vond het wel jammer maar hij
bracht het toch maar.
De zeerovers waren verheugd.
„Jij mag met ons mee de schat
zoeken," zeiden ze.
De volgende dag gingen ze al.
Ze hadden de plek al gauw ge
vonden. Maar het graven was een
vreselijk werk. Ze vorderden
maar langzaam.
Eindelijk hadden ze de
ïalkisl kist gevonden. Maar nu
kwam er nog een
moeilijkheid. Het slot was niet
open te krijgen.
„Dan gaan we naar de smid", zei
Doris.
Ze gingen en de smid had de kist
vlug open.
De zeerovers waren eerst sprake
loos van verbazing, maar toen ze
zagen wat de inhoud was, toen
vlogen ze er op af.
De kist was tot de rand toe gevuld
met flesjes Heineken's bier.
INGRID (13 jaar)
Er zaten vier
Heinekensbier
Op het strand
Heel parmant
Daar kwam een man
Hij dronk
Heinekensbier
Heel fier
T ierelier.
De man dronk tot hij stonk
Heel fier tierelier
Wat schrokken de
vier Heinekensbier
Dit was een fier versje
van de vier Heinekensbier.
HILDE BERTELS 8 jaar)