in Kun werk (Rotterdam)
5
De man, die u hier aan de vul-
machine van een van onze bottelarij-
colonnes ziet, is de heer Scheulder-
man.
Door de rust waarmee hij zijn ver
antwoordelijke taak verricht zou men
gemakkelijk de indruk kunnen krij
gen dat de heer Scheulderman een
„geboren en getogen" tapper is. Aar
dig is het daarom te vermelden
dat jan Scheulderman, die al ruim
dertig jaren bij onze Rotterdamse
brouwerij werkzaam is, zijn loopbaan
begon in onze toenmalige stal. Als
bijrijder en reserve-koetsier heeft hij
vele jaren met paard en wagen
ons produkt bij de afnemers rond
gebracht. In zijn huidige functie heeft
hij de verantwoording over heel wat
meer paardekrachten!
Een mooie herinnering van zijn werk
zaamheden is, dat, toen in 1951 de
bottelarij op volle capaciteit draaide,
om aan de steeds stijgende vraag
naar ons bier te kunnen voldoen, in
één 8-urige werkperiode op één van
de bottelcolonnes een produktie werd
bereikt van 100.000 flessen. Deze
grote prestatie van machines en per
soneel werd door ir. Bodart, die
toen met de leiding van de bottelarij
was belast, beloond met een pakje
sigaretten voor alle aan deze colonne
werkzame personeelsleden.
(N.B. Wist u dat de nieuwe bottel
colonne die nu wordt opgesteld op
de plaats van de oude colonne III
een capaciteit zal hebben van 18.000
flessen per uur of 144.000 per 8-urige
werkperiode?)
Na in maart 1947 de motorbrigade
van het Rotterdamse politiekorps
vaarwel te hebben gezegd, kwam de
heer Van Leen op 1 april van dat jaar
in dienst van Heineken als onderbaas
van de afdeling garage te Rotterdam.
In 1950, toen zijn chef, de heer
v. d. Hagen, de pensioengerechtigde
leeftijd bereikte en onze dienst
verliet, volgde de heer Van Leen
hem op.
Het autopark, dat in 1949 mede
aan zijn zorgen werd toevertrouwd,
had nog lang niet die omvang, zoals
wij het tegenwoordig kennen.
Vergelijkt u maar eens: In 1949 be
stond ons Rotterdamse wagenpark
uit 12 vrachtauto's en 6 personen
auto's. Deze aantallen zijn inmiddels
uitgebreid tot 50 vrachtauto's en 51
personenauto's, terwijl de heer Van
Leen bovendien nog de zorg heeft
over 13 vorkheftrucks, 11 opleggers
en 10 aanhangwagens.
Uit deze cijfers blijkt dat de afdeling
waarover de heer Van Leen de scep
ter zwaait wel een zeer dynamisch
onderdeel van ons bedrijf is.
Het gebrom van de vele diesel- en
benzinemotoren klinkt hem steeds als
muziek in de oren en geen dissonant
ontsnapt aan zijn „muzikaal" gehoor.
In zijn afdeling gelden letterlijk en
figuurlijk de deviezen: „Music while
you work" en „alles loopt op wiel
tjes".
VAN LEEN chef garage
J. C. SCHEULDERMAN